Oorwormen komen vooral binnen op plaatsen waar dicht tegen het huis een composthoop, openhaardhout of bv. veel bloembedden zijn. Ook via (slecht onderhouden) houten dakwerk kunnen oorwormen binnenkomen. Binnen houden oorwormen zich liefst op in vochtige donkere schuilplaatsen.
Oorwormen zijn omnivoren en hebben een voorkeur voor een vochtige omgeving met rottend organisch materiaal. Ze verblijven vaak in composthopen en andere rustige plaatsen waar ze (dode) insecten en plantenresten kunnen vinden. Oorwormen jagen voornamelijk 's nachts op insecten maar worden aangetrokken door licht.
De voortplanting van oorwormen is bijzonder, omdat het vrouwtje een verregaande vorm van broedzorg kent in vergelijking met andere insecten. Zodra de eitjes zijn afgezet onder een steen of blad, worden ze door het vrouwtje verzorgd. Ze likt regelmatig de eieren schoon om uitdroging en beschimmeling te voorkomen.
De beste manier om van oorwormen af te komen is om ze in de val te lokken. Ze willen zich graag verstoppen in een vochtige en donkere omgeving, dus maak daar gebruik van. Leg stukken holle tuinslang of bamboe op de plekken waar veel oorwormen zitten. Ze zullen hier 's nachts in kruipen en 's ochtend er weer uit komen.
De gewone oorworm is de meest algemeen voorkomende soort in Nederland en wordt in de volksmond ook wel eens oorkruiper genoemd. Er bestaat namelijk een legende dat oorwormen in oren kunnen kruipen en zo het trommelvlies kunnen beschadigen. Dit is onjuist; oorwormen zijn volkomen onschadelijk voor de mens.
Ze overwinteren in de grond, aan de voet van de boom. De eitjes die de vlinders bij de bladknoppen afzetten, om hun rupsjes het volgende jaar van het verse jonge blad te laten genieten, zijn bij hem al door de oorwurmen weggevreten.
De volwassen exemplaren kunnen zich na enige dagen tot weken ook voortplanten. Oorwormen kunnen in vergelijking met andere insecten vrij oud worden al hangt de levensduur af van de soort. Van de gewone oorworm is bekend dat een volwassen exemplaar ongeveer acht tot tien maanden oud kan worden.
Hij kan ons niet bijten en met zijn tang komt hij niet door onze huid. Je voelt weliswaar dat hij je knijpt als hij zich aangevallen voelt maar pijn doet het niet. In Nederland komen vijf soorten voor en wat de meeste mensen niet weten is dat ze kunnen vliegen.
d.i. een gemelijk, ontevreden gezicht, als een wesp, als een poelsnip, als de deur van het rasphuis (fr. avoir l'air comme une porte de prison); ook: kijken, een gezicht hebben, zetten als een oorworm, als uitdrukking van gemelijkheid, van onvergenoegdheid.
Een vreemd voorwerp in de gehoorgang is een voorwerp dat er normaal niet thuishoort. Vooral bij kinderen komt het nogal eens voor. Vaak gaat het om kraaltjes, erwten, pitten of iets gelijkaardigs. Als het bij volwassenen voorvalt, dan gaat het meestal om een insect of een achtergebleven stuk van een wattenstaafje.
Voedsel Een oorworm is een echte opruimer, hij eet alles. Plantaardig voedsel, dierlijk voedsel, dood of levend, het maakt eigenlijk niet uit. Daarom kunnen ze bijzonder goed overleven. Als de ene soort voedsel opraakt, kunnen ze heel makkelijk overschakelen op een andere.
Dit is een oorworm, een op de bodem levende geleedpotige met een heel bijzondere eigenschap. Hoewel het insect zelden vliegt, heeft het origami-achtige vleugels. Zijn achterste vleugels zijn zeer compact als ze onder de kleine, leerachtige voorste vleugels zitten gevouwen.
De oorworm wordt ongeveer 2 centimeter lang en heeft een bruine kleur. De oorworm heeft op zijn rug twee vleugeltjes die hij opgevouwen heeft en onder zijn dekschilden heeft verborgen. Oorwormen kunnen goed vliegen. Aan zijn achterlijf heeft de oorworm opvallende, tang-achtige uitsteeksels aan de achterzijde.
Wanneer u de wantsen kwijt wilt kunt u ze het beste opzuigen met de stofzuiger. Daarna wel de stofzuigerzak vervangen. Vervolgens kunt u het beste in het voorjaar, wanneer de wantsen weer uitgevlogen zijn, buitenom langs de gevel van uw woning alle gaten en kieren afkitten waar wantsen door naar binnen kunnen komen.
Ze bijten of knijpen niet en richten binnenshuis ook geen schade aan. Oorwormen zijn voornamelijk aaseters en rovers. Ze voeden zich met dood plantenmateriaal, kleinere insecten, larven en slakken. Wanneer ze in grote aantallen voorkomen, kunnen ze zich ook voeden met bloemen, groenten of fruit.
De oorworm heeft één generatie per jaar. In het vroege voorjaar legt het vrouwtje 40-80 eieren in een ondergronds nest.
Kop. De kop bevat de ogen, de kaakdelen en de voelsprieten. Insecten hebben twee voelsprieten waarin zich soms de smaak- en reukzintuigen bevinden en soms ook de oren. Bij bijen, vlinders en sommige vliegen zitten de smaakzintuigen overigens op de poten.
Geen wonder dat van alle diersoorten driekwart tot de insecten behoort. Alleen in Nederland zijn er al zo'n 20.000 soorten. Over de hele wereld zijn er minstens een miljoen verschillende soorten insecten.
Een ander mooi onderdeel van de oorworm is zijn 'nijptang' aan het achterlichaam. Een vervaarlijk ogend instrument, dat wel, maar echt knijpen kan hij er niet mee. Het dient vooral om vijanden af te schrikken.
De volwassen gaasvliegen eten zowel bladluizen als nectar en stuifmeel van planten. De wormachtige larven leven voornamelijk van bladluizen. Gaasvliegen worden hierdoor gezien als zeer nuttige insecten, zowel de larven als de volwassen insecten.
Haften leven het kortst van alle volwassen dieren. Ze worden daarom ook wel eendagsvlieg genoemd. Na een bestaan van 2 jaar als nimf in het water veranderen ze in vliegende volwassen insecten, paren en sterven. Dit alles in één dag.
Waarom 'OORwurm'?
Heel vroeger werden oorwormen gedroogd en vermalen als middel tegen doofheid. Later ontstond ten onrechte het volksgeloof dat oorwormen graag in je oor kruipen.
Ze leven het grootste deel van hun leven onder water maar zodra ze uit het water komen zijn ze letterlijk ten dode opgeschreven want ze kunnen in dat stadium niet meer eten. Het volwassen stadium heeft enkel de voortplanting als doel en ze leven daarom slechts enkele uren tot enkele dagen.
Een natuurlijk onderkomen voor oorwormen is onder bladerhopen of hooi, of tussen de richels van de bast van een boom of onder takken die op de grond liggen. Maar je kunt ook een oorwormhuisje maken. Of direct een aantal. Deze huisjes voor oorwormen kun je ophangen of neerzetten.