Het lichaam van een slak bestaat voor een heel groot deel uit water. Bij landslakken zorgt de slijmerige huid er voor dat ze niet uitdrogen. Het slijm komt vooral van pas bij de voortbeweging van de dieren. Wanneer slakken verticaal moeten klimmen, scheiden ze een ander soort slijm af.
Slijm. De voet wordt tegelijkertijd gesmeerd met slijm uit klieren aan de onderkant van de slak. Het spul blijft op hun weg als een glibberig spoor achter. Slakken maken dus slijm aan om het kruipen over de grond makkelijker te maken.
Veel slakken kunnen ook schuim produceren als ze aangevallen worden door mieren bijvoorbeeld. Dan persen ze lucht door hun ademgat en zo vormt zich een schild van ondoordringbare kleine belletjes. Het slijm van de slak heeft dus vele functies voor het dier, maar wij mensen kunnen er ook wat mee.
De lijm is gemaakt van het slijm van de naaktslak. Die laat een plakkerige substantie achter om zich te verdedigen tegen vijanden. Uit het experiment blijkt dat het goedje niet giftig is en drie keer zo sterk is als andere medisch plakmiddel.
Slakkenslijm wordt al eeuwenlang door de slakken zelf gebruikt om er hun huisjes mee te herstellen. Het zou echter ook een positief effect hebben op onze huid. Het maakt komaf met acne, vervaagt littekens én verjongt de huid.
,,Slakkenslijm is goed voor elke type huid, maar doet vooral voor de probleemhuid wonderen." Door eens in de zoveel tijd een slak over je gezicht te laten kruipen, kom je snel af van puistjes en kleine rimpels. De zes reuzenslakken van Panova zijn geen gewone slakken uit de tuin, maar komen van een slakkenkweker.
Alle slakken leggen eitjes
Beide partners kunnen na het paren eitjes leggen. Naaktslakken slaan het zaad van de ander soms wekenlang op. Zo kunnen ze de eieren die tijdens het paren nog niet rijp waren later bevruchten.
Naaktslakken vreten aan bladeren van vrijwel alle groenten. Ze bijten niet, maar raspen gaten.
De naaktslakken (maar ook de huisjesslakken) zijn namelijk vaak besmet met de larven van de dodelijke longworm parasiet. Infectie met longworm kan leiden tot hoestbuien, ademhalingsproblemen, stollingsproblemen, hartklachten en zelfs tot overlijden. Ook je hond kan hier besmet door raken.
Naaktslakken kunnen ook gegeten worden, maar ze schijnen erg vies te zijn. En je moet slakken zeker nooit rauw eten, er kunnen levensgevaarlijke parasieten in zitten. Uit de oven of de pan, met bijvoorbeeld boter en kruiden (hier een smakelijk recept), zijn ze ook een stuk lekkerder.
Huisjesslakken zijn iets “aangenamer” te vangen dan naaktslakken… Je kan ze doodtrappen of je kan ze ook “verdrinken” in heet water. Giet het op tijd weg want het begint al snel te stinken. Een plank op de grond leggen in de (moes)tuin zorgt er voor dat ze hieronder kruipen om overdag te schuilen.
Sterk ruikende planten zijn ouderwetse planten als salie, tijm, Oost-Indische kers, goudsbloem, geranium, lavendel, vingerhoedskruid, viooltjes, varens en klimop. Slakken hebben hier een hekel aan. Daarbij is het verstandig om de planten vroeg in de ochtend water te geven.
Zorg voor hindernissen waar slakken niet over heen kunnen, waaronder scherp zand, sparrennaalden, schelpengrit, fijngemaakte eierschalen en schelpen, zaagsel, kaf, houtas, lavagruis, dolomiet, koffieprut (hoe meer cafeïne, hoe beter de werking), zeewier, ongebluste kalk op jouw paadjes, hennepstrooisel of cacaodoppen.
Gewassen en kruiden. Hoe dol slakken ook zijn op sla, de rucola in jouw tuin vermijden ze zeker. Hetzelfde geldt voor tomatenplanten. Ook met sterk geurende kruiden zoals munt, lavendel, salie, tijm en knoflook zorg je ervoor dat jouw tuin onaantrekkelijk wordt voor slakken.
Anus op de kop
De achterkant van het dier zit feitelijk boven zijn kop. Het voordeel daarvan is dat de buik van de slak, met alle ingewanden en de geslachtsorganen, teruggetrokken kan worden in de schelp. Als een slak poept komen de uitwerpselen eigenlijk op zijn kop.
Nee. Sommige slakken hebben wel een huisje, maar ze kunnen niet zoals mensen via het slakkenhuis horen. Ongewervelde dieren (wat slakken zijn) hebben namelijk geen zintuigen om te kunnen horen. Wel kunnen ze bepaalde trillingen in de bodem waarnemen, zoals van regen of van naderende voetstappen.
Eet je hond of kat een slak, dan kan hij besmet worden met larven van de longworm. Slakkenslijm kan ook vol larfjes zitten. Als je hond of kat dan gras eet of uit een waterplas drinkt, dan kan hij ze op die manier binnen krijgen.
Misschien is dit wel de meest eenvoudige manier om slakken in de tuin te bestrijden. Je kunt slakken namelijk gewoon oppakken en ergens anders weer uitzetten. Als je er niet op zit te wachten om de slakken met je blote handen op te pakken, kun je hier ook een speciale slakkentang voor gebruiken.
Nee. Slakken maken geen geluid; er bestaat geen knor- of zangslak. In plaats van een geluid, zoals bij de koekoek of tjiftjaf, bootst de naam 'slak' een substantie na of, beter gezegd, het geluid dat zo'n substantie in onze verbeelding zou maken als er geluid in zat, zoals slurpen of slobberen.
Zout: een afrader
Het is bovendien verboden, omdat het geen toelating heeft als middel om slakken te doden. Als zout in de bodem komt, is het ook schadelijk voor planten en zorgt het voor verzilting van het water.
Naaktslakken leven 9 tot 12 maanden. Eén slakje kan tot 500 eitjes leggen. Bij vochtig zomerweer en in afwezigheid van natuurlijke vijanden kan dat tot spectaculaire aangroei leiden. De eitjes zijn klein en wit doorschijnend.
Honden zijn erg nieuwsgierig en willen slakken onderzoeken en opeten. Naaktslakken produceren een vies smakende stof als afweermechanisme, maar dat is niet altijd genoeg om een hond tegen te houden. Vaak ook slikken honden de slakken per ongeluk door.
Slakken daarentegen zijn wel traag, maar beschikken ook over hersenen en zelfs over een kortetermijngeheugen. Onderzoekers die willen begrijpen hoe de geheugenfunctie werkt, gebruiken zeeslakken soms als proefdieren. Slakken reageren op pijnprikkels en onthouden dit een tijdje.
In geval van nood/extreme kou of iets anders, kan een slak 3 jaar zonder te eten slapen.
Grazen Voor sommige soorten slakken is het zeker dat ze hoog boven de grond op planten, bomen of oude muren rondkruipen omdat ze daar algen, schimmels (epifyten) of andere organismen van bladeren, schors of stenen grazen.