Leestekens zijn tekens die een tekst makkelijker leesbaar maken. Voorbeelden zijn de punt, de komma, de dubbele punt, het vraagteken en het uitroepteken. Als je de leestekens (en hoofdletters) in het bovenstaande voorbeeld plaatst, ziet de tekst er zo uit: Bas was op vakantie in Oostenrijk.
Voor en achter een beletselteken komt doorgaans een spatie. Als evenwel een woord wordt afgebroken, komt er geen spatie voor het beletselteken. Tenzij het beletselteken tussen haakjes staat, komt er aan het einde van een zin geen punt achter het beletselteken. Het derde puntje vormt dan de zinsafsluiting.
Leestekens zijn tekens die je bij het schrijven gebruikt om een tekst begrijpelijker te maken, bijvoorbeeld een punt of een komma. Als je iets vertelt, kun je met pauzes, intonatie of gebaren duidelijk maken wat je bedoelt. In geschreven taal doe je dit met punten, komma's, vraagtekens en andere leestekens.
Aanhalingstekens zet je ergens omheen, bijvoorbeeld om een citaat of een zelfbedacht woord. Ná de beginaanhalingstekens komt nooit een spatie. Vóór de eindaanhalingstekens komt ook nooit een spatie.
De dubbele punt betekent in het eerste deel van de zin meestal “het volgende” of “als volgt” en in het tweede deel van de zin meestal “namelijk”, “want” of “immers”. Wanneer gebruik je een puntkomma? Een puntkomma gebruik je tussen twee hoofdzinnen en bij opsommingen.
Tegenwoordig markeert het een voetnoot, als de welbekende asterisk al gebruikt is voor een andere voetnoot.
SMS – Wim daniëls - Hoe schrijf je sms-berichten? Als je deze leestekencombinatie van opzij bekijkt zodanig dat het sluitingshaakje het onderste teken is, zie je een gezichtje: met de dubbele punt worden ogen verbeeld, het streepje is de neus, en het haakje stelt de mond voor, in dit geval een lachende mond.
De schuine streep wordt meestal gebruikt om een keuzemogelijkheid aan te geven. Daarnaast komt de schuine streep voor in breuken en in sommige afkortingen. Ook heeft het teken enkele specifieke toepassingen, zoals het gebruik in internetadressen.
De aanwijzende voornaamwoorden dit en dat verwijzen naar enkelvoudige het-woorden; deze en die naar enkelvoudige de-woorden en meervoudige woorden. Dit en dat kunnen ook naar een hele zin verwijzen.
Ñ ( /enje/ — Spaans: eñe) wordt in de Spaanse taal gebruikt voor een palatale n-klank. De combinatie nj, zoals in Spanje en signaal, is een redelijke benadering van de uitspraak. Het is in het Spaanse alfabet een aparte letter, gealfabetiseerd tussen N en O.
Het beletselteken bestaat uit drie puntjes en geeft meestal aan dat een zin wordt onderbroken of ineens afgebroken. Een andere naam voor het beletselteken is gedachtepuntjes.
De stip op het WhatsApp-icoon heet een meldingsstip. Deze functie is door je telefoonfabrikant toegevoegd om aan te geven dat je bijvoorbeeld berichten hebt ontvangen.
Het beletselteken (…) heeft verschillende functies. Het kan aangeven dat de zin wordt afgebroken of dat de lezer geacht wordt zelf een woord of gedachte in te vullen. Als het beletselteken aan het einde van een zin staat, komt er geen extra punt achter het beletselteken.
De underscore (_) (Engels voor 'onderstrepen'), ook wel onderstrepingsteken, laag streepje of onderstreepje, is een typografisch teken met de ASCII-waarde 95.
De tilde is het diakritisch teken ~. Meestal wordt het boven een letter aangebracht, maar onder andere in de natuurwetenschappen wordt het ook als zelfstandig symbool gebruikt.
Soms schrijf je iets tussen haakjes. Bijvoorbeeld als je iets wil toevoegen wat de lezer toch ook moet weten. Wanneer je een volledige zin tussen haakjes zet, dan krijgt het eerste woord na het haakje openen een hoofdletter en komt er achter het laatste woord een eindezinspunt. Daarna volgt het haakje sluiten pas.
Haakjes worden hoofdzakelijk gebruikt om informatie toe te voegen die in principe kan worden weggelaten. Er zijn ronde en vierkante haakjes. Ronde haakjes worden vooral gebruikt om een verduidelijking, verklaring of toevoeging in te voegen.
De meest gebruikte interpunctietekens in het Nederlands zijn de punt, de punt-komma, de dubbele punt, de komma en de aanhalingstekens. Het gebruik van deze tekens is gebonden aan een aantal regeltjes en richtlijnen.
Interpunctie is de term voor het gebruik van leestekens. Denk aan punten, komma's en uitroeptekens.
Met een puntkomma combineren we twee zinnen tot één langere zin. De puntkomma houdt het midden tussen de komma en de punt. Net als de punt sluit de puntkomma een zin af, maar tegelijkertijd maakt ze duidelijk dat er een nauwe band is met de volgende zin.
Na een dubbele punt volgt doorgaans een citaat, een opsomming of een verklaring. Een citaat na een dubbele punt begint altijd met een hoofdletter.
Soms wordt dubbele punt gebruikt als aanduiding voor de twee puntjes op klinkerletters, zoals in ideeën, coördinator en naïef. De correcte benaming daarvan is trema of deelteken. In het Duits geven die twee puntjes een verandering van klank aan – zoals in überhaupt – en heten ze umlaut.