Een kind heeft altijd recht op omgang met de niet-verzorgende ouder (of die nu gezag heeft of niet). Ten aanzien van een kind dat 12 jaar en ouder is en dat bij de kinderrechter 'van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouder heeft doen blijken' kan een verzoek tot omgang worden afgewezen.
Het staat je vrij om co-ouderschap te weigeren, al ben je de vader of de moeder. Als je denkt dat co-ouderschap in jullie situatie niet geschikt is, dan is het altijd goed om dat uit te spreken. Het helpt als je met een ander voorstel komt waarvan je denkt iedereen tegemoet te komen.
Een kind mag vanaf zijn 12e verjaardag dus niet zelf kiezen waar hij/zij gaat wonen of hoe vaak hij/zij naar de andere ouder gaat. Pas vanaf het moment dat een kind volwassen is, vanaf zijn/haar 18e verjaardag, mag een kind zelf keuzes maken.
Een co ouderschap beëindigen is niet zomaar mogelijk. De afspraken hiervoor zijn namelijk bij uw scheiding vastgelegd in het ouderschapsplan. Deze kunnen niet zomaar worden veranderd. Dat is alleen mogelijk als zowel u als uw ex-partner achter deze beëindiging staan.
Hoe kunt u tot een wijziging komen? Eenzijdig een wijziging doorvoeren op een bestaande regeling is niet mogelijk. Er moet altijd instemming zijn van de andere ouder. Informeer de andere ouder dan ook dat u tot een wijziging wenst te komen en probeer in overleg tot nieuwe afspraken te komen.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.
De wet schrijft namelijk voor dat zowel de kinderen als de ouders recht hebben op omgang met elkaar. Ouders hebben zelfs de plicht om aan de omgang mee te werken. De rechter kan een ouder het recht op omgang met het kind slechts ontzeggen indien hiervoor zwaarwegende redenen zijn.
Als je tussen de 12 jaar en 16 jaar bent dan moeten jouw ouders luisteren naar jouw mening, maar uiteindelijk beslissen zij dingen als: bij wie je gaat wonen, wanneer en hoe vaak je de ouder ziet waar je niet woont etc. Als je ouders er niet uitkomen, dan beslist de kinderrechter wat goed voor jou is.
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook als je als biologische vader het kind niet hebt erkend heb je recht op omgang. Dit is wettelijk vastgelegd. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans vastgelegd in een ouderschapsplan.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Wanneer er in algemene termen sprake is van een gelijke verdeling van zorg, opvoeding en omgang met het kind, oftewel een 50-50 verdeling, spreken we van co-ouderschap.
De ouder in wiens huishouden het kind woont heeft recht op kinderbijslag. Als de andere ouder het kind ook onderhoudt, bijvoorbeeld door alimentatie te betalen, heeft ook deze ouder ook recht op kinderbijslag.
Overleg als ouder(s) van je kind met de andere ouder(s) over de mogelijkheden en onmogelijkheden van zijn/haar wens. Indien mogelijk met de jongere erbij, zodat deze zich serieus genomen voelt. Ga met elkaar om als ouders en niet als ex-partners. Betrek de jongere in de beslissing geef hem/haar de ruimte.
De kinderrechter vraagt bijvoorbeeld over waar en bij wie je de meeste tijd wilt wonen. Of hoe en hoe vaak je de andere ouder dan zou willen zien. Of wil je juist bij allebei wonen en wil je ze allebei evenveel zien. Allemaal onderwerpen die de kinderrechter bespreekt met het kind.
Zo is de vader die ouderlijk gezag heeft verplicht om bij te dragen in de zorg en opvoeding over het kind. Hij mag ook meebeslissen bij belangrijke aangelegenheden, zoals het verlenen van toestemming voor het aanvragen van een paspoort of het ondergaan van medische behandelingen.
Feitelijk is de enige mogelijkheid die je hebt om oudervervreemding aan te tonen, door een dossier op te bouwen van onwil of inactie van de andere ouder om het contact tussen je kind en jou te bevorderen.
Bij het vaststellen van de omgangsregeling vraagt de rechter hoe hij of zij er tegenaan kijkt. Heeft een kind grote bezwaren tegen omgang met één van de ouders, dan weegt de rechter die bezwaren mee in de beslissing over het al dan niet ontzeggen van de omgang.
In het geval van co-ouderschap, waarbij beide ouders de helft van de zorg voor de kinderen dragen, wordt een maximale afstand van ongeveer 7 kilometer hemelsbreed als richtlijn genomen. Een grotere afstand maakt het vaak lastig om het co-ouderschap in stand te houden.
Zijn jullie inkomens gelijk en is de omgangsregeling echt 50/50 verdeeld, dan hoeft er geen alimentatie betaald te worden. Is er wel een verschil tussen de inkomen, dan zal er wel een alimentatiebedrag afgesproken moeten worden. Dit geldt ook als de kinderen meer bij de ene ouder zijn dan bij de ander.
Controle Belastingdienst en indienen aanvragen co-ouderschap
Mocht je je afvragen hoe de Belastingdienst dit controleert: er worden ad rondom ouderschapsplannen opgevraagd om te toetsen of de aangevraagde toeslagen kloppen met de gemaakte afspraken in het ouderschapsplan.
Het kindgebonden budget is een bijdrage voor ouders van kinderen tot 18 jaar. Je hebt hier tot een bepaald inkomen recht op. Het maakt niet uit of het gaat om je eigen kind, een stiefkind of een pleeg- of adoptiekind.