meisje of vrouw die je kind is `
Een dochter is een vrouwelijke nakomeling , en hoewel het meestal verwijst naar de relatie van het vrouwelijke kind met haar ouders, kan het ook worden gebruikt om een soortgelijke relatie aan te duiden, zoals de organisatie "Daughters of the American Revolution".
(v.) Afbreekpatroon: klein·doch·ter Verbuigingen: kleindochters (meerv.) Verbuigingen: kleindochtertje (verkleinwoord) een dochter van iemands kind, een vrouwelijk kleinkind .
dochter, juf, mop, kind, jonkvrouw, maagd, spriet, grietje, meid, jongedame, juffrouw, griet, mokkel, moppie, meiske, por, deerne, chick, freule, troel, deerntje, deern, girl, jonge vrouw, jongejuffrouw, kalle. dochteronderneming (zn) : dochter, dochtermaatschappij.
tot .. jaar. van 4 tot en met 11 jaar (dit betekent van 4 tot 12 jaar)
Zodra een kind geen kleuter meer is, vanaf 6 jaar, noemen we het ook wel een schoolkind. Of basisschoolleerling. In Nederland zijn kinderen vanaf 5 jaar verplicht om onderwijs te volgen. Tot 11- of 12-jarige leeftijd krijgen ze les op de basisschool, waarna ze uitvliegen naar het voortgezet onderwijs.
De eerste betekent tot, de tweede betekent tot en met. Dus "Van 9 tot 12" betekent dat de 12 niet is inbegrepen en "van 9 tot en met 12" betekent dat de 12 is inbegrepen.
meisje of vrouw die je kind is
`
Onder pluskinderen wordt begrepen de kinderen van de huwelijkspartner of de wettelijk samenwonende partner.
moeder (zn) : moe, mama, moedertje, moer, moes, ma, mam, mams, mammie, mamma, moeke, moesje, mère, moederlief, mater. moe (zn) : mama, moedertje, moeder, moes, ma, mam, mams, mammie, moeke, moesje, moederlief.
Het kind van een neef of nicht is een achterneef/achternicht. Hier is opnieuw onderscheid tussen een kozijnskind van een kozijn en een achterneef/achternicht van een oom- of tantezeg(st)er.
Nu mensen pas laat kinderen krijgen zijn veel overgrootouders al gaan hemelen. Maar in vorige generaties had je ze nog volop. Do's oma was ook overgrootmoeder toen ze stierf. Haar achterkleinkinderen noemden haar 'superbomma'.
Het woord dochter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Begripsverklaringen. Een buitenhuwelijks kind is een kind van ouders die niet met elkaar gehuwd zijn. Eenvoudige buitenhuwelijkse kinderen zijn buitenhuwelijkse kinderen van wie de ouders niet met elkaar willen trouwen.
De grootouders worden ook als tweedegraads familie beschouwd. De kinderen van die grootouders zijn ooms (mannelijk) en tantes (vrouwelijk). Dit is derdegraads familie, omdat er drie stappen tussen zitten: kind → ouder → grootouder → oom (nonkel) of tante.
De vader en moeder van wie het DNA in het kind zit, worden de biologische ouders genoemd. Juridische ouders zijn wettelijk familie van het kind. Maar zij hoeven niet biologisch verwant te zijn met het kind. Zoals bijvoorbeeld bij adoptie.
Het mannelijke equivalent is een zoon .
Het komt ook voor dat kinderen hun stiefouders juist graag papa of mama willen noemen. Bijvoorbeeld als de biologische ouder uit beeld is of de stiefouder al lange tijd een actieve rol speelt in het leven van het kind. Hoe noem jij je stiefkinderen? Er zijn stiefouders die hun stiefkinderen 'zoon' of 'dochter' noemen.
Het meisje droeg een zak sinaasappelen. (De persoon die de sinaasappelen droeg is een jonge vrouw. We weten niet wie haar ouders zijn, en dat doet er in deze context ook niet toe.) Het zelfstandig naamwoord dochter wordt gebruikt om te praten over een vrouwelijke persoon van elke leeftijd, bij het identificeren van de moeder en/of vader van deze vrouwelijke persoon.
een vrouwelijk kind of persoon in relatie tot haar ouders . elke vrouwelijke afstammeling.
- Schoonzoon/schoondochter: de man of vrouw van zoon of dochter (= aanverwant). - Zwager/schoonzus: de man of vrouw van broer of zus en de broer of zus van man of vrouw (= aanverwant).
Officieel begint een nieuwe dag om 00:00:00, maar in het spraakgebruik rekent men in situaties waarin mensen pas na middernacht gaan slapen vaak de tijd vóór het slapen gaan tot de oude dag.
Als er geen tijdstip wordt genoemd, maar een periode, zijn misverstanden mogelijk. Het is dan de vraag tot hoever, dat wil zeggen tot welke begrenzing van de periode, men rekent. In Nederland worden combinaties met tot vaak zo opgevat dat de genoemde einddatum (dag, week, maand, jaar en dergelijke) niet inbegrepen is.
Bij 'uiterlijk' gaat het altijd om een tijdsverloop waar je een punt aanwijst dat je niet mag passeren. Bij de eerste betekenis gaat het om het normale tijdsverloop van verleden naar toekomst: vanaf nu tot de afspraak is het niet later dan maandag.