Carnac, Bretons: Karnag, is een gemeente aan de zuidkust van Bretagne in Frankrijk. De gemeente ligt in het departement Morbihan en in het arrondissement Lorient. De gemeente telde 4.223 inwoners op 1 januari 2021. De plaats is bekend vanwege de talrijke prehistorische monumenten die in de omgeving te vinden zijn.
De Megalieten van Carnac zijn rijen van menhirs (steenrijen) op verschillende plekken in Carnac in Frankrijk. De stenen staan over een afstand van 8 km over 4 gehuchten in Carnac. Bekende steenpatronen in Carnac zijn die van Le Menec en Kermario.
Een menhir is een plek waar rituelen een rol spelen. Net als hunebedden zijn ze een heilige plaats waar de mensen bezig zijn met hun geloof en rituelen.
Een menhir is een grote staande steen uit de late steentijd. Zo'n steen is niet altijd enorm groot; vele zijn slechts een meter hoog. De menhirs zijn door prehistorische volken gebruikt voor het maken van formaties van megalieten. Deze formaties kunnen lijnen (steenrij) zijn of kringen (steencirkel).
Prehistorische volkeren zetten de stenen op verschillende plekken op aarde neer. Menhirs zijn te zien in Europa, Afrika en Azië maar komen het meest voor in West-Europa. De stenen werden ongeveer 4000 tot 6000 jaar geleden geplaatst.
Menhirs zijn vaak staande stenen, die net als de hunebedden uit de late steentijd stammen, dus zo'n 5000 jaar oud zijn. De naam menhir is uit het Bretons afkomstig: maen betekent steen en hir betekent hoog.
De hunebedden zijn de oudste, zichtbare archeologische monumenten van Nederland. Het zijn de collectieve grafmonumenten van een prehistorische boerencultuur. Deze dankt haar naam, 'Trechterbekercultuur', aan de karakteristieke vorm van het aardewerk dat in grote hoeveelheden in de hunebedden is aangetroffen.
Dolmen worden veelal beschouwd als begraafplaatsen en menhirs als grenspalen. Deze voorstelling is echter te simplistisch.
Veel later denken bewoners van het gebied dat de keien door 'huynen' – reuzen – gedragen en op elkaar gestapeld zijn. Wie anders zou zijn grote steen van wel twintigduizend kilo kunnen versjouwen? Vandaar de naam 'huynebed' (later hunebed).
megaliet, megalitisch bouwwerk. Een megaliet is een enorm grote steen, denk aan Obelix' draagsteen (menhir). Een megalithisch bouwwerk is een constructie van één of meer reuzenstenen. Megalieten komen solitair voor maar vormen ook hunebedden en andere prehistorische complexen.
Hunebedden zijn de restanten van stenen grafkelders waarin het boerenvolk dat het noorden van ons land circa 5400 jaar geleden bewoonde, zijn doden bijzette. Vrij algemeen wordt aangenomen dat het massagraven waren, waarin veel generaties een laatste rustplaats kregen.
Het Trechterbekervolk bouwden de hunebedden voor hun overledenen. Als er iemand was overleden, werd hij of zij begraven in een hunebed. Het was een gemeenschappelijk graf, want alle overledenen lagen hier bij elkaar. Soms lagen er wel honderden overledenen bij elkaar begraven in een hunebed.
In die tijd was er nog geen landsgrens zoals nu, laat staan een provinciegrens. Op de plekken waar stenen te vinden waren, bouwden ze hunebedden op hogere plaatsen in het landschap. In Drenthe liggen op de Hondsrug de meeste hunebedden, omdat dit gebied hoger ligt en stenen daardoor makkelijker te verzamelen waren.
De hunebedden zijn gebouwd door de mensen van de Trechterbekercultuur in de Nieuwe Steentijd (3400 – 2850 voor Chr.), het waren jagers-verzamelaars-boeren. Deze boeren in Noord-Nederland waren grotendeels afhankelijk van de jacht en het verzamelen. Verzamelen was heel belangrijk voor de hunebedbouwers.
Bij het dorpje Bronneger liggen vijf hunebedden dicht bij elkaar, je vind er hunebed D21, dat waarschijnlijk het oudste hunebed van Nederland is, en D22, het kleinste hunebed van Nederland.
Obelix gebruikt zijn menhirs bij gelegenheid als projectiel, zoals Panoramix, Amnesix, Pincodus en Nogalfix tot hun schade mochten ervaren, meestal met verregaande gevolgen voor het mentaal welzijn van hun slachtoffers (De strijd van de stamhoofden en Asterix en Latraviata).
In eerste instantie werden stenen met de hand gevormd uit een bal klei, maar al snel deed de vormbak zijn intrede, waarmee series stenen gemaakt kunnen worden van (ongeveer) gelijke afmetingen en structuur. In Europa werd baksteen voor het eerst door de Romeinen op grote schaal toegepast.
D27 Borger
Dit hunebed bevindt zich pal naast het Hunebedcentrum en is met zijn lengte van 22,5 meter, 9 dekstenen op 26 draagstenen en 2 sluitstenen en een complete poort het grootste hunebed van Nederland. En ook het meest complete en zonder twijfel ook het meest fotogenieke.
De hunebedbouwers zagen er niet veel anders uit dan wij, maar waren wel kleiner: tussen de 155-165 centimeter. De mensen zullen een lichte huid hebben gehad met blond of bruin haar en blauwe ogen. Onze hunebedbouwers – de eerste boeren in het noorden van Nederland.
D43 Emmen Schimmeres
Dit hunebed is uniek in Nederland, want deze formatie stenen is wat men een langgraf noemt. Uit de trechterbekercultuur komen ze o.a. in Duitsland voor, maar dit is het enige langgraf in Nederland. Onder de lokale bevolking staat het bekend onder de naam "Bruyn Stien".
De hunebedden zijn grafkamers van stenen waarin meerdere mensen werden begraven. De overledenen kregen eten en drinken in potten mee, maar ook gereedschap, sieraden en wapens. Deze grafgiften bewijzen dat de hunebedbouwers geloofden in een tweede leven of leven na de dood.
De hunebedden zoals wij ze kennen zien er heel anders uit dan ze ooit gebouwd zijn. De stenen, soms wel 20.000 kilo zwaar, zijn vermoedelijk eerst op een zelfgebouwde heuvel getrokken.Zo lagen ze hoog boven de grond. Vervolgens werden de zijkanten van de heuvel uitgegraven om de draagstenen te plaatsen.
In de hunebedden lag een keienvloer oftewel een vloer gemaakt van keitjes.Bij opgravingen werden ook afscheidingen in de grafkamer gevonden. Dus mogelijk was de grafkamer in meerdere ruimtes verdeeld, zie hieronder. De overledenen lijken op de keivloer te zijn neergelegd met daar omheen grafgiften.
Een hunebed is opgebouwd uit twee draagstenen en een deksteen. Aan de voor en achterkant werden ook stenen geplaatst; de sluitstenen. De ingang was afgesloten met een grote steen of houten deur. Tussen de grote draagstenen zaten kleinere stenen en de vloer was gemaakt van keien.