Vaak krijg je aan het eind van deze periode ook wat meer bloedverlies. De persdrang wordt steeds heviger tot het niet meer tegen te houden is. Dit is het moment dat je (meestal) volledige ontsluiting (10 cm) hebt bereikt en ook echt mag gaan persen.
Persen (de uitdrijving)
Dit kan liggend (op je zij of rug) op bed, maar ook op een baarkruk, handen en kniën, staand of in een bevallingsbad. Bij een eerste kindje duurt het persen gemiddeld een uur en mag maximaal 2 uur duren. Bij een volgend kindje gaat dit meestal een stuk sneller en mag dit maximaal 1 uur duren.
Persen op eigen kracht, dus zonder de oerdrang om te persen, is lastig. Je voelt gewoon niet zo goed wat je moet doen als je nog geen persweeën hebt. Bovendien moet je dan alleen op eigen kracht je baby naar beneden duwen, terwijl je, als je wel persweeën hebt, je lichaam meehelpt om je baby dieper te krijgen.
Als je nog geen volledige ontsluiting hebt en je gaat tóch persen in een liggende baringshouding dan kan dat laatste randje, die ene centimeter die er nog zit, opzwellen waardoor het heel moeilijk kan worden om je baby eruit te krijgen.
Het ontsluiten duurt gemiddeld voor een eerste bevalling tussen de 10 en 16 uur, maar dat verschilt natuurlijk heel erg per vrouw.
Veel barenden moeten even wennen aan het persen, ze hebben zolang moeten puffen en zuchten, dat het omschakelen naar actief meedoen soms wat moeite kost. Dat geeft niks, neem je tijd. Als je er nog niet aan toe bent mag je best nog een poosje de weeën weg zuchten en alleen op het hoogtepunt van een wee mee persen.
Bij een eerste kindje duurt het persen gemiddeld een uur. Ben je al eens bevallen dan duurt het gemiddeld 15 minuten, maar soms is ook 1 perswee al genoeg.
Meestal gaat de overgang van ontsluitingsweeën naar persweeën geleidelijk; je merkt dat je tijdens een wee steeds meer drukgevoel ervaart op de bekkenbodem; het voelt alsof je erg nodig naar de wc moet.
Het zogenaamde puffen is een bekende ademhalingstechniek voor bij de bevalling die vooral wordt gebruikt aan het einde van de ontsluitingsfase. Bij het puffen is je inademing korter dan je uitademing, waardoor je lichaam een teken krijgt om de hartslag en de bloeddruk te laten dalen.
Poepen tijdens de bevalling is misschien iets waar je liever niet over praat, maar toch overkomt het 9 van de 10 vrouwen! Eigenlijk is het dus een heel normaal verschijnsel, en het is niet gek als het jou ook gebeurt.
Meestal wordt de pijn erger als de ontsluiting toeneemt. De pijn is vooral onder in de buik aanwezig en voelt soms ook als rugpijn. Ook tijdens het persen kan de pijn verschillen. Sommige vrouwen vinden het prettig als ze mee mogen persen, bij andere doet persen juist het meeste pijn.
Als je dat soort weeën hebt vordert de ontsluiting gemiddeld met 1 centimeter per uur. Maar vaak pas als de eerste 4 centimeter al behaald zijn. De eerste 4 centimeter zijn bij een eerste kindje heel onvoorspelbaar. Soms duurt het dagen, soms is het in een paar uurtjes gepiept.
De middenfase wordt gekenmerkt door het vlotter vorderen van de ontsluiting en het sterker worden van de weeën. De weeën komen korter na elkaar. Ongeveer om de 4-5 minuten in het begin van deze fase en om de 2-3 minuten later in deze fase.
Het grootste deel van de vrouwen geeft aan het strippen gevoelig te vinden, maar niet echt pijnlijk. Altijd geldt: doet het je teveel pijn, dan stoppen we het strippen!
"Een vaginale geboorte is niet voor alle vrouwen geschikt. We moeten af van het automatisme van de vaginale bevalling", zegt kersvers hoogleraar gynaecologie Bas Veersema in "Nieuwe Feiten" op Radio 1. "Het lichaam van een vrouw is eigenlijk steeds minder geschikt geworden om een kind te baren".
De meeste vrouwen ervaren pijn in de onderbuik, onderrug en in de bovenbenen. Tijdens het persen kan ook je vagina pijn doen.
Epidurale ruggenprik
Je hebt dan wel nog controle over de spieren in je onderlichaam. Na ongeveer een kwartier begint de ruggenprik te werken. Wanneer het tijd is om te persen, wordt er minder van de verdovende vloeistof toegediend zodat je beter kunt aanvoelen wanneer het tijd is om te persen.
Je voelt weeën die op den duur overgaan in krachtigere (pers)weeën. Net als met poepen zal je tijdens je bevalling merken, dat wanneer je ontspannen bent, je nauwelijks / tot niet hoeft mee te persen. Je kunt dan dus bevallen zonder persen.
Je kunt al weken van tevoren 2-3 cm ontsluiting hebben zonder dat je echt weeën hebt, vaak heb je wel last gehad van voorweeën. Als de bevalling dan echt begint heb je al een voorsprong en hoef je die eerste 4 cm, die bij het eerste kindje soms zo lang duren, niet meer te gaan.
Heb je echt een razendsnelle bevalling, dan wordt dat een stortbevalling genoemd. Het hele baringsproces duurt dan vier uur of korter. Dat klinkt als een droom, maar er zitten ook wat mogelijke nadelen aan.
Tijdens de laatste centimeters van de ontsluiting krijg je persweeën en neemt een oergevoel het van je over. Je krijgt echt het gevoel dat je móet persen. Persen mag pas als je 10 centimeter ontsluiting hebt. Als het nog niet zover is en jij wel persdrang hebt, moet je deze persweeën wegpuffen.
Als het hoofdje voor een groot stuk al geboren is doet dit vaak erg zeer van onderen. Het lijkt wel alsof je volledig openscheurt, veel vrouwen omschrijven het als een afschuwelijk brandend gevoel. Tip: een flink warme washand tegen de huid, tussen het hoofdje en je anus, aan drukken vermindert dit vervelende gevoel.
Gemiddeld duurt deze fase een kwartier per centimeter ontsluiting, maar kan ook wel twee uur duren. Je kan al persdrang hebben, maar het is belangrijk om nog even te blijven doorademen totdat je volledige ontsluiting hebt.
De weeën die je nu voelt zijn krachtig en helpen je kindje steeds dieper. Wanneer je kindje gaat drukken op je bekkenbodem voel je dit als persdrang. Vaak duurt het zo'n 30 minuten tot een uur om van een drukkend gevoel naar echte persdrang te gaan. Sommige weeën kun je nog wegzuchten, andere echt niet meer.