Een tepelhoedje is gemaakt van zachte siliconen en wordt over de tepel gedragen tijdens de voeding. Een tepelhoedje kan voor sommige baby's een nuttig hulpmiddel zijn om goed aan de borst te leren drinken. Gebruik een tepelhoedje altijd onder begeleiding van een lactatiekundige.
Een tepelhoedje is een dun siliconen hulpmiddel dat gebruikt wordt tijdens het voeden aan de borst. Het wordt over de tepel en het tepelhof gelegd tijdens het voeden. Op die manier kan de baby, onder bepaalde omstandigheden, makkelijker leren om uit de borst te drinken.
Het is belangrijk dat je een tepelhoedje niet te lang gebruikt. De nadelen kunnen namelijk een risico zijn voor het slagen van borstvoeding. Hoe kan je het afbouwen van een tepelhoedje aanpakken? Haal het tepelhoedje na een tijdje voeden weg.
Voor het eerste gebruik kunt u de tepelhoedjes uitkoken (maximaal 5 minuten).
Borstcompressie en wisselvoeden (wisselen van voedingshouding waarbij je dezelfde borst opnieuw geeft) kunnen ook helpen om de borst beter leeg te laten drinken. Extra streng zijn bij het aanhappen is ook belangrijk om zo snel en zo makkelijk mogelijk weer te kunnen overschakelen naar borstvoeden zonder tepelhoedje.
Onze onderzoeken onder baby's in de leeftijd van een tot zes maanden die uitsluitend borstvoeding kregen, toonden aan dat ze doorgaans tussen de vier en dertien keer per dag aan de borst dronken, waarbij een voedingssessie tussen de twaalf minuten en bijna een uur duurde.
Zolang je een tepelhoedje gebruikt is het verstandig om één maal per dag je borsten 'leeg' te kolven. Omdat je baby mogelijk niet alle beschikbare melk uit de borst drinkt, bestaat er een grotere kans op een verstopt melkkanaaltje en borstontsteking.
Schoonmaken en bewaren
Ga hygiënisch te werk door na elke voeding het tepelhoedje eerst met koud water af te spoelen, en daarna met heet water af te spoelen en af te drogen. Bewaar het tepelhoedje in een afgesloten bakje en kook het elke 24 uur 3 minuten uit. Vervang het tepelhoedje iedere 6 weken.
Ieder kind is uniek
Voed je kindje de eerste vier maanden naar behoefte. Je baby geeft aan wanneer hij/zij honger en genoeg gegeten heeft. Een pasgeboren baby kan wel 10 keer per dag om eten 'vragen' en na een week zo'n 7 tot 8 keer.
Vlakke of ingetrokken tepels hoeven geen belemmering te zijn voor de borstvoeding: de baby drinkt aan de borst en niet aan de tepel.
Een ingetrokken tepel trekt in het midden naar binnen toe. De tepel kan er altijd zo uitzien of alleen indien gestimuleerd. Soms trekken ingetrokken tepels zich verder terug zodat ze helemaal niet meer boven de tepelhof uitsteken of ze kunnen zelfs nog dieper in het borstweefsel zinken.
Een tepel heeft 15 tot 20 kleine gaatjes.
Er zijn 3 verschillende maten tepelhoedjes te koop, S/16 mm, M/20 mm of L/24 mm. Neem even de tijd om je tepel te meten. De diameter van jouw tepel moet afgestemd zijn op de maat van het tepelhoedje dat daarbij past. Elke vrouw is uniek, dus ook de grootte van haar tepels.
De pijn gaat normaal gesproken na enkele dagen weg, als je lichaam gewend is geraakt aan borstvoeding en je baby efficiënter gaat zuigen. Raadpleeg een deskundige, lactatiekundige of borstvoedingsspecialist als de pijn tijdens de borstvoeding niet na enkele dagen verdwijnt.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Vroeger werd er vaak gezegd dat het beter was om je baby te laten huilen. Zo zou hij leren om zichzelf te troosten en het zou goed zijn voor de ontwikkeling van de longetjes. Toch blijkt dat het beter is om wel even naar je baby toe te gaan.
Pasgeboren baby's tot en met 4 weken mogen 3 tot 4 uur slapen zonder voeding. Tussen de 4 en 12 weken kun je jouw baby gerust door laten slapen als hij of zij geen signalen afgeeft of vanzelf wakker wordt. Tussen de 12 en 24 weken heeft een kindje 5 tot 7 uur rust nodig na elke voedingsbeurt.
Witte plekjes in de mond van uw baby, meestal tegen de wangen, op de tong en het gehemelte. Soms: rode, ronde plekjes in de mond. Meestal heeft een baby met spruw nergens last van. Soms drinkt uw kind onrustig en laat vaak de tepel los.
De donkerkleurige huid rond de tepel van de borst.
Gebruik bij het douchen geen zeep op je tepels, want dit droogt de huid uit. Gebruik na het voeden gel-pads uit de koelkast om de pijn door de tepelkloven te verlichten. Smeer na de voeding een zalf op je tepels die lanoline bevat, dit zal ervoor zorgen dat wondjes sneller genezen.
Koude kompressen tussen voedingen kunnen verlichting geven bij zwelling en pijn. Vaak voeden, waarbij de baby zo lang aan de eerste borst drinkt als hij wil. Nakolven als de borsten na een voeding niet zachter zijn geworden. Kort toepassen van warmte en voorzichtige massage voorafgaand aan de voeding.
Spoel na de voedingen uw tepels en tepelhof af met water of met een oplossing van een kopje water plus een theelepel azijn. Zuur is gistdodend. Goed aan de lucht laten drogen. Breng na iedere voeding de crème heel dun op tepels en tepelhof aan; dit is effectiever dan 2 tot 4 keer per dag.
Een baby moet 20 (7 of 10, of 15) minuten aan elke borst gevoed worden. Niet waar! Belangrijk is dat we het verschil maken tussen 'aan de borst liggen' en 'uit de borst drinken'. Enkele voorbeelden: Een baby die 15 Ã 20 minuten aan een kant effectief drinkt, wil de tweede kant misschien helemaal niet meer.