Dysartrie. Als je dysartrie hebt, dan kun je de spieren waarmee je praat minder goed bewegen. Dit maakt het lastig om woorden duidelijk uit te spreken. Ook kan het zijn dat je stem anders klinkt en dat het moeilijker is om adem te halen.
Vaak is dit het gevolg van een neurologische aandoening, bijvoorbeeld een beroerte, Multiple Sclerose of de ziekte van Parkinson. Ook overmatige spanning, zoals in een drukke periode met veel zorgen of stress, kan voor problemen zorgen.
Oorzaak spraakproblemen
Bij een spraakprobleem zijn er problemen in de mond- en tongbewegingen, waarmee klanken en woorden worden gevormd. Dit kan komen door: Problemen met de spraakontwikkeling door gehoorproblemen of door veel duim- of speen zuigen. Een stembandaandoening.
Afasie wordt veroorzaakt door een hersenbeschadiging. Het hersenletsel ontstaat plotseling, bijvoorbeeld door een beroerte of een trauma. Vaak is verbetering mogelijk. PPA ontstaat geleidelijk, en wordt steeds erger.
Onzinwoorden. Afasie is het gevolg van een beschadiging aan de hersenen door bijvoorbeeld een hersenbloeding of een herseninfarct, ook wel een beroerte genoemd (in het Engels stroke; de officiële term is CVA, voor Cerebro Vasculair Accident: een ongeluk in een bloedvat van de hersenen).
Mensen met afasie ervaren problemen met taal in alle modaliteiten: spreken, begrijpen, lezen en schrijven.
Door afasie krijg je problemen met taal. Zoals moeite met lezen, schrijven, spreken, en begrijpen wat iemand zegt. Dit maakt het lastig om bijvoorbeeld te begrijpen wat ze op tv zeggen, of wat er in de krant staat. Zo kun je regelmatig moeite hebben met het vinden van het juiste woord.
Bijna altijd is er in de eerste 3 maanden na het ontstaan van afasie enig spontaan herstel van de taal. Zelden of nooit is dat herstel volledig. Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak verbetering te verkrijgen. Degene die kan helpen met het oefenen van de taal is de logopedist.
Primaire Progressieve Afasie (PPA) is een vrij zeldzame vorm van dementie, die in de eerste twee jaar, en soms langer, alleen het taalgebied in de hersenen aantast. Hierdoor kan je naaste met PPA nog lang zelfstandig van alles doen: tuinieren, koken en bridgen.
Bij broddelen horen veel kenmerken, zoals: snel spreken (en onregelmatige spurts in de spraak), over woorden struikelen, woorden in elkaar schuiven, veel "uh's", herhalingen, onduidelijk spreken, veel stopwoordjes, weinig pauzes, enzovoort. Met een juiste diagnose kunnen veel mensen die broddelen worden geholpen.
Brain fog is het gevoel dat het denken, begrijpen en onthouden niet goed lukt. Je voelt je niet helder, suffig, vergeetachtig, verstrooid of wat verward en kan moeite hebben met je te concentreren of met het oplossen van problemen. Het lukt misschien niet (of moeizaam) om op woorden te komen en wat je wil zeggen.
Er kunnen verschillende lichamelijke klachten ontstaan, zoals spierzwaktes en moeite met praten. Zo kan een van de ledematen door stress 'uitvallen' of verlamd raken, zoals een been of arm. Je hebt hier dan geen gevoel meer in of kan deze niet meer gebruiken.
Praat dan met de jeugdarts of de jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau of de huisarts. Of neem contact op met een logopedist in de buurt. Je kunt het niveau van de taalontwikkeling testen op Kindentaal.nl.
Bijna altijd is er na het ontstaan van afasie enig spontaan herstel van de taal. Zelden of nooit is dat herstel volledig. Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak enige verbetering te verkrijgen.
Maar terwijl de klassieke vormen van afasie gekarakteriseerd worden door plotseling hersenletsel en taalverlies, is Primaire Progressieve Afasie toch echt een vorm van dementie, omdat de ziekte toenemende (progressieve) aantasting van de hersenen veroorzaakt.
Personen met een afasie van Broca: spreken niet vloeiend: - Het spreken kost hen veel moeite en er zijn veel pauzes. - De zinsbouw is sterk vereenvoudigd en sommige personen spreken in zinnen van één à twee woorden (telegramstijl).
Soms heeft een kind een probleem in het taalsysteem. Dit kan dysfasie zijn. Dysfasie is een neurologische stoornis in de spraak-taalontwikkeling: het kind begrijpt meestal veel meer van wat anderen zeggen dan het zelf kan zeggen. Dysfasie komt best vaak voor, ook de ernstige vormen.
Maak oogcontact en let goed op non-verbale signalen (mimiek, intonatie, gebaren). Maak duidelijk waar het gesprek over gaat. Gebruik eventueel een tekening, afbeeldingen of foto's om het onderwerp te verduidelijken. Spreek rustig en in korte zinnen, benadruk de belangrijkste woorden uit een zin.
De behandeling is gericht op de individuele problematiek. Er worden oefeningen gedaan om het begrijpen, spreken, lezen en schrijven te verbeteren. Ook wordt de patiënt en zijn directe omgeving geleerd hoe zij op een andere manier met elkaar kunnen communiceren. Het kan zijn dat een communicatiehulpmiddel zinvol is.
Er zijn 2 soorten taalstoornissen. Stoornissen die ontstaan bij het leren van taal door kinderen (taalontwikkelingsstoornissen). Deze komen het meest voor. En er zijn stoornissen die later ontstaan, bijvoorbeeld door hersenletsel.
Het is een taalstoornis (fatische stoornis) waarbij er sprake is van een woord- en naamvindstoornis. Een patiënt begrijpt wel wat er tegen hem wordt gezegd en is ook grotendeels in staat zich uit te drukken, in tegenstelling tot bij respectievelijk de sensorische en de motorische afasie.
Afasie kan blijvend zijn, maar ook tijdelijk. De hersenen zijn gedeeltelijk in staat zich aan te passen aan veranderingen na een beroerte, maar de mate waarin een taalfunctie herstelt is verschillend. Als er geen verder herstel meer mogelijk is richt de therapie zich op het leren omgaan met de veranderingen.