Rond de 8 maanden begint je baby waarschijnlijk op haar buik achteruit te tijgeren met haar buik op de grond. De meeste baby's tijgeren eerst achteruit voordat ze leren vooruit te tijgeren. Je kunt het vooruit tijgeren op verschillende manieren stimuleren.
Achteruit kruipen
De ontwikkeling van een baby gaat steeds van top tot teen, zodat de armspieren meestal vroeger ontwikkeld zijn dan de beenspieren. Daarom zal je baby waarschijnlijk enkel op de armen steunen. Hierdoor kruipt je baby achteruit, met de buik tegen de grond.
De meeste baby's zijn gemiddeld tussen de 7 en 10 maanden als ze gaan kruipen. Maar er zijn ook baby's die pas later gaan kruipen (of gaan billenschuiven) of de hele kruipfase overslaan en meteen gaan lopen. Ook hier geldt: maak je niet gelijk zorgen als het bij jouw baby anders gaat.
Kan het moeilijkheden geven als een kind het kruipen overslaat? An Jansen: Wees gerust, het is niet zo dat die kinderen sowieso bewegingsproblemen krijgen. Wel houden we hun ontwikkeling beter in de gaten. Door niet te kruipen, hebben ze bepaalde vaardigheden namelijk minder goed geoefend.
Je baby gaat kruipen
Vanaf ongeveer een halfjaar worden kinderen wat mobieler. Veel baby's beginnen uit zichzelf met kruipen, maar er zijn ook baby's die de kruipfase overslaan.
De meeste baby's beginnen trouwens pas met kruipen als ze zelfstandig kunnen zitten. Vanaf dat moment zijn de spieren sterk genoeg om voldoende rompbalans op te bouwen en dus om te kruipen. Toch kan niet iedere baby zitten voor hij kan kruipen.
Kruipen, een belangrijke fase
Hij stimuleert ook de verbinding tussen de twee hersenhelften en dat is cruciaal voor zijn ontwikkeling. Bovendien krijgt hij al kruipend meer bewegingsvrijheid, oefent hij op ruimtelijk inzicht en verbetert hij zijn oog-handcoördinatie.
Van tijgeren naar kruipen
De meeste baby's beginnen in de periode tussen 7 en 9 maanden met kruipen. De methode die ze daarbij gebruiken, verschilt per kind. Meestal begint het met een schuivende beweging.
Er is sprake van hoogdbegaafheid als een kind een IQ hoger dan 130 heeft. Vaak zijn ze ook creatiever in hun denkwijze en hebben ze veel doorzettingsvermogen. Er is wel een verschil tussen hoogbegaafdheid en een ontwikkelingsvoorsprong. Kinderen die voorlopen in hun ontwikkeling, hebben een ontwikkelingsvoorsprong.
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Tussen de 7 en 13 maanden leren de meeste baby's om zelfstandig te kunnen zitten. De rug- en nekspieren zijn dan sterk genoeg om zijn lijfje omhoog te houden.
Gemiddeld gaan baby's met negen maanden zich optrekken tot staan. Maar er zijn ook baby's die dat al eerder doen of juist later. De meeste baby's kunnen staan als ze een jaar oud zijn.
Meestal stappen kinderen tussen de 8 en 15 maanden aan de hand, en volgen de eerste losse stapjes rond 12-15 maanden. Het zelfstandig lopen verschilt van kind tot kind. Sommige kleintjes kunnen het pas op 18 maanden terwijl enkele uitzonderingen al stappen voor hun eerste verjaardag.
Niet te lang achter elkaar zitten
Het is het beste om je kind maximaal een uur achter elkaar te laten zitten. Ook als je kind al goed zelfstandig kan zitten, bijvoorbeeld in de kinderstoel. Pas als je kind goed zelfstandig kan gaan zitten, kun je het in een kinderzitje voor op de fiets meenemen.
Als de bovenste helft van de rug recht wordt dan kan een kindje leren om te gaan zitten. Dit is doorgaans rond de 8-9 maanden. Dit is vaak 1 of 2 maanden nadat ze voor het eerst gingen tijgeren of kruipen.
De meeste baby's gebruiken 'mama' of 'dada' als naam voor hun ouder rond de leeftijd van 7 tot 12 maanden. De eerste woordjes (anders dan 'mama' of 'dada') zeggen veel baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kind 2 jaar is, zegt hij zinnen van 2 tot 4 woorden.
Als je baby gaat billenschuiven, is dat in principe niet erg. Het is een normale variant in zijn ontwikkeling, een alternatief voor kruipen. Billenschuiven kan wel wat gevolgen hebben voor de ontwikkeling van je kind.
Een baby rolt op zijn buik, en weer terug naar zijn rug, als hij zo'n negen maanden oud is. Vanaf dat moment kan hij ook gaan tijgeren: het kindje trekt zich met arm of armen vooruit (eerst een poosje achteruit) op de buik. Daarna volgt meestal al vrij snel ook kruipen op handen en knieën.
Maar wat is poepschuiven eigenlijk en wat kun je eraan doen? Baby's die op hun poep of billen schuiven zien het als hun manier om zich voort te bewegen, een alternatief voor kruipen dus. Ze zitten op hun billen en schuiven voor- of achterwaarts over de vloer door zich met hun voeten of handen voort te duwen.
Duimpje in een gespannen vuistje: betekent dat je baby zich hevig inspant. Als de nageltjes in de handpalm worden gedrukt is je baby boos of wil zich afsluiten voor nog meer indrukken. Los knuistje: met de vingers los om de duim betekent rust (meestal bij slaap).
Als je baby zich nog niet omrolt, let dan op de volgende tekenen die erop kunnen duiden dat het eraan zit te komen: Eerst zal je merken dat hij of zij de armen gebruikt om de rug te krommen en de borst omhoog te duwen. Hij of zij begint ook op het buikje te schommelen en met zijn of haar beentjes te schoppen.
30 minuten 'Tummy Time' per dag
Omdat geweten is hoe belangrijk buiklig is voor de sensomotorische ontwikkeling en om het risico op schedelafvlakking te beperken, wordt daarom geadviseerd minstens een half uurtje per dag 'tummy-time' in te lassen in de wakkere periode van je baby.