Over 'houdoe' kan hij zeggen dat iedere streek zijn eigen afscheidsgroet heeft die uit het dialect voortkomt. 'Houdoe' betekent 'houd je', waarmee zoiets als 'houd je goed', 'houd je taai' en 'het ga je goed' bedoeld wordt. Het is een wens dat het goed moge gaan met de ontvanger van de groet.
Er zijn vele Franse woorden vanuit de Franse tijd in het Brabantse dialect blijven 'hangen' die door de tijd verbasterd zijn: de groet (h)oudoe stamt mogelijk af van het Franse woord adieu (A-Dieu).Een andere mogelijke afkomst wordt toegeschreven aan de perioden van de Spaanse Nederlanden.
“Houdoe komt van houd je eigen goed.” Dat werd in Brabant uitgesproken als houdt oe eigen goed. “Eigenlijk betekent 'houdoe' dus houd je.” "In Limburg zeggen ze Haije." Ondanks dat 'houdoe' een samentrekking is van 'houd' en 'je' betekent het wel echt houd je eigen goed.
Typisch Oost-Brabantse woorden zijn zodoende geleuve (geloven), bruur (broer) en zuke (zoeken), naast verkleinwoorden als menneke (mannetje), bömke (boompje), bluumke (bloemetje) en jeske (jasje) en vervoegingen als velt (valt).
Houden, of: zich wel houden, was de gezegswijze voor 'gezond blijven'. En, zo verkleerde de samensteller van het werkje, J.H. Hoehfft: „Een bij het volk zeer gewone wensch is: houd U wel". En van daar 'Houdoe': hoe je doe.
Over 'houdoe' kan hij zeggen dat iedere streek zijn eigen afscheidsgroet heeft die uit het dialect voortkomt. 'Houdoe' betekent 'houd je', waarmee zoiets als 'houd je goed', 'houd je taai' en 'het ga je goed' bedoeld wordt. Het is een wens dat het goed moge gaan met de ontvanger van de groet.
In Noord-Limburg wordt meestal Haije (wah) gebruikt en rondom Nijmegen gebruikt men meestal Houje, als mengvorm tussen Brabants en Limburgs. Hallo - Dag (Daag), Hoi, Hé - Minder formeel.
Een Brabander wordt meteen herkend door de zachte g en de afscheidsgroet houdoe. Deze kenmerken in de taal die wijzen op iemands herkomst heten sjibbolets. Ook binnen onze provincie, dus op kleinere schaal, kennen we sjibbolets.
Brabanders zetten overal het woordje 'ons' voor: ons mam, ons pap en ons opa en oma. Gewoon omdat we het gevoel hebben we dat we allemaal één grote familie zijn.
Houdoe . Houdoe (Nederlandse uitspraak: [ˈ(ɦ)ʌudu]) is een Brabantse afscheidszin die zijn oorsprong vindt in de Nederlandse provincie Noord-Brabant en daar veel gebruikt wordt, maar zich heeft verspreid naar Limburg, het zuiden van Gelderland en zelfs naar delen van België.
Neem je afscheid, dan zeggen Limburgers niet 'doei'. Net als bij het groeten gebruiken ze hiervoor 'haj(e)' en 'hoj(e)'.
De provincie Noord-Brabant heeft een eigen cultuur en mentaliteit die afwijkt van het leven 'boven de rivieren'. Zo staan Brabanders bekend als gemoedelijk en Bourgondisch. De gemiddelde Brabander houdt van het goede leven, zoals ze zeggen.
Het Middelnederlandse utevaart is namelijk een vertaling van het Latijnse exsequiae. Exsequiae is afgeleid van exequi wat voltrekken (zoals in het huidige executie) en “tot het einde volgen” betekent. Met een uitvaart volgen nabestaanden de overledene tot aan zijn laatste rustplaats.
Wat "doei" betreft, het is een afkorting van "dag", dat zelf afkomstig is van "goddag", een gereduceerde vorm van "God zij met u", een gebruikelijke begroeting voor afscheid.
vrow (v.) vrow (v.)
Hoe zegt u gedag in de verschillende regio's van Nederland en Vlaanderen in België? In België, in het Vlaams: “dag“. In het noorden, rond Groningen en Twente: “moi” in de ochtend en “Goei'n dag“. In Brabant: “euuuj“.
Dat betekent 'je': hedde is 'heb je'. Voeg je gij toe, dan krijg je hedde gij en dat betekent 'heb jij'.
Voor ons betekent 'ik ben net aangereden' dat je vertrokken bent. En als je 'bent afgewerkt' zit je werkdag erop.
Er bestaan in Zeeland nog heel wat andere woorden voor 'duizelig'. Een van de bekendere woorden is deuzig. Daarnaast hoort men ook deu (op Tholen) en deuzelig. Het laatste is misschien ontstaan onder invloed van het standaardtalige duizelig.
Eigenlijk is het een algemene uitroep, die voor meerdere doeleinden werkt: als je verbaasd bent bijvoorbeeld, of wilt klagen.
Prulleke is in die betekenis zelfs een goedaardige aanduiding, net als poppeke. De Middelnederlandse betekenis van prul is 'penis'. Zo laat ons dialect weer een stukje grensoverschrijdende (taal-)geschiedenis zien!