Elke vogel ervaart een storm op zijn eigen manier. Voor een klein zangvogeltje is vliegen met windkracht acht een pittige opgave maar voor een Noordse stormvogel is dat geen probleem. De Engelse bioloog Lyall Watson heeft een biologische windschaal gemaakt voor de invloed van de wind op dieren.
Bij een storm (windkracht negen) houden de meeste vogels zich schuil. In de lucht blijven is veel te gevaarlijk. Elke soort zoekt de beschutting die bij hem past. Zangvogels zoeken bijvoorbeeld een veilig plekje in een struik, heg of boom.
Bij storm is schuilen natuurlijk het eerste wat de kleine vogels doen. Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer.
Trekvogels zoeken voedsel en nestplaatsen
Trekvogels leggen vaak duizenden kilometers per jaar af. Ze gaan net als veel andere dieren op zoek naar plekken waar ze betere kansen hebben om te nestelen en voedsel te vinden, of waar het klimaat dat seizoen prettiger is.
Zeilboten kunnen met het zeil onder een hoek tegen de wind in varen, maar niet recht tegen de wind in. Vogels doen hetzelfde; ze laveren tegen de wind. ' Heel hard vliegen de dieren dan niet.
Volgens hem zijn vogels vernuftige beestjes, die genoeg trucs in huis hebben om harde windvlagen en slagregen te overleven. Omdat ze klein zijn, kunnen ze makkelijk ergens schuilen. Dat doen ze dan ook. Bijvoorbeeld in heggen of aan de windstille kant van een boom.
Als het stormt, vanaf windkracht 9, houden vogels zich schuil. Zo houden zangvogels zich schuil tussen de struiken of in de bomen. In stedelijke gebieden schuilen zij in de luwte van huizen en gebouwen. Andere vogels, zoals watervogels, verschuilen zich tussen het riet.
Over de pijnervaring van dieren wordt in de wetenschappelijke wereld druk gediscussieerd. Intuïtief zijn we het erover eens dat 'hogere' diersoorten zoals zoogdieren en vogels wel degelijk pijn voelen: ze likken hun wonden, vermijden pijnlijke situaties en dienen zichzelf pijnstillers toe.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Vogels die op dat moment hoger dan een halve kilometer vliegen, krijgen een dampig verenkleed. De luchtdrukdaling en de hoge vochtigheid brengen hen uit balans en ze krijgen het moeilijker om gezwind te vliegen. Ze komen dus wat dichter bij de grond. Omgekeerd duidt een droog hogedrukgebied op langdurig mooi weer.
Het beste antwoord
Veel vogels zijn als kuddedieren, ze hebben het pas naar hun zin als ze lekker bij elkaar zijn. Maar ook is het hun bescherming, duiven worden graag gevangen door roofvogels en het bij elkaar vliegen en rondjes vliegen en heel snel draaien zorgt voor hun veiligheid.
Het gehoorbereik van vogels verschilt per soort, maar is vergelijkbaar met dat van mensen (20-20.000 hertz). Vogels kunnen tóch veel beter horen, want ze kunnen beter details onderscheiden (grotere gehoorscherpte). Vogels zijn vooral ontvankelijk voor geluiden die dezelfde toonhoogte hebben als hun eigen geluiden.
Huisdieren als weervoorspellers
Voorafgaand aan zo'n knetterend onweer of een wolkbreuk met de proporties van een Bijbelse zondvloed, merken zij al eerder veranderingen in de atmosfeer op. Een hogere luchtvochtigheid en een lagere luchtdruk kondigen onstabiel weer aan en daar heeft jouw huisdier een neus voor.
Bliksem en aarde geven stroom. Te veel stroom! Niet alleen hoog nestelende vogels kunnen getroffen worden. Als een voorjaarsstorm met bliksems een boom velt, zijn alle nesten reddeloos verloren.
Kou kost vogels extra energie om warm te blijven. Ze beschikken over een uitstekende isolatielaag; dons geldt als een van de best isolerende materialen ter wereld en de buitenlaag van veren maakt dat vogels veel kunnen hebben. Maar de interne kachel moet wel blijven branden en daar is voedsel voor nodig.
Geluiden. Fluiten of praten betekent dat je vogel blij is in jouw huis. Wanneer je vogel erg vocaal is wanneer je de kamer in komt lopen, betekent dit dat jouw vogel blij is dat je thuis bent. Wanneer je vogel met zijn snavel klappert en spint, betekent dit dat je vogel met je wil spelen.
Vooral vogelsoorten die bekendstaan als monogaam en intelligent, zoals papegaaien en parkieten, hebben daar last van. Er ontbreekt wetenschappelijk bewijs dat vogels rouw ervaren. Gedrag dat mensen associëren met rouw zou ook andere oorzaken kunnen hebben.
Lol trappen, fikkie stoken, en communiceren in volzinnen. Niets menselijks is vogels vreemd, laat de Amerikaanse wetenschapsjournaliste Jennifer Ackerman zien in een fascinerend boek. Op zoek naar intelligentie in het dierenrijk heb je zoogdieren en vogels.
Regen deert de meeste vogels niet erg. Ze gaan gewoon door met voedsel zoeken, met vliegen of zingen. Bij noodweer zullen vogels een schuilplaats zoeken. Voor zeevogels is dat onmogelijk, maar die kunnen wel tegen een stootje.
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn. Zolang een koolmees niet verstoord wordt zal hij deze nestkast blijven gebruiken.
Er was dan opstijgende wind waardoor de zeevogels even hun vleugels konden ontspannen. Op het land slaapt de vogel overigens een stuk langer: maar liefst 12 uur per dag. De resultaten komen niet uit de lucht vallen. Het werd al langer gesuggereerd dat vogels wel moesten slapen tijdens het vliegen.
Torenvalken 'bidden' vaak langs de kant van de weg. Bidden is eigenlijk vliegend stilstaan in de lucht, zoals te zien in de foto boven dit artikel. Hij slaat snel met zijn vleugels, maar hangt op één plek en houdt zijn kop stil. Zo ziet hij alles op de grond, zelfs een onvoorzichtige muis, die hij meteen grijpt.
In uw tuin zijn het vaak de verschillende soorten mezen of mussen die overnachten in een nestkast. Maak oude nestkasten nu leeg, want vogels willen er buiten het broedseizoen geen takken of bladeren in hebben en slapen het liefst in een kale kast.
Bied een schuilplaats waar de vogels hoog kunnen zitten
Naast eten moeten de vogels ook kunnen schuilen. In de tuin bieden brede hagen of muren met klimop een comfortabele schuilplaats. In de stad, kunt u een broedkastje op uw balkon hangen waar vogels in de winter beschut zitten.