Het nieuwe pensioenakkoord treedt uiterlijk 2026 in werking. De belangrijkste gevolgen voor gepensioneerden zijn een kleinere kans op een verlaging van het pensioen en een uitkering die in de toekomst minder sterk gaat schommelen.
Pensioen invaren betekent dat pensioen dat is opgebouwd onder het huidige stelsel, wordt overgeheveld naar de nieuwe pensioenregeling, met de afspraken die daar gelden. In het pensioenakkoord gaat de voorkeur uit naar invaren.
Het bestuur van Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) heeft besloten per 1 oktober 2022 de pensioenen met 2,7% te verhogen. Dit betekent dat uw pensioen vanaf die datum omhoog gaat. Dat is prettig voor al onze deelnemers, vooral voor gepensioneerden in deze tijd van stijgende prijzen.
De belangrijkste veranderingen aan de AOW
Deze nieuwe regel is al op 1 januari 2020 ingegaan. Tot 2022 is de AOW-leeftijd 66 jaar en 4 maanden. Dat is gunstig voor de mensen die de komende jaren met pensioen gaan. Vanaf 2022 stijgt de leeftijd in stapjes naar 67 jaar in 2024.
Wij willen dat iedereen die 40 jaar gewerkt heeft (gelijkgestelde periodes inbegrepen) een pensioen van minimum 1500 euro netto geniet. De periodes van ziekte, werkloosheid of tijdskrediet om voor de kinderen, ouders of familie te zorgen, worden meegenomen in de berekening van het pensioen.
De hoogte van het bedrag hangt af van het soort pensioen dat u in de maand mei krijgt: 1 246,46 EUR bruto (vanaf 01.05.2022 aan index 159,47) als u een gezinspensioen ontvangt; 997,17 EUR bruto (vanaf 01.05.2022 aan index 159,47) als u een pensioen als alleenstaande of een overlevingspensioen krijgt.
Telt mijn periode van inactiviteit mee voor mijn pensioen? Bepaalde periodes waarin je niet gewerkt hebt, tellen niet mee voor je pensioen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer je zelf ontslag nam en niet terug ging werken. Sommige niet-gewerkte periodes tellen mee.
Besluit over de toeslagverlening per 1 juli 2022
Het gaat om een verhoging van 2,2% voor de (opgebouwde) pensioenen van de actieve deelnemers (werknemers) en 10,9% voor de pensioenen van gewezen deelnemers (oud-werknemers) en pensioengerechtigden.
De zogenaamde indexatie of indexering van pensioenen. Zowel de AOW, als ook de meeste werkgeverspensioenen worden geïndexeerd. Ook bij een lijfrente kun je ervoor kiezen om het pensioen te laten indexeren. In de afgelopen jaren hebben pensioenfondsen problemen met hun dekkingsgraad.
We konden de pensioenen per 1 juli maximaal met 2,39% verhogen. Deze verhoging is gebaseerd op de gemiddelde prijsstijging tussen 1 september 2020 en 1 september 2021. We moesten daarbij rekening houden met onze financiële positie en de belangen van alle deelnemers.
Op 01.01.2021 werd het minimumpensioen verhoogd voor: werknemers en zelfstandigenpensioenen, met 2,65 %; rustpensioenen ambtenaren, met 1,73 %; overlevingspensioenen ambtenaren, met 4,92 %.
Het minimumpensioen voor een volledige loopbaan wordt in de periode 2021-2024 geleidelijk aan verhoogd. Een eerste verhoging met 2,65% werd doorgevoerd op 1 januari 2021. Op 1 juli 2021 werd het minimumpensioen verhoogd ingevolge een welvaartsaanpassing (+2%).
Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit 3 pijlers: AOW, aanvullende pensioenopbouw via de werkgever en aanvullende, individuele pensioenverzekeringen.
In veel pensioenregelingen kunt u al voordat u de standaard pensioengerechtigde leeftijd bereikt, stoppen met werken. Maar doordat uw pensioen eerder ingaat, wordt de uitkering een stuk lager. U moet namelijk langer rondkomen met uw pensioengeld.
Op 1 januari 2023 zal de Wet toekomst pensioenen in werking treden. In de nieuwe wetgeving wordt overgegaan naar een nieuw pensioenstelsel waarbij de middelloon- en eindloonregeling verdwijnen en daar een solidaire of flexibele premieregeling voor in de plaats komt.
Minimumloon en uitkeringen stijgen
Het minimumloon gaat op 1 januari 2023 met 10 procent omhoog. Deze stijging komt bovenop de reguliere indexatie. De uitkeringen die aan het minimumloon zijn gekoppeld, zoals de bijstand, de Wajong en de AOW, stijgen daardoor ook met 10 procent.
AOW 2022 getrouwd of samenwonend
Bent u getrouwd of woont u samen dan is het nieuwe AOW bedrag per 1 januari € 901,07 bruto per persoon. Netto houdt u daar € 851,52 aan over. Hierbij is rekening gehouden met €172,50 loonheffingskorting en € 49,55 Zvw premie. De AOW uitkering in 2022 is netto €12,97 hoger dan 2021.
De belangrijkste veranderingen aan de AOW
Deze nieuwe regel is al op 1 januari 2020 ingegaan. Tot 2022 is de AOW-leeftijd 66 jaar en 4 maanden. Dat is gunstig voor de mensen die de komende jaren met pensioen gaan. Vanaf 2022 stijgt de leeftijd in stapjes naar 67 jaar in 2024.
Als gehuwde gepensioneerde met een voltijds ambt krijgt u als waarborg zeker een basisminimumbedrag. Sinds 01.08.2022 krijgt u een bruto maandbedrag van 864,93 EUR.
Het minimumpensioen voor werknemers en zelfstandigen is vastgelegd (sinds 1 augustus 2022) op 1.532,82 euro bruto/maand (1.915,42 euro/maand voor een gezinspensioen), voor ambtenaren op 1.591,58 euro bruto/maand (1.989,48 euro voor een gehuwde ambtenaar). Maar niet iedereen komt in aanmerking voor dat minimumpensioen.
Een richtlijn die vaak wordt gebruikt voor 'genoeg pensioen' is 70% van het laatstverdiende bruto-inkomen. Dit betekent dat je 70% van het (bruto) inkomen dat je ontvangt als je met pensioen gaat nodig hebt voor je pensioen. Het is heel makkelijk te checken hoe je er zelf voor staat.
Bijvoorbeeld: u hebt in Duitsland een brutoloon van €37.000 per jaar. Dan bouwt u over dat jaar in Duitsland een pensioen op dat twee keer zo hoog is als de Nederlandse AOW. Maar wanneer u een deeltijdbaan hebt in Duitsland, dan kan uw pensioen lager zijn dan de Nederlandse AOW.
Volledig pensioen bedraagt 75% van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar. Het volledige pensioen wordt bereikt na een loopbaan van 41 jaar en 3 maanden. Gemiddeld brutopensioen voor iemand die zijn hele loopbaan als leraar secundair onderwijs heeft gewerkt is 2988 euro of 2123 euro netto.
weduwenpensioen of weduwnaarspensioen (officieel wordt dit het overlevingspensioen genoemd) toegekend. Dit bedraagt in principe 80 % van het vroegere gezinspensioen. Het pensioen wordt na overlijden dus met 20 % verminderd.