Maximaal drie tijdelijke contracten, over een totale duur van drie jaar. In de cao kan dat in specifieke gevallen verruimd worden tot meer contracten. Bij de berekening van de periode van drie jaar tellen periodes van zes maanden (of korter) tussen de tijdelijke contracten mee.
Veranderingen flexwerkers door Wet Werk en Zekerheid
Geen proeftijd: in tijdelijke contracten korter dan zes maanden mag geen proeftijd meer worden opgenomen. Geen concurrentiebeding of relatiebeding: in tijdelijke contracten mag ook geen concurrentiebeding of relatiebeding meer worden opgenomen.
Sinds 1 januari 2020 gaat een tijdelijk contract automatisch over in een vast contract als een werknemer meer dan 3 opvolgende tijdelijke contracten heeft gekregen. Of als een werknemer langer dan 3 jaar meerdere tijdelijke contracten bij zijn werkgever heeft gehad. Tenzij er in de cao andere regels staan.
Bij een flexibel contract ligt het niet vast hoeveel uur u werkt. Het kan gaan om een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd. De flexibele contracten die het meest voorkomen zijn nul-urencontracten en min-maxcontracten.
Hoewel werkgevers in eerste instantie profiteren van de lagere personeelskosten, kan flexwerk op de lange termijn de productiviteitsgroei en het innovatievermogen schaden. Daarnaast hebben werknemers zonder vast contract te kampen met onzekerheid en doorgaans lagere lonen.
Een urenbank (ook wel flex-uren of plus-min-urenregeling) kun je vergelijken met een bankrekening, maar dan niet met geld maar met gewerkte uren. Als je in een week méér werkt dan in je contract staat, worden die extra uren op je urenbank geschreven. Dit zijn plus-uren.
Voor elke periode waarin u werkt, krijgt u een nieuwe tijdelijke arbeidsovereenkomst. De werkgever betaalt loon over de uren die u werkt. Bij 3 opeenvolgende contracten ontstaat een vast dienstverband. Ook krijgt u een vast contract als u langer dan 3 jaar meerdere tijdelijke contracten heeft gehad.
Voor elke keer dat u gevraagd wordt om te komen werken en ook daadwerkelijk aan het werk bent gegaan, moet u minimaal 3 uur loon uitbetaald krijgen. Dus ook als u bijvoorbeeld als oproepkracht door uw werkgever voor 1 of 2 uur wordt opgeroepen.
Wettelijk recht op rust
Na een werkdag mag u minimaal 11 aaneengesloten uren niet werken. De rustperiode van 11 uur mag eens in de 7 dagen ingekort worden tot minimaal 8 uur. Maar dit mag alleen als het nodig is voor het werk.
Voor de rechtspositie geldt dat de wettelijke ketenregeling van toepassing is zoals bij de inlener: op dit moment (april 2022) maximaal drie tijdelijke contracten in drie jaar.
U mag een tijdelijk contract maximaal 2 keer verlengen binnen 3 jaar. In totaal kunt u dus 3 tijdelijke contracten afspreken. Dit geldt voor de tijdelijke contracten die op of na 1 januari 2020 eindigen. Ook als het contract al voor 1 januari 2020 is aangegaan.
Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd loopt normaal gesproken 'gewoon' af. Geldt de arbeidsovereenkomst voor één jaar, dan loopt hij ook simpelweg af nadat die tijd is verstreken. Het is natuurlijk wel mogelijk om de arbeidsovereenkomst te verlengen zodat de werknemer gewoon in dienst kan blijven.
De meeste flexwerkers (57%) hebben na ontslag recht op WW. Van de overige 43% procent zal ook een groot deel recht hebben op WW, bijvoorbeeld omdat zij meer dan zes maanden onafgebroken werken bij dezelfde werkgever, of daarvoor bij een andere werkgever hebben gewerkt.
Als u zelf de uitzendovereenkomst wilt beëindigen, kunt u dit in fase A (meestal de eerste 78 weken van de uitzendovereenkomst) met onmiddellijke ingang doen. Wel hoort u dit het uitzendbureau minimaal een (1) werkdag van tevoren te melden zodat zij kunnen proberen om voor vervanging bij de inlener te zorgen.
Een flexibele arbeidsrelatie is eigenlijk elke relatie tussen een werkgever en een persoon die arbeid voor hem of haar verricht, met wie niet een vast aantal werkuren per week of maand is afgesproken voor onbepaalde tijd.
Uw werkgever mag uw werktijden veranderen als dit in uw contract, cao of bedrijfsregeling staat. Deze afspraak heet een wijzigingsbeding. Het betekent dat uw werkgever zonder uw toestemming uw werktijden mag veranderen. Hij moet daar wel een belangrijke reden voor hebben, bijvoorbeeld een verplichte reorganisatie.
Het tijdelijk niet voldoende werk hebben, komt in beginsel voor rekening en risico van jou als werkgever. Als werkgever moet je dan ook gewoon het loon over de niet gewerkte uren doorbetalen. Wel kan het in dat geval zijn dat de werknemer min-uren opbouwt. De werknemer moet deze uren op een later moment inhalen.
De werkgever heeft, volgens de wet, een 'instructiebevoegdheid'. Dat is ook logisch: zou een werkgever zijn medewerkers niets mogen verplichten, dan heeft hij niets aan zijn werknemers. Die blijven dan thuis, omdat het niet mogelijk is om ze te verplichten op het werk te verschijnen.
Heeft u een cao (of bedrijfsregeling) waarin iets is geregeld over pauzes? Dan mag er in die cao van de wet worden afgeweken. Maar geldt nog steeds: minimaal 1 pauze van 15 minuten na 5,5 uur werken. U mag een werkdag niet beginnen of eindigen met een pauze.
Heb je de afgelopen maanden minuren opgebouwd, omdat je simpelweg niet kon werken? Dan worden deze waarschijnlijk kwijtgescholden. Maar alleen als je écht niet kon werken. Kom je - zonder geldige reden - niet opdagen op je werk, dan moet je de uren op een later moment inhalen.
Regels over pauzes
Bij werkdagen van meer dan 5,5 uur heeft de werknemer recht op twee pauzes van minimaal 15 minuten (of één pauze van 30 minuten). Duurt een dienst 10 uur of meer, dan moet je de werknemer drie pauzes van minimaal 15 minuten geven (of één pauze van 45 minuten).
Nadelen: Na een halfjaar (26 weken) moet je een vast aantal uren uitbetalen*. Risico op tussentijds ontstaan vaste arbeidsovereenkomst. Loondoorbetaling bij ziekte (na 6 maanden).
Een nul uren contract beëindigen door iemand niet meer op te roepen is niet mogelijk. Er is alleen sprake van ontslag als een tijdelijk contract verloopt of als de werkgever de arbeidsovereenkomst op de juiste manier opzegt. Dit kan bijvoorbeeld met een vaststellingsovereenkomst.
De werkgever moet een oproepkracht minimaal vier dagen voor aanvang van de dienst oproepen. Dit moet schriftelijk of elektronisch. In sommige cao's is deze opzegtermijn verkort, maar nooit korter dan 24 uur.