Heeft je kind moeite om op het potje of op de wc te gaan zitten, ga dan vooral niet pushen.Hou het leuk en begeleid hem op een respectvolle en liefdevolle manier naar de wc of het potje. Blijf erbij als hij zijn behoefte doet. Geef duidelijk aan wat je van hem verwacht en zorg dat het leuk is.
Het is belangrijk te voorkomen dat het plassen en poepen op het potje een machtsspelletje wordt. Dit doe je door rustig en neutraal te reageren wanneer je kindje niet op het potje wil. Leidt je kindje even af met iets anders en probeer het later opnieuw. Dwing je kind niet om op het potje te gaan.
Ook de duur van de zindelijkheidstraining verschilt heel erg per kind. Sommigen hebben het opeens te pakken en zijn dan binnen twee dagen zindelijk, maar soms duurt het ook maanden. Meestal gaan we uit van drie tot vier weken voordat een kindje overdag zindelijk is.
Wat kan er fout lopen bij de zindelijkheidstraining? Het hanteren van te strikte hygiëne thuis kan ervoor zorgen dat het kind vies wordt van andere toiletten. Het kind is thuis vaak gewoon van in een paleis naar het toilet te mogen gaan, maar op school is dit meestal niet het geval.
Het kan zijn dat je kind bijvoorbeeld poept of plast in bed of kleding. Sommige kinderen doen dit met opzet, maar het kan ook zijn dat dit per ongeluk gaat. Bij jonge kinderen hoort dit nog bij het ontwikkelingsniveau, maar vanaf 4 a 5 jaar kan dit een probleem opleveren.
Als je kind heel expressief is over "poepen" of "plassen" of gromt en hurkt, kan dit erop wijzen dat hij klaar is om met zindelijkheidstraining te beginnen. Je kind kan verlegen zijn en liever alleen worden gelaten op zulke momenten, dat is een ander teken dat hij er klaar voor is.
Je voelt de inco bij de eerste plas al zwaarder worden en daardoor is het gevoel ook anders. Hoe meer je plast, hoe harder en zwaarder de inco lijkt te worden.
Het is goed en gezond als je kind ongeveer zes tot zeven keer op een dag plast. Vaker is geen probleem, minder vaak liever niet. Deze plasmomenten zijn te verdelen over de dag – het beste is 's ochtends twee keer, 's middags drie keer en 's avonds nog eens twee keer.
Sommige peuters plassen zelfs nog veel meer. Maar dat is tegelijkertijd ook goed nieuws. Al deze 'ongelukjes' zorgen er namelijk voor dat hij of zij het gevoel van aandrang leert herkennen. Als een peuter zo'n 20x per dag plast kun je dus goed oefenen.
Redenen voor angst
Bang om in de wc te vallen. Te hard wc papier. Een associatie met poepen en buikpijn of vervelende ervaringen in het verleden, zoals diarree, kapotte billen of luieruitslag. Soms lijken kinderen moeite te hebben om iets van zichzelf te laten gaan.
Overdag én 's nachts
Meestal begin je met zindelijk worden overdag en trek je ze 's nachts nog even een luier aan. Zodra je kindje de dag helemaal droog door komt kan je 's nachts doorpakken. Laat je kindje niet te veel voor bedtijd drinken en voordat hij gaat slapen altijd eerst even op het potje.
Op de leeftijd van 20-30 maanden kunnen de meeste kinderen aangeven dat ze gepoept hebben of moeten poepen. De meeste kinderen zijn met de leeftijd van 2,5-3 jaar overdag droog en met de leeftijd van 3-4 jaar 's nachts droog. Een kind kan eerst 's nachts droog zijn en daarna overdag.
Begin bijvoorbeeld met één tot drie keer per dag. Kijk wat het beste past in het ritme van jouw gezin. Doordat je kind regelmatig op het potje zit, zal hij niet zo vaak nog een keer extra hoeven. Moet hij toch een keer, dan geeft hij dat waarschijnlijk zelf aan, bijvoorbeeld door het potje naar je toe te brengen.
Laat je peuter niet te lang op het potje zitten. Enkele minuten is voldoende. Geef complimentjes, bijvoorbeeld als je kind tegen je gezegd heeft dat het naar de wc moet, iets gedaan heeft of het heeft geprobeerd.
Persoonlijke frequentie. Je hebt baby's die na elke voeding poepen en baby's die één keer per 4 dagen poepen. Als een baby borstvoeding krijgt kunnen er zelfs 10 dagen tussen twee poepluiers in zitten. Bij flesvoeding poept een baby meestal om de 1 tot 3 dagen.
Laat je kindje zonder luier op het potje zitten gedurende een paar minuten, met tussenpozen van twee uur, maar ook 's morgens en direct na het dutten. Voor jongens is het best om ze zittend te leren plassen. Blijf bij je kleintje en lees samen een boekje of speel wat terwijl hij of zij zit.
Wat is een oefenbroekje? Een oefenbroekje is een speciaal broekje dat tussen een luier en een gewone onderbroek in zit. Het is wat dikker dan een onderbroek en kan wat plas opnemen. Toch zijn ze dunner dan een luier en nemen ze meestal geen hele plas op.
Als je wakker wordt gemaakt, zeg je het wachtwoord en ga je naar de wc om te plassen. Dan drink je nog een glas water en ga je weer slapen. Een uur later gebeurt hetzelfde en zo de hele nacht door! Als je tussendoor in je bed plast, dan zal je plaswekker afgaan en word je wakker van het geluid van de wekker.
Leer uw kind de link tussen bepaalde lichamelijke signalen en op het potje gaan. Ziet u dat het nodig moet plassen, zet het dan meteen op het potje. Pak de zindelijkheidstraining positief aan. Beloon uw kind meteen als het op het potje is gegaan.
Mogelijke interventies. Veel problemen met zindelijkheid kunnen preventief worden behandeld door te zorgen voor een gezonde en gevarieerde voeding en voldoende vocht. Probeer te achterhalen wat de bijkomende problemen zijn, zoals angst voor veranderingen, voor geuren of voor loslaten van ontlasting.