- De bloeddruk wordt aan de linkerarm gemeten. De kleding van de deelnemer moet dusdanig zijn dat de linker bovenarm ontbloot kan worden. (jas, vest ed uit).
Bij 2 patiënten vonden de onderzoekers grote verschillen in bloeddruk tussen de linker- en rechterarm (systolisch verschil 76 en 42 mmHg). Dit verschil werd veroorzaakt door een obstructieve arteriële ziekte. Bij de overige patiënten bleek de bloeddruk aan de rechterarm steeds een paar mmHg hoger.
Meet de bloeddruk aan de arm die het minst gebruikt wordt, tenzij een arts anders adviseert. De minst gebruikte arm (bijv.linkerarm bij rechtshandigen) heeft minder spiervorming, wat de meting accurater maakt.
Een verschil van 10mmHg in de bovendruk blijkt verband te houden met een verhoogde kans op perifeer arterieel vaatlijden. Een verschil van 15mmHg in de bovendruk in de linker- en rechterarm bleek een verband te hebben met schade aan de hersenvaten en een groter overlijdensrisico.
Onderzoeken bevestigen zelfs, dat het thuis meten van de bloeddruk een beter beeld geeft dan de metingen in de spreekkamer van de huisarts. Dit komt, omdat metingen bij de huisarts spanningen met zich mee kunnen brengen. Volgens de Hartstichting is een meting via de bovenarm betrouwbaarder dan via de pols.
Bij het meten van de bloeddruk is het belangrijk om consequent dezelfde arm te gebruiken. De meeste mensen gebruiken hun linkerarm om de bloeddruk te meten, maar sommigen gebruiken hun rechterarm als ze linkshandig zijn of als de linkerarm geblesseerd is.
Sommige polsbloeddrukmeters kunnen nauwkeurig zijn als ze precies worden gebruikt zoals voorgeschreven en worden gecontroleerd aan de hand van metingen die in een medische praktijk zijn uitgevoerd . Voor de meest betrouwbare bloeddrukmeting raadt de American Heart Association aan om een meter te gebruiken met een manchet die om uw bovenarm gaat, indien beschikbaar.
Een significant verschil tussen de systolische bloeddrukmetingen in beide armen kan wijzen op een vernauwing of verstijving van de slagaders , wat de bloedstroom kan beïnvloeden.
Verschillen in de bloeddruk in de linker- en rechterarm van 15 mmHg of meer wijzen op de aanwezigheid van perifeer arterieel vaatlijden en op een verhoogd overlijdensrisico. Dat blijkt uit een meta-analyse in The Lancet, waarin de auteurs stellen dat de bloeddruk voortaan standaard in beide armen gemeten moet worden.
Een 3-voudige bloeddrukmeting met korte tussenpozen verbetert de nauwkeurigheid, maar moet met zorg worden uitgevoerd. Te vaak achter elkaar meten kan ongemak en schade aan de bovenarm veroorzaken, afhankelijk van de conditie van de arm en het type bloeddrukmeter.
Metingen met één arm, vergeleken met metingen met twee armen, kunnen de prevalentie van hypertensie onderschatten. Als metingen met twee armen echter niet beschikbaar zijn, wordt de voorkeur gegeven aan de rechterarm voor het meten van de bloeddruk, vooral bij vrouwen.
Je gaat twee keer per dag je bloeddruk meten: 's ochtends tussen 6-9 uur en 's avonds tussen 18-21 uur. Buiten deze tijden zal de bloeddrukmeter niet meten.
Enkel-arm index (EAI) hoger dan 1,0? De bloeddruk in uw enkel is gelijk of hoger dan die in uw arm. Als een eenmalige meting van de EAI hoger is dan 1,1, dan is een vernauwing in de slagader van uw been vrijwel uitgesloten. Dit is ook het geval als het gemiddelde van 3 metingen hoger is dan 1,0.
In de Europese richtlijn (Visseren, 2021) wordt een systolische bloeddruk < 140 mmHg geadviseerd bij ouderen > 70 jaar en tot 130 mmHg als het goed verdragen wordt.
Bij zeer hoge waarden kun je last hebben van hoofdpijn in het achterhoofd, sneller vermoeid geraken en vlugger kortademig. Je kunt wel symptomen hebben van de aandoeningen die aan de basis liggen van de hypertensie zoals algemene zwakte, misselijkheid, obstipatie, hartkloppingen, warmteopstoten.
Voor vitale ouderen (> 80 jaar) kan veilig de streefwaarde gehanteerd worden van < 140 mmHg, of tot 130 mmHg als de patiënt de behandeling goed verdraagt.
- De bloeddruk wordt aan de linkerarm gemeten. De kleding van de deelnemer moet dusdanig zijn dat de linker bovenarm ontbloot kan worden. (jas, vest ed uit).
De bloeddruk varieert gedurende de dag. 's Nachts is de bloeddruk het laagst. De bloeddruk stijgt 's morgens bij het ontwaken en daalt in de loop van de dag. Aan het einde van de dag stijgt deze weer wat. De bloeddruk stijgt ook tijdens het sporten of bij stress, heftige emoties of pijn.
Bloeddruk per leeftijd meten
Een normale bloeddruk bij volwassenen ligt dus tussen de 120/80 en 130/89 mmHg. Dit getal kan variëren, soms ook afhankelijk van de leeftijd. Bij oudere volwassenen kan een iets hogere bloeddruk acceptabel zijn, waar een lagere bloeddruk bij kinderen vaker voorkomt.
Ook na activiteit is uw bloeddruk vaak hoger. Daarom meten we bij de vasculaire screening uw bloeddruk als u een tijdje rustig gezeten hebt. Soms is de bloeddruk aan de linker arm anders dan aan de rechter arm. Daarom meten we de bloeddruk aan beide armen.
De meest bekende klacht bij een lage bloeddruk is duizeligheid. Dit ontstaat meestal zomaar opeens, bijvoorbeeld wanneer je ineens opstaat. Het bloed heeft dan onvoldoende kracht om door de aderen te stromen, waardoor de hersenen en longen te weinig bloed krijgen.
Je bloedvaten worden nauwer, en de kans op een hartinfarct of beroerte neemt toe. Hartfalen: bij een hoge bloeddruk moet het hart ook steeds harder werken om het bloed rond te pompen. Je hartspier wordt dan dikker en stijver. De pompkracht neemt af en er kan hartfalen ontstaan.
Een gezonde bloeddruk ligt onder 140/90 mmHg, maar het risico op hart- en vaatziekten neemt toe als de bloeddruk stijgt. Waarden vanaf 140/90 mmHg worden als hoge bloeddrukwaarden beschouwd. Ernstig verhoogde waarden zijn gevaarlijke bloeddrukwaarden en liggen boven 180/110 mmHg.
Om een zo betrouwbaar mogelijke schatting van de bloeddruk te verkrijgen, zijn gestandaardiseerde condities van belang: Zittend, na 3-5 minuten rust,Minstens 2x en aan dezelfde arm.
Je meet de bloeddruk twee keer 's morgens en twee keer 's avonds. Vooraleer je de bloeddruk meet, moet je vijf minuten rusten. Tussen de twee opeenvolgende metingen, wacht je twee minuten. Noteer telkens het gemiddelde van deze twee metingen.