Net als bij mensen heeft het ene paard het sneller koud dan het andere paard. Koudbloeden kunnen vaak beter tegen de kou, maar ook dat verschilt per paard. De thermoneutrale zone (de temperatuur waarbij een paard zichzelf op temperatuur kan houden) is afhankelijk van de vacht van het paard.
Als een paard het toch wat koud heeft in de winter zullen de haren omhoog gezet worden. Dit zorgt voor een isolatielaag van lucht tussen de haren. Wanneer dit niet voor voldoende warmte zorgt en het paard het echt koud heeft dan zal hij gaan rillen.
Bij afwezigheid van wind en vocht verdragen paarden temperaturen van of iets onder de 0° F. Als paarden toegang hebben tot een schuilplaats, kunnen ze temperaturen tot -40° F verdragen. Maar paarden voelen zich het prettigst bij temperaturen tussen de 18° en 59° F, afhankelijk van hun vacht.
Wanneer een paard het koud heeft, zal hij beginnen bibberen. Dit lijkt een beetje op spierspasmen. Hierdoor zal het paard meer energie moeten verbranden.
Een paard kan altijd buiten staan, ook bij heel warm of koud weer. Wel is het belangrijk om het paard te beschermen tegen invloeden van buitenaf, zoals het weer of insecten. Een goede bescherming kan zijn een beschutte plek in de wei, of het aankleden van het paard met een paardendeken.
In ons klimaat kunnen paarden het overgrote deel van het jaar buiten blijven. Staan ze permanent of voor een langere periode buiten, dan hebben ze wel beschutting nodig tegen tocht en vocht. De behoefte aan beschutting varieert naargelang het ras, de leeftijd en de gezondheidstoestand van het paard.
Suikergehaltes stijgen en daarom is er een verhoogd risico op hoefbevangenheid bij vorst . Ook geeft het gras bij temperaturen onder het vriespunt suikers af die als antivries werken. Slimme planten! Houd hoefbevangen paarden goed in de gaten bij zulke weersomstandigheden.
Als de (gevoels)temperatuur verder daalt, heeft een paard extra energie nodig voor zijn onderhoudsbehoefte. Als je paard het echt koud heeft staat hij te rillen.Hierdoor brengt hij spieractiviteit op, door dit te doen gaat de kerntemperatuur weer omhoog. Controleer met behulp van een thermometer zijn temperatuur.
Ongelukkige paarden zijn vaak lusteloos en ongeïnteresseerd. Ze vertonen dikwijls stereotiep gedrag – zoals weven, kribbebijten, luchtzuigen, schrapen, schudden met hun hoofd – en kunnen agressief zijn.
Voor paarden is dat eigenlijk al te warm.Die voelen zich pas écht comfortabel als het kwik naar tien tot nul graden zakt. Dat is ook de reden waarom paarden 's winters "fris" zijn. Fris betekent in die context niets anders dan actiever, drukker (en soms ook vervelender).
Het kan raadzaam zijn om oudere paarden of zieke paarden een deken te geven, omdat ze doorgaans meer moeite hebben om hun lichaamswarmte te reguleren. Oudere paarden kunnen ook last krijgen van een artritische opflakkering door de kou en vochtigheid, waardoor er minder beweging is en dus ook minder lichaamswarmte wordt aangemaakt .
In de winterperiode kunnen paarden bij langdurige regen flink afkoelen. Mensen vinden dat vaak zielig. Paarden hebben echter een uitstekende temperatuurregeling en kunnen veel beter tegen koude dan wij. Belangrijk daarbij is dat ze voldoende ruwvoer hebben.
Als ze er ingetrokken uitzien, het koud hebben achter hun oren of er gewoon een beetje ellendig uitzien als het kouder wordt , is het misschien de beste optie om ze 's nachts binnen te halen. Dunnere paarden kunnen buiten worden gehouden, maar hebben voldoende voer nodig om ze in beweging te houden.
Een paard voelt zich comfortabel in temperaturen van -7 tot +10 graden." "Alles onder -7 is koud voor een paard, alles boven die +10 is warm", legt Tondeleir uit. Dus paarden kunnen tijdens deze kou zonder problemen buiten blijven staan.
Paarden zijn zoogdieren en hebben net als mensen een warmbloedig lichaam. Wanneer de lucht om hen heen kouder is dan hun lichaamstemperatuur, wordt de warmte overgedragen aan de omgeving en koelen ze af .
Een geschoren paard heeft in de winter een winterdeken nodig. Niet geschoren paarden hebben in de regel pas een deken nodig als de buitentemperatuur onder de -5 graden komt. Let wel goed op, want de gevoelstemperatuur kan door de wind (en regen) aanzienlijk lager zijn dan de daadwerkelijke temperatuur.
Zijn hoofd is verlaagd en zijn oren onbeweeglijk met de nek gestrekt (open kaak-nekhoek) en op hetzelfde niveau als de rug . Dit wordt beschreven als een 'teruggetrokken' houding en verschilt aanzienlijk van die van een paard dat zijn omgeving observeert, wiens nek hoger wordt gehouden en wiens oren nieuwsgierig bewegen.
Als het paard je zachtjes met zijn hoofd duwt, is dit een verzoek. Heb je misschien een lekkere wortel in je tas? Het hoofd omhoog trekken is daarentegen meer een defensieve houding.
Maar kúnnen paarden eigenlijk wel huilen, of speelde er soms iets anders? Ellen de Boer, een psycholoog die gespecialiseerd is in gedragstherapie bij dieren, weet het niet zeker. “Dat paarden verdrietig kunnen zijn en kunnen rouwen, dat staat vast,” zegt ze.
2. Hoe zie je dat een paard het koud heeft? Wanneer een paard het echt koud heeft staat hij te rillen. Hij doet dit om de spieractiviteit op gang te brengen.
Uiteraard bibbert een paard om dezelfde reden als wij, het is koud . Het ziet er echter anders uit, want hun tanden klapperen niet en hun hele lichaam begint te trillen. Bij lichte bibberingen merk je misschien niet eens veel, vooral als ze rondlopen.
Een stressgevoelig paard zal meer plassen en mesten. Daarnaast zal een gestrest paard eerder schrikken en snel vluchtgedrag vertonen, ook als er eigenlijk geen reden is om te vluchten. Daarnaast luistert het paard minder goed en gaat hij gedrag vertonen dat je niet van hem gewend bent, zoals bokken.
Het lichaam wordt bijvoorbeeld minder weerbaar en sneller vatbaar voor ziektes. Paarden kunnen staand slapen. Echter, ze kunnen niet staand in de REM-slaap komen. Dat kan alleen maar als ze liggen, omdat het ontspannen van het totale lichaam hiervoor essentieel is en dat kan alleen maar liggend.
Frisse winterlucht is gezond
Als de bodem nog goed is zet je paard dan gewoon buiten. De frisse winterlucht is goed voor de longen en zorgt ervoor dat je paard minder snel zal gaan hoesten. Als je paard buiten staat, kan je de staldeuren even goed open zetten, waardoor het goed kan doorluchten.
Mensen denken vaak dat hoefbevangen paarden pas op bevroren gras mogen grazen als de zon de vorst heeft gesmolten. Dat is echter niet helemaal juist: ze mogen pas op het gras grazen als de nachttemperaturen weer boven de 5°C uitkomen en/of het bewolkt is .