Als u wel een kakkerlak doodtrapt met een ei pakketje is de kans zeer minimaal dat de eitjes nog in takt zijn. Ook eitjes die in theorie onder uw schoenen kunnen blijven plakken zullen dit niet overleven. Vanzelfsprekend is het wel verstandig achtergelaten eipakketjes te verwijderen.
Waarschijnlijk heb je weleens gehoord dat je een kakkerlak nooit mag doodtrappen. Bij het doodtrappen van kakkerlakken zou er namelijk een geur vrijkomen die andere kakkerlakken aantrekt. Daarnaast zouden bij het doodtrappen een heleboel eitjes vrijkomen, welke enkele maanden later uitkomen.
Ze staan erom bekend een groot aantal verschillende ziektekiemen, bacteriën en ziekteverwekkers op hun lichaam te dragen. Ook kunnen ze ziektes als salmonella overbrengen via hun ontlasting, urine, braaksel en soms speeksel. Deze ziekten kunnen worden overgebracht door geïnfecteerde open wonden of inademing.
De kakkerlak scoort hoog als het gaat om beesten die we eng én vies vinden. Toch vormt het beest voor mensen nauwelijks een gevaar. Ze zijn niet giftig en ze leven niet van menselijk bloed. Er gaan jaarlijks veel meer mensen dood aan een muggenbeet, maar van een mug in de badkamer zal niemand gaan gillen.
Je maakt gewoon een sopje van zeep en water wat dun genoeg is om met een plantenspuit te verstuiven. Dit goedje spuit je over de kakkerlakken, vooral over het hoofd en de buik. Een aantal druppels kunnen de kakkerlak al doden.
Kakkerlakken komen 's nachts uit hun schuilplaatsen om voedsel te zoeken. Vinden ze niets, dan kunnen ze je een bezoekje komen brengen als je in bed ligt. Ze kunnen je in je gezicht, mond, vingers of handen bijten, mogelijk omdat ze vooral op deze plekken voedsel kunnen ruiken.
Als je één kakkerlak ziet, betekent dat helaas dat er waarschijnlijk meer zijn. Veel meer. Kakkerlakken verstoppen zich in scheuren en spleten in de buurt van voedselbronnen, en ze leven in groepen.
Overdag verschuilen kakkerlakken zich op warme donkere plekken, bij voorkeur achter de koelkast in de keuken. Daar kun je ook de sporen vinden die duiden op een kakkerlakbevolking: eierschalen, uitwerpselen (hele kleine zwarte stofjes) en afgevallen huid.
Kakkerlakken bewegen zich voort met hun krachtige poten. Hiermee kunnen de kakkerlakken zeer goed sprinten en zelfs springen. Kenmerkend aan de Duitse kakkerlak zijn de donkere strepen op het halsschild en lange antennes die veel in beweging zijn.
Er zijn voldoende voorbeelden op het internet te vinden die Dubia-kakkerlakken voeren aan hun dieren: zoals aan kikkers, Schorpioenen, tarantulas sommige insectenetende vogels, (waaronder kippen) salamanders enz. Een dubia kakkerlak is een insect en alle dieren die insecten eten, kunnen ze dus eten.
Kakkerlakken dragen vele bacteriën, schimmels en virussen met zich mee. Onderzoek heeft uitgewezen dan op een kakkerlak soms wel 40 ziekte verspreidende bacteriën meeliften waaronder Polio, E. coli, salmonella en shigella (dysentrie bacteri).
Vers of rottend voedsel. Afval (liefst met de restjes er nog in)
Kakkerlakken kiezen donkere, warme, vochtige en goed verstopte plekken uit om hun eipakketjes te leggen. Ze zoeken naar kieren of spleten en openingen die moeilijk bereikbaar zijn voor een mens. Kakkerlakken moeten veel water drinken en kiezen dus graag een plekje uit in de buurt van waterleidingen of riolering.
Plaats een vochtige dweil
Leg, in de avond, een natte dweil op de keukenvloer. Kakkerlakken houden van vocht, dus de kans is aanwezig dat ze 's nachts in de dweil kruipen. De volgende morgen veeg je de beestjes op: met dweil en al. Trap ze vervolgens dood en verpak de lijkjes in plastic zakjes.
Typische schuilplaatsen zoals hoekjes van plafonds of muren, afvoerputjes, achter plinten enz. moeten nauwkeurig nagekeken worden. Ook het ventilatiesysteem in de keuken en in de badkamer en het toilet zijn plaatsen waar kakkerlakken zich vaak verstoppen.
Kakkerlakken zijn heel erg sterke diertjes: ze kunnen tot wel 2 maanden zonder eten, maar slechts 1 à 2 weken zonder water. De kakkerlak kan een tijdje zonder hoofd leven, net zolang tot hij sterft door een gebrek aan water. Kakkerlakken verspreiden geursignalen, wat op zijn beurt soortgenoten aantrekt.
Kakkerlakken zorgen voor een vieze geur op de plekken waar ze te vinden zijn. Het ruikt enigszins alsof er iets in de buurt ligt wat bedorven is. Schade aan leer en boeken duidt ook op een mogelijk kakkerlakken probleem. Ze eten eigenlijk alles wat organisch is.
- Er bestaan kakkerlakken die geluid maken : Dit is waar. Niet alle kakkerlakken maken geluid, maar sommige kunnen een tjirpend of sissend geluid produceren.
Kenmerken. Op de rug gezien hebben de Kakkerlakken vaak een eirond en verticaal afgeplat lichaam. Ze hebben een breed kopschild en in rust is de kop schuin verborgen onder het lichaam. De kop heeft bijtende monddelen, facetogen en twee meestal vrij lange voelsprieten.
De kakkerlak heeft kannibalistische neigingen als het voedselaanbod schaars is. Natuurlijke vijanden: o.a. kikkers, hagedissen, slangen, spinnen, mieren.
Bovendien zijn kakkerlakken uitstekende klimmers. Dankzij een soort zuignapjes op hun poten kunnen kakkerlakken verticaal naar boven klimmen en zelfs ondersteboven lopen.
Over het algemeen komen kakkerlakken je huis binnen omdat ze op zoek zijn naar fijne schuilplaatsen die, als het even kan, ook nog in de buurt liggen van plekken waar wat te eten valt. Het gebeurt ook wel eens dat kakkerlakken met mensen meereizen uit verre, exotische oorden, in de koffer.
Kakkerlakken komen naar binnen als ze voedsel ruiken. Onderzoek heeft uitgewezen dat kakkerlakken vaak in groepen op voedselbronnen afgaan. In ieder huis zitten wel kleine kieren en spleetjes, cv-leidingen en ventilatiekanalen. Hier kunnen de kakkerlakken met gemak doorheen.
Kakkerlakken kun je ook ruiken, al heb je er wel een geoefende neus voor nodig. Ze verspreiden geur om met elkaar te communiceren. Om elkaar te roepen, elkaar te 'versieren' of om elkaar te waarschuwen voor gevaar. De geur die de beestjes verspreiden is wat weeïg en zoet als van iets dat al een poosje ligt te rotten.
Kenmerken. De kakkerlakken (Blattodea) vormen een orde van de insecten, die oppervlakkig enigszins lijken op kevers maar hiervan toch sterk verschillen, onder andere door het ontbreken van een volledige gedaanteverwisseling. Bidsprinkhanen en termieten zijn sterker verwant aan de kakkerlakken dan andere insectenorden.