Gewichtsverlies veroorzaakt door kanker bestaat uit verlies van gelijke delen vetmassa en spiermassa. 1 kg gewichtsverlies betekent bij mensen met kanker al een verlies van 0,5 kg spieren. Mensen met overgewicht hebben namelijk wel meer vetweefsel maar niet meer spierweefsel dan slanke mensen.
Plotseling gewichtsverlies is vrij subjectief. Voor iemand van 100 kg is een gewichtsverlies van 5 kg heel wat “normaler” dan voor iemand van 55 kg. Voor iemand met een normaal BMI is het opletten geblazen als je meer dan 4 kg verliest in 10 weken tijd zonder dat je er een verklaring voor kan vinden.
Veel voorkomende problemen bij mensen met kanker zijn onbedoeld gewichtsverlies en ondervoeding. Dit kan een negatieve invloed hebben op de conditie van het lichaam en het herstel van de ziekte en behandeling.
Mensen met kanker kunnen in korte tijd veel afvallen: tot wel tien kilo in een paar weken. Deze sterke vermagering wordt cachexie genoemd. Simpelweg meer eten helpt niet om weer op gewicht te komen, en is geen andere behandeling om het gewichtsverlies tegen te gaan.
Er zijn veel redenen waarom je afvalt door kanker. Bijvoorbeeld omdat je minder zin hebt in eten.Of omdat de tumor zelf ervoor zorgt dat je je eten minder goed kunt verteren. Bekijk de informatie en tips als je bent afgevallen door kanker.
Veelvoorkomende lichamelijke klachten van mensen met kanker in de terminale fase zijn pijn, misselijkheid/braken, vermoeidheid, anorexie (gebrek aan eetlust) en obstipatie. Pijn komt bij 70-90 procent van de kankerpatiënten voor, anorexie bij 40-80 procent.
Anorexie (een gebrek aan of sterke daling van de eetlust) kan optreden voor of kort na het starten van chemotherapie en langere tijd aanhouden. De reden is de aantasting van de slijmvliezen in de mond en neus. Die veroorzaakt vaak veranderingen in smaak- en reukzin en die kunnen de eetlust verminderen.
Longkanker is een weinig hoopvolle ziekte. Veruit de dodelijkste kankersoort die er is.
Gemiddelde overleving van kanker
Van alle mensen met kanker is de overleving 1 jaar na de diagnose gemiddeld bijna 80%. Dit betekent dus dat na 1 jaar 4 van de 5 mensen in leven zijn. Bij 5 jaar na de diagnose is ongeveer 65% van de mensen met de diagnose kanker nog in leven. De overleving na 10 jaar is 59%.
Mensen kunnen – vaak jarenlang – te maken krijgen met uiteenlopende gevolgen van een behandeling tegen kanker. Denk aan chronische vermoeidheid, relationele en seksuele problemen, depressie, de angst voor terugkeer van de ziekte, problemen bij de terugkeer naar werk en sociale isolatie.
Eet geen tot zo weinig mogelijk bewerkt vlees (vleeswaren, paté, salami, worst, bereid gehakt,...). Drink vooral water en ongezoete dranken. Voor de preventie van kanker drink je best geen alcohol. Beperk je consumptie ervan in ieder geval tot één (vrouwen) à twee (mannen) consumpties per dag.
De kans op overleving is fors toegenomen bij darmkanker, nierkanker, slokdarmkanker en ook bij veel soorten bloed- en lymfeklierkanker. Kankersoorten met een 5-jaarsoverleving hoger dan 80% zijn huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en minder vaak voorkomende kankersoorten zoals hodgkinlymfoom en zaadbalkanker.
Te veel afvallen kan komen door een ziekte, pijn, zorgen en te veel alcohol drinken. Uw lichaam krijgt te weinig goede voeding. En gaat spieren afbreken. Eet dan dingen waar veel eiwit inzit, zoals ei, bonen, linzen, kip, vis, soja en noten.
Onbedoeld gewichtsverlies van meer dan 5% binnen 6 maanden is per definitie abnormaal; er moet dan altijd naar de onderliggende oorzaak worden gezocht.
5 tot 6 kilo gewichtsverlies, door dieet en/of sporten, heeft een positief effect op hormonen die het risico op borstkanker na de overgang verlagen. Val je af door te sporten, dan verlies je gemiddeld méér gewicht, kom je minder snel weer aan en is het effect op deze hormonen sterker.
Dat komt omdat de Nederlandse bevolking groeit en omdat Nederlanders steeds ouder worden. Kanker komt het meest voor bij ouderen: een derde van de patiënten was in 2021 bij diagnose 75 jaar of ouder, ruim 40% was tussen de 60 en 75 jaar oud.
Kanker gaat niet altijd gepaard met pijn. In de beginfase van de ziekte heeft ongeveer 30% van de patiënten pijn, in een later stadium gemiddeld 60-80% van de patiënten. De meeste pijn ontstaat als er sprake is van uitzaaiingen. Naast lichamelijke oorzaken spelen ook emoties een rol bij de beleving van pijn.
Als kanker een traumatiserende ervaring is
Niet alleen lichamelijk, maar ook mentaal. Veel mensen voelen zich angstig en onzeker. Maar als deze gevoelens na verloop van tijd niet overgaan, misschien zelfs erger worden of het dagelijks leven belemmeren, kan er meer aan de hand zijn.
Voorbeelden van kankers die via het bloed kunnen uitzaaien en de plaatsen waar de uitzaaiingen meestal voorkomen: borstkanker: botten, lever, longen, huid, hersenen. dikkedarmkanker: lever, buikvlies, longen. longkanker: botten, bijnieren, lever, hersenen, longen.
Jeuk komt voor bij 10% van de patiënten met kanker in de palliatieve fase, met name bij patiënten met hematologische aandoeningen (vooral maligne lymfomen en polycythaemia vera). Jeuk wordt gezien bij 50% van de patiënten met polycythaemia vera en bij 30% van de patiënten met de ziekte van Hodgkin.
Het is een gevoel van uitputting die heftiger is dan gewone vermoeidheid: Voordat u ziek werd kon u ook moe zijn, als u druk was geweest of na het sporten. Maar vermoeidheid bij kanker is anders. De vermoeidheid is er vaak of steeds.
Zware vermoeidheid is een van de meest voorkomende symptomen bij kankerpatiënten. Verschillende oorzaken spelen daarbij een rol. Daarom is ook een aangepaste behandeling nodig, die kan verschillen van patiënt tot patiënt.
Kanker kan uitzaaien.Via het bloedvaten- of het lymfestelsel kunnen kankercellen zich verspreiden.Op andere plekken ontstaan dan nieuwe tumoren. Die zijn vaak niet goed te behandelen, waardoor mensen vaak niet meer kunnen genezen.