Genderfluïde personen voelen hun genderidentiteit 'vloeien' tussen verschillende genderidentiteiten op het genderspectrum (zie: Genderspectrum). Die fluctuaties kunnen gaan tussen binaire en/of non-binaire genderidentiteiten. Mensen kunnen zich dus niet enkel de ene keer meer man en de andere keer meer vrouw voelen.
'Bij uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 12-01-2010 is de vermelding van het geslacht gewijzigd in V (vrouwelijk) en zijn de voornamen gewijzigd in Valentijn Phine. '
Mensen met genderdysforie hebben een sterk gevoel van onvrede met het geslacht waarmee ze geboren en opgegroeid zijn. Het gender past niet bij hoe ze zich voelen en hoe ze zich willen uiten. Sommigen hebben hier zoveel last van, dat het kan leiden tot bijvoorbeeld depressieve klachten of angst.
De oorzaak van genderdysforie ligt vermoedelijk in een verstoorde hormoonhuishouding tijdens kritische fasen in de ontwikkeling van een foetus. Wanneer hersenen in ontwikkeling blootgesteld worden aan testosteron, ontwikkelen deze zich in mannelijke richting en krijgt het kind een mannelijke geestelijke identiteit.
Een transgender vrouw identificeert zich als een vrouw maar werd bij de geboorte voor jongen/man aangezien en stond als zodanig geregistreerd. Mensen die zich noch als man, noch als vrouw identificeren worden non-binaire transgender personen genoemd. Ze vallen buiten de binaire hokjes man of vrouw.
Intersekse personen zijn geboren met mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken. Iemand heeft bijvoorbeeld een niet volgroeide penis en een vagina-ingang of baarmoeder. Of iemand is geboren met een vulva en een grote clitoris die op een penis lijkt.
Zelfstandige naamwoorden hebben een woordgeslacht (ook wel grammaticaal geslacht of genus genoemd). Dat woordgeslacht bepaalt de keuze van het bepaald lidwoord en speelt ook een rol bij de keuze van de meeste voornaamwoorden. Het Nederlands kent drie woordgeslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig.
Wees je ervan bewust dat er geen duidelijke fysieke eigenschappen zijn waar je op af kunt gaan. Je zult een transgender nooit kunnen herkennen aan alleen maar lichamelijke kenmerken. Ieders lichaam is weer anders, en een enkel lichamelijk kenmerk kan op geen enkele wijze veel vertellen over een persoon.
Cisgender betekent: 'niet transgender'. Dus: je bent geboren als jongen, en je voelt je ook jongen. Of je bent geboren als meisje, en je voelt je ook meisje.
Bij transseksualiteit is iemand in het verkeerde lichaam geboren. Een transseksueel meisje is dus iemand die als jongen is geboren, maar zich eigenlijk een meisje voelt, Een transseksuele jongen is iemand die als meisje is geboren, maar zich eigenlijk een jongen voelt.
Behandeling genderdysforie
Ze moeten minimaal 12 jaar oud zijn en de eerste fase van de pubertijd hebben ervaren. En tot die tijd hebben kleine kinderen vooral behoefte aan acceptatie, liefde en begrip.
Genderdysforie wordt dus volgens de ICD 11 niet meer als een mentale ziekte gezien. In de ICD 11 is genderdysforie hernoemd tot incongruentie van het geslacht (Gender incongruentie).
Sommige talen hebben vier geslachten: mannelijk ; het vrouwelijke ; het onzijdige , geslacht noch mannelijk noch vrouwelijk; en de gemeenschappelijke , geslacht "gebruikt voor mannelijk en vrouwelijk samen" .
Hoewel de mensheid doorgaans in twee geslachten wordt ingedeeld, is de natuur gevarieerder. Er zijn mensen met een intersekse-conditie; meestal hebben zij afwijkende geslachtschromosomen. Soms is er maar 1 X-chromosoom aanwezig; dergelijke mensen zien eruit als vrouw (syndroom van Turner).
Hermafrodiet is een verouderde (en beledigende) term voor tweeslachtigheid. Het woord hermafrodiet wordt enkel voor dieren of planten gebruikt. De correcte term voor mensen met zowel vrouwelijke als mannelijke geslachtskenmerken is intersekse.
Queer. Queer betekent eigenlijk 'vreemd'; er is niet echt een goede Nederlandse vertaling voor. Het staat voor een open, brede genderidentiteit en/of seksuele identiteit. Vaak noemen mensen zichzelf queer als ze zichzelf niet een vaststaande gender en/of seksuele identiteit toekennen, of die afwijzen.
Een non-binair persoon is iemand die zich niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën man of vrouw en zich beter voelt bij een andere, niet-binaire, genderidentiteit. Dit uit zich soms in de genderexpressie, door mannelijke en vrouwelijke kenmerken te combineren of net te verwerpen.
Transseksuele man = (transman) iemand geboren als meisje die een mannelijke genderidentiteit heeft. Ook wel vrouw-naar-man transseksueel, transman, FtM of vm-er genoemd. Transseksuele vrouw = (transvrouw)iemand geboren als jongen die een vrouwelijke genderidentiteit heeft.
Cisgender of cisseksueel (verkorte vorm cis) betekent een genderidentiteit die overeenkomt met het geboortegeslacht. Het is de tegenhanger van transgender en transseksueel, waarbij het geboortegeslacht en de genderidentiteit niet overeenkomen.
Vaak wordt de term uitgelegd door het verschil tussen sekse en gender te noemen. De term 'sekse' verwijst naar onze biologische eigenschappen, zoals de chromosomen, voorplantingsorganen en hormonen. Gender is juist gebaseerd op sociale factoren; zoals de opvattingen die we hebben en de opvoeding die we krijgen.
Dan ben je voortaan een 'hen' - De Correspondent. Het is een groot probleem voor mensen die zich geen vrouw of man voelen. Dat de taal hen alsnog bestempelt als 'hij' of 'zij. ' De nieuwe voornaamwoorden 'hen' en 'hun' moeten niet alleen hun emancipatie mogelijk maken, maar die van iedereen.
Kort gezegd is geslacht aangeboren en gender aangeleerd. Wanneer je geboren wordt, wordt er aan de hand van je geslachtsdelen bepaald of je een meisje of een jongen bent. Dit is dus je geslacht. Maar door je opvoeding en invloeden van buitenaf, zoals je cultuur en de samenleving ontwikkel je je gender.
De meeste mensen met een intersekseconditie zijn onvruchtbaar. Er zijn echter condities waarbij wel degelijk zaadcellen of eicellen worden geproduceerd. Bij ovotesticulaire DSD, bijvoorbeeld, is vaak sprake van werkzame geslachtsklieren, hoewel het nooit mogelijk is dat men zichzelf zou bevruchten.
In principe kan een hermafrodiet dier zijn eigen eieren bevruchten met eigen sperma, omdat de bervruchting meestal uitwendig plaatsvindt.