De meeste mobiliteitsproblemen bij ouderen worden veroorzaakt door aandoeningen aan het bewegingsapparaat, ofwel de botten, spieren en pezen die ervoor zorgen dat iemand kan bewegen. Voorbeelden daarvan zijn reuma, artrose en rugklachten.
De oorzaak van loopstoornissen kan neurologisch zijn, bijvoorbeeld door een klapvoet bij een hernia. Maar ook een slechte bloedcirculatie of een aandoening aan het evenwichtsorgaan kan leiden tot een verstoord looppatroon.
Bij het ouderdom horen symptomen als vergeetachtigheid, een verminderd gezichtsvermogen, achteruitgang van het gehoor of longontsteking. Tevens hebben ouderen meer kans op vallen en botbreuken, doordat de spieren en gewrichten minder soepel zijn.
Men kan zich moeilijker concentreren en moeilijker meerdere dingen tegelijk doen. Naast de geestelijke achteruitgang kan iemand ook lichamelijke verschijnselen hebben, zoals wankeler of langzamer lopen. Ook kan bijvoorbeeld verlamming, of gevoelsverlies ontstaan.
Een gangstoornis is een verzamelnaam voor allerlei aandoeningen die een normaal gangpatroon belemmeren en/of verstoren. Gangstoornissen kunnen een belangrijke impact hebben op de mobiliteit, de hulpbehoevendheid en het risico op vallen.
Polyneuropathie is een spierziekte en omvat een grote groep aandoeningen. Een neuropathie is een aandoening van de zenuwen van armen en benen. Polyneuropathie betekent dat de zenuwen op meerdere (poly = veel) plekken in het lichaam zijn aangedaan.
Bij neurologische problemen kan er sprake zijn van overmatige slaperigheid, epilepsie, verminderd verstandelijk vermogen, duizeligheid, oogbewegingsstoornissen, slikstoornissen, spierstijfheid of juist zwakte, gevoelsstoornissen en tintelingen.
Indeling fases van dementie
Een andere veel gebruikte indeling is de omschrijving van de vier fases van ik-beleving bij dementie; de bedreigde ik of cognitieve fase; de verdwaalde ik of emotionele fase; de verborgen ik of psychomotore fase; de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.
Laatste fase alzheimer
In dit stadium heeft de persoon nog meer hulp nodig. Geleidelijk wordt hij volledig afhankelijk van anderen. Het geheugenverlies is groot: de persoon kan bekende voorwerpen, mensen of plekken niet meer herkennen.
Vasculaire dementie
De ziekte wordt veroorzaakt door een storing van de doorbloeding van de hersenen. In de bloedvaten in de hersenen treedt aderverkalking op, waardoor er bloedingen of infarcten ontstaan. Het achterliggende hersenweefsel krijgt hierdoor geen bloed meer en sterft af.
Zwakker wordende spieren en botten, achteruitgaand zicht en gehoor, gebrek aan eetlust, hartproblemen, ziektes als kanker, dementie. Het maakt het leven er niet leuker op. Toch is het vaak best mogelijk om met dergelijke ouderdomsgerelateerde problemen nog lang een goed, gezond en zelfstandig leven te hebben.
bejaarden / ouderen / senioren / 65+'ers
Zo zijn voor personen van gevorderde leeftijd (ouder dan 65 jaar), die gewoonlijk niet meer voor de kost hoeven te werken, aanduidingen als senioren, ouderen en bejaarden in omloop.
Vernauwingen in de beenslagaders (etalagebenen) ontstaan door slagaderverkalking. Door de vernauwing vermindert de bloedtoevoer naar de benen. De beenspieren krijgen minder zuurstof, en dit geeft pijnklachten bij het lopen. Etalagebenen ontstaan langzaam.
Een drop attack ontstaat door een kleine verstoring van de bloedvoorziening in de hersenen, waardoor de spieren plots hun spankracht verliezen. De patiënt zakt letterlijk door de benen en valt.
Onder neurologische uitvalsverschijnselen verstaat men uitval van motoriek (verlamming), van het gevoel ('verdoofd gevoel') en van gehoor, gezichtsvermogen of spraak. De aard van het functieverlies hangt nauw samen met schade aan een specifiek deel van de hersenen (zie figuur).
Nachtrust mensen met dementie verbeteren
Ze functioneren minder goed en het kan zorgen voor eiwitopstapeling en daardoor verdere achteruitgang. Mensen met dementie worden overdag vaak minder actief en vallen dan soms zelfs in slaap. Door die 'middagdutjes' zijn ze 's avonds niet moe genoeg om goed te kunnen slapen.
Dementie is een progressieve ziekte. Dat wil zeggen dat iemand steeds verder achteruit gaat en uiteindelijk aan of met deze ziekte zal overlijden. Na de diagnose dementie gaat een persoon meteen de palliatieve fase in. Deze fase duurt echter gemiddeld tussen de 6 en 8 jaar.
Symptomen van dementie herkennen. De eerste verschijnselen van dementie verschillen per persoon en per ziekte. Het valt op dat iemand terugkerende geheugenklachten, gedragsproblemen en veranderingen in karakter heeft. Iemand heeft bijvoorbeeld moeite om te onthouden welke dag het is, of wordt sneller boos.
Veranderingen in gedrag en karakter
Dementie kan het gedrag en het karakter aantasten. Daardoor krijg je te maken met onverwachte stemmingswisselingen, verward, achterdochtig, depressief of angstig gedrag. Je naaste kan ineens boos of verdrietig zijn, of ongeremd dingen doen die ze anders nooit deed.
Ernstig aangedane patiënten kunnen zonder hulp zelfs helemaal niet meer staan; dit noemt men astasia-abasia. Soms wijzen specifieke kenmerken van de loopstoornis al in de richting van de juiste diagnose.
De neuroloog onderzoekt de spierreflexen om inzicht te krijgen in het functioneren van de motorische zenuwen en de zenuwverbindingen in het ruggenmerg en de toestand van de perifere zenuwen. De neuroloog kan de reflexen opwekken door met een reflexhamer zachtjes tegen bijvoorbeeld de knie of de enkel te slaan.
Wat kunt u verwachten? U komt bij de neuroloog terecht wanneer u klachten hebt als dubbelzien, tintelingen, uitstralende pijn in been of arm, duizeligheid, spierzwakte of verlammingsverschijnselen. Ook bij slaapstoornissen, storingen in bewustzijn, geheugen, taal, spraak en beweging wordt de neuroloog ingeschakeld.