Dat betekent dat we dezelfde hoeveelheid zout in 5 keer zoveel water willen hebben. Je hebt nu 1 L water, 1 x 5 = 5 je wil dus naar een totaal van 5 L water toe. Je hebt al 1 L water, daar moet je dus nog 4 L water aan toevoegen.
Om een 1:4-oplossing te verkrijgen, moet u 2 delen medicatie gebruiken voor elke 2 delen vloeistof. Dit betekent dat u 8 ml medicatie nodig heeft (2 delen medicatie) en 8 ml vloeistof om een totaal volume van 16 ml te bereiken.
De algemene formule voor het berekenen van een verdunning is: C 1V 1=C 2V 2, waarbij C 1 en C 2 staan voor de concentraties van de begin- en eindoplossingen, en V 1 en V 2 hun volumes voorstellen. Concentraties en volume zijn dus heel belangrijk bij verdunningen!
Ik heb ooit geleerd: 1 op 3 betekent dat je 1 deel X hebt tegenover 3 delen water. Totaal 4 delen, dus X = 1/4 van het totaal. 1 van de 3 betekent: je hebt 1 deel X en het totaal is 3 eenheden, dus je moet 2 delen water toevoegen.
“12 liter” delen door “1+2” = 4 liter product.De rest van de 12 liter moet je bijvullen met water. Dit kun je in dit geval simpelweg berekenen door 4 liter product af te trekken van de hoeveelheid eindproduct = 12 – 4 = 8 liter water.
Leg uit dat de verhouding 1 op 5 is. Dat wil zeggen dat het verbruik van de auto 1 liter benzine is per 5 kilometer. Laat de tabel zien en leg uit dat je het totaal aantal kilometers deelt door de kilometers per liter (60 : 5= 12).
Kwart is de benaming voor het breukgetal 1/4 (¼), dus een gedeeld door vier. Deelt men iets in vier gelijke delen, dan is elk deel een kwart. Letterlijk betekent kwart 'een vierde deel' (uit het Latijn quartus 'vierde').
De snelheid van Teun verhoudt zich tot de snelheid van Peter als 1 : 2. Dit spreek je uit als: één staat tot twee. Als Teun 17 kilometer per uur fietst, dan fietst Peter twee keer zo snel, dus 2 x 17 = 34 kilometer per uur.
Dat doet hij door er een ander gebruik van '1 op 3' bij te betrekken, namelijk: als je zegt dat één op drie mensen diabetes krijgt, wil dat zeggen dat de ziekte 1 persoon wel en 2 personen niet treft.
De schaal wordt vaak geschreven als breuk met ":" als delingssymbool. Als het model 10 maal zo klein is als het origineel, is de vergrotingsfactor 0,1, of anders geschreven 1 : 10 (uitgesproken als: een op tien). Dit geeft dus aan dat 1 cm van het model 10 cm van het origineel betreft.
Op het moment dat je 10x moet verdunnen, betekent dat 1 deel oplossing en 9 delen water. Dus bijvoorbeeld 1,0 ml standaardoplossing en 9,0 ml water. Op het moment dat je 25 x moet verdunnen, betekent dit 1 oplossing en 24 delen water.
Een verdunning is een verlaagde concentratie van een bepaald product in oplossing. Een verdunning wordt gemaakt door een stockoplossing aan te lengen met een volume van een neutrale vloeistof.
verdunningsregel: De verdunningsregel, c1 .V1 = c2 .V2 , kan gebruikt worden om het volume van een geconcentreerde oplossing te berekenen dat je nodig hebt voor het bereiden van een verdunning.
1:50 staat voor 1 liter olie op 50 liter benzine. Neem je een Jerrycan van bijvoorbeeld 5 liter, dan doe je er 0,1 liter (=100cc of ook wel 100ml) olie bij.
1 : 50 = 1 deel olie + 50 delen benzine. Voor een mengverhouding 1: 50 heb je vijf liter benzine en 0,10 liter (100 ml) motorolie nodig, liefst STIHL tweetaktmotorolie.
Voorbeeld 1 verdunning 1: 10:
Van 100% alcohol moet een verdunningsreeks gemaakt worden met een factor 10. Pipetteer 10 ml 100% alcohol in reageerbuis 1 en vul 5 of meer reageerbuizen met 9 ml water. Pipetteer 1 ml uit reageerbuis 1 breng die over naar buis 2 en schudt.
Van breuk naar procenten
Dus: 1/5 deel = 1/5 × 100 % = 100/5 % = 20 %
Wanneer iets 1/3 deel is van iets anders, kan je de breuk omzetten naar een kommagetal: 1/3 = 0,33...Dit wil dan zeggen dat het ongeveer 33 % zal zijn. (Het kommagetal x 100, dus.) Dit is logisch, aangezien een 'geheel' steeds 100 % is. 1/3 daarvan is 33,33...
Je benzinekosten berekenen is eigenlijk heel eenvoudig. Je auto loopt bijvoorbeeld 1 op 20, dat betekent dat je auto 20 kilometer kan rijden op 1 liter brandstof. Geeft je auto het verbruik in liters aan dan betekent het dat je auto zoveel liter brandstof nodig heeft om 100 kilometer af te leggen.
Deze breukenkaart laat overzichtelijk zien wat een achtste is. Een hele is verdeeld in acht gelijke stukken, oftewel: 1 : 8 =. Daar hoort het kommagetal 0,125 en het percentage 12,5% bij.
Om het oorspronkelijke getal te vinden voordat een percentage werd toegevoegd of afgetrokken, deel je het gegeven getal door 1 plus of min het percentage (in decimale vorm). Bijvoorbeeld, als je wilt weten welk getal 110 is na het toevoegen van 10%, deel je 110 door 1,10, wat gelijk is aan 100.
Daarmee wordt bedoeld hoeveel kilometer je kunt rijden op 1 liter brandstof. Om even een voorbeeldje te geven: als je auto 5 liter per 100 km verbruikt heb je een hele zuinige auto. Je rijdt dan 1 op 20.
Als je erop rekent dat 2 mensen samen 1 fles cola opdrinken, dan krijg je de verhouding aantal mensen : aantal flessen cola = 2 : 1. Stel nou dat er totaal 10 mensen op je feestje komen, dan krijg je de verhouding aantal mensen : aantal flessen cola = 10 : 5.
Gebruik de verhouding 1:40 (1 deel olie op 40 delen benzine). Als vuistregel telt u dus voor 1 liter benzine zo'n 0,025 liter (25 ml) synthetische olie. Let op: de dosering kan echter variëren afhankelijk van het type en de leeftijd van de motor.