Om naar personen te verwijzen, is zowel van wie als waarvan correct. Het is aan te bevelen om in formele geschreven taal, bijvoorbeeld in zakelijke teksten, van wie te gebruiken als u naar personen verwijst. Veel taalgebruikers beschouwen die vorm als de meest verzorgde.
Wat is juist: 'de vrouw van wie hij houdt' of 'de vrouw waarvan hij houdt'? Het is allebei grammaticaal juist, maar veel mensen geven op papier de voorkeur aan 'de vrouw van wie hij houdt'. De verwijzing met een voorzetsel + wie wordt bij personen namelijk als de beleefdste vorm gezien.
“Onder wie” wordt gebruikt om aan te geven dat je het over één persoon tussen alle andere hebt. Het wordt alleen voor personen gebruikt. Bijvoorbeeld: “Alle spelers stonden opgesteld, onder wie Seedorf”. ”Waaronder” gebruik je voor een ding/zaak onder vele andere.
In vraagzinnen met waarbij als eerste zinsdeel kunt u het voornaamwoordelijk bijwoord waarbij herkennen aan het feit dat u het kunt vervangen door bij wat of bij wie. Waarbij kan een loopbaanadviseur je helpen? (= bij wat kan een loopbaanadviseur je helpen?)
Volgens een ongeschreven regel mogen zinnen niet met een voegwoord beginnen. Voegwoorden verbinden gewoonlijk een hoofdzin met een voorafgaande hoofdzin.
'Wie wilt' al lange tijd gangbaar
Maar deze vorm wordt echt als een fout beschouwd. 'Wie wilt er een ijsje' is zelfs een zin die tot grote irritatie kan leiden. De taalnorm dat alleen wie wil juist is, is dus nog springlevend, hoe vaak wie wilt ook voorkomt.
Antwoord. Beide verwijzingen zijn correct. Het gebruik van vormen als waarmee, waarvan, waarover enzovoort om naar personen te verwijzen is algemeen gebruikelijk in spreektaal en het komt ook geregeld voor in informele schrijftaal.
onder dat wat is genoemd of onder dat waar je naar verwijst
Voorbeelden: `Waar valt dit onder?`, `Er zijn veel kerken in de stad, waaronder enkele middeleeuwse. `
Er zijn vijf stoelen waarvan de zitting versleten is. We hebben honderd stoelen, waarvan er vijf een versleten zitting hebben.
We schrijven hiermee aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. De vorm -mee gaat terug op het voorzetsel met. In andere gevallen schrijven we hier mee in twee woorden.
Houd in de zin Houd er er rekening mee dat... staat in de gebiedende wijs. De regel voor de gebiedende wijs is vrij duidelijk en eenvoudig: de gebiedende wijs krijgt altijd alleen de stam. Houd schrijf je dus zonder t.
In de uitspraak valt de d vrijwel altijd weg en is het dus ik hou van jou. Dit gebruik dringt ook steeds meer door in de geschreven taal. Literaire uitgevers hebben daarom vaak een voorkeur voor deze vorm, zeker als het gaat om de weergave van een conversatie.
Hou je aan de snelheidslimiet is wat informeler taalgebruik, meer spreektaal. Maar hou of houd is dus allebei goed. In de spreektaal laten we de slotmedeklinker vaak weg. 'Ik hou van jou' klinkt toch ook beter dan 'Ik houd van jou'.
Door fijn samen te werken, wordt je werkdag leuk. Prettig samenwerken betekent dat je als collega's goed met elkaar omgaat. Bijvoorbeeld door op tijd te komen en elkaar te respecteren. Zo heb je meer werkplezier!
Samen sta je sterker. Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder. Kortom, samen is niet zomaar een woord. Samen is een werkwoord.
Het woord 'dat' wordt gebruikt als je verwijst naar een bepaald zelfstandig naamwoord.Voor onbepaalde verwijzingen gebruik je daarentegen 'wat'.
Een succesvol team bestaat uit teamleden die samen zaken voor elkaar krijgen. Samenwerking is de sleutel tot succes, maar hierbij is het ook belangrijk om het eigen aandeel te dragen. Ieder teamlid draagt zijn of haar eigen deel van de werklast en begrijpt goed waar hij of zij in de bedrijfsvoering past.
Een grote valkuil is dat samenwerken te impliciet gebeurt. Veel teams spreken niet of nauwelijks met elkaar af wie waarvoor verantwoordelijk is. Als dat niet gebeurt kunnen teamleden zich achter elkaar gaan verschuilen. Gedeelde verantwoordelijkheid beperkt dan de individuele verantwoordelijkheid.
Bij veel vacatures wordt gevraagd om een echte teamplayer. Dat betekent vaak dat ze een collegiaal iemand zoeken, die goed kan samenwerken. Collegialiteit is belangrijk bij heel veel verschillende banen.
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Je kunt en je kan zijn allebei correct.
In Nederland wordt je kan informeler gevonden dan je kunt. In België wordt het gebruik van je kan niet als informeler beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn willen en zullen: je wilt / je wil, je zult / je zal.