* Latijn is de moeder van vele (moderne) talen: het Frans, het Italiaans, het Spaans en het Portugees bijvoorbeeld. Bovendien heeft het Latijn grote invloed gehad op het Engels en het Duits.
Juist omdat de Grieks en Latijn zo aan elkaar verwant zijn, versterken ze elkaar. Het kiezen van beide vakken maakt het dus juist makkelijker. Als je redelijk goed bent in klassieke talen in klas 3 en je vindt vertalen leuk, is het dan ook zeer het overwegen waard beide klassieke talen te kiezen!
Kies je voor de richting Latijn, dan maak je een uitdagende keuze. Omdat je bij de studie van oude talen grondig leert analyseren, groeit je taalinzicht en kan je vlot je kennis van de moderne talen uitbreiden.
Met Latijn kan je later nog alle richtingen uit in het hoger onderwijs. Uit cijfers van het VVKSO blijkt trouwens dat studenten die tijdens hun middelbaar een studierichting hebben gevolgd met een klassieke taal, meer kans hebben om te slagen in het hoger onderwijs. In deze richting volg je een minimumpakket wiskunde.
Door de kennis van de Latijnse spraakkunst krijg je meer inzicht in de manier waarop een taal is opgebouwd. Die kennis en vaardigheden kun je ook gebruiken bij het leren van andere talen. Het lezen van Latijnse teksten vraagt van jou een grote nauwkeurigheid, die nuttig is in andere vakken.
Goed voor wetenschappelijke richtingen. Ook in de wetenschappelijke en medische wereld zit je goed als je Latijn hebt gedaan. Denk maar aan woorden als cardio-vasculair, aan Latijnse benamingen van planten, en aan woorden als astrolabium. Ook voor de studie rechten is Latijn een handig duwtje in de rug.
Je kunt jezelf Latijn leren zonder de hulp van een leraar, als je er maar je best voor doet. Het enige wat je hoeft te doen is het juiste leerboek vinden, leren van de oefeningen, en het schrijven en lezen in het Latijn oefenen, zo veel als je kunt.
Als je voor het gymnasium kiest, dan heb je in de onderbouw de vakken Latijn en oud-Grieks. In de brugklas krijg je drie uur klassieke talen en cultuur, in de tweede klas vier uur en in de derde klas ook vier uur (twee uur Latijn, twee uur oud-Grieks).
Het is zo dat wanneer je dokter wil worden een aantal Latijnse woorden moet kenne, zoals voor een bepaald lichaamsdeel of een bepaalde aandoening. Hoewel dat zo is, is het niet noodzakelijk om specifiek Latijn te studeren.
1. Latijn is een (dode) taal waarmee je veel bijleert. Ikzelf vind Latijn leuk omdat ik dan wordt uitgedaagt. 2: Latijn is niet alleen goed voor je basiskennis maar het helpt je ook vooruit met andere vakken (je leert dingen waarvan je bijvoorbeeld in de lessen frans zal zeggen:"makkelijk, ken ik al van Latijn").
Klassieke talen en cultuur vormen en verbinden. Dat doen ze met machtige verhalen, met sterke beelden en belangrijke vragen. De klassieken verbinden de wereld van vroeger en vandaag, verbinden de eigen wereld met die van de ander. Ze openen de ogen voor wat mensen met elkaar delen, in de huidige samenleving.
Eigenlijk zijn ze allebei niet uitgestorven, alleen veranderd. Dat is normaal, want talen veranderen in de loop van de eeuwen altijd. In dat veranderingsproces heeft het Latijn nieuwe namen gekregen, maar het Grieks niet. Het Nieuwgrieks lijkt ook nog wel op het klassieke Grieks, maar de verschillen zijn groot.
Het gymnasium is een zesjarige opleiding voor leerlingen die graag het beste uit zichzelf naar boven halen en extra uitgedaagd willen worden. Je krijgt in principe dezelfde vakken als op het VWO, maar daarnaast volg je ook les in de vakken Latijnse Taal en Cultuur en Griekse Taal en Cultuur.
Onder deze uitgebreide lijst worden de volgende talen gerekend: Latijn. Klassiek Grieks.
Afgezien van diakritische tekens bestaan de meeste Latijnse alfabetten uit de volgende 26 letters. De Nederlandse namen van de letters zijn, op een enkele uitzondering na, niets anders dan de letters zelf.
De Latijnen waren een volk dat vanaf het eerste millennium voor Christus in de streek Latium (het huidige Lazio, Italië) woonde. De naam van de taal is afgeleid van deze streeknaam.
De taal van de oude Romeinen is Latijn. Latijns is het bijvoeglijk naamwoord bij Latijn. Het is niet correct om Latijns te gebruiken als naam van de taal.
Wat kan je verder studeren? Deze studierichtingen sluiten in de derde graad aan op de studierichtingen Grieks - Latijn, Grieks - wiskunde, Latijn - moderne talen, Latijn - wetenschappen of Latijn - wiskunde. Ook de andere aso-richtingen met wetenschappen, wiskunde en talen liggen binnen de mogelijkheden.
Voor de hand liggende keuzes zijn geschiedenis, geneeskunde, farmaceutische wetenschappen, ingenieurswetenschappen, rechten, biomedische wetenschappen, wiskunde, fysica en sterrenkunde, informatica, industriële wetenschappen, ingenieurswetenschappen, architectuur, …
Wat kun je worden met opleidingen in de Klassieke talen? De meeste afgestudeerden komen in het onderwijs terecht op een gymnasium. Naast functies gerelateerd aan het onderwijs kun je ook aan de slag bij uitgeverijen en bibliotheken of werken als tolk of vertaler.
Humane Wetenschappen is een ASO richting. Je volgt dus algemene vakken zoals wiskunde, talen, geschiedenis, aardrijkskunde, enz., maar ook twee typisch humane wetenschapsvakken: Gedragswetenschappen en Cultuurwetenschappen. Je kan deze richting ook combineren met sport.
Grieks en Latijn geven inzicht.
Door geen andere taal dan Latijn en Grieks leer je beter te begrijpen hoe een taal in elkaar zit. De regels van die twee oude talen zijn ingewikkeld, maar duidelijk. Als je die leert en begrijpt en leert toe te passen, worden andere talen makkelijker. Verder, de klassieke teksten.