Donderdag is genoemd naar de Germaanse god Donar (Thor), de god van de donder. Donar werd vereenzelvigd met de Romeinse god van het onweer, Jupiter. Vandaar ook dat de dies Iovis ('de dag van Jupiter') door de Germanen naar Donar werd vernoemd.
De weekdagen zijn genoemd naar goden uit Romeinse en Germaanse sagen en mythologie. De vijfde weekdag is vernoemd naar de god Donar. Donar, ook wel Thor genoemd, was de god van het onweer.
Toen in de eerste eeuw voor Christus de Juliaanse kalender werd ingevoerd, bestond een week voortaan uit zeven dagen. Dat systeem hadden de Romeinen overgenomen van de Babyloniërs. Maar die zeven dagen moesten nog wel een naam. Zo ontstonden de namen van de weekdagen.
zondag: een vertaling van het Latijnse dies solis ('dag van de zon'). maandag: een vertaling van het Latijnse dies lunae ('dag van de maan'). dinsdag: waarschijnlijk genoemd naar een verder onbekende, Germaanse god Thingsus, de god van de volksvergadering.
De namen voor de dagen van de week komen net als die van de maanden oorspronkelijk van de Romeinen en de Germanen. De Romeinen hebben de dagen ooit vernoemd naar de goden en hun corresponderende hemellichamen: de zon, de maan en 5 planeten.
Standaard wordt de werkweek gedefinieerd als maandag tot en met vrijdag met een werkdag van 9.00 tot 17.00 uur. De eerste dag van de week is zondag.
De naam woensdag is afgeleid van Wodans dag. Deze Germaanse naam komt overeen met de Latijnse benaming Dies Mercurii: de dag van de god Mercurius, waar de planeet Mercurius zijn naam ook aan te danken heeft. De Germaanse god Wodan (Wotan|Woden) beschouwde men als dezelfde god als Mercurius.
Zaterdag is een vertaling van het Latijnse dies Saturni: dag van Saturnus, de god van de landbouw. Zater is een verbastering van Saturnus.
Jupiter. Jupiter is vernoemd naar de Romeinse god Jupiter en de grootste planeet van ons zonnestelsel.
Dinsdag:
Genoemd naar Tiw, een Germaanse god. Maar Martes (Spaans) of Mardi (Frans) is gewijd aan Mars, de oorlogsgod van de Romeinen.
Met deze maatregel stelde paus Gregorius XIII in 1582 de kalender in zoals we die nu kennen. De verdeling van de week in zeven dagen werd echter bedacht door keizer Theodosius die het Christendom tot de belangrijkste godsdienst verhief.
Numa Pompilius voegt twee maanden aan het jaar toe: januari en februari. De maand januari vernoemen de Romeinen naar de Romeinse god Janus. Deze god van het nieuwe begin heeft twee gezichten en kijkt twee richtingen uit.
Oorspronkelijk kende de Romeinse kalender maar tien maanden en begon het jaar in maart. De laatste maand van het jaar, december, werd gevolgd door een naamloze winterperiode. Deze twee maanden kregen in de zevende eeuw voor Christus de namen januari en februari. Later werd januari de eerste maand van het jaar.
Johann Michael Ferdinand Heinrich Hofmann (19 maart 1824 - 23 juni 1911) was een Duitse schilder die bekend stond om zijn vele schilderijen die het leven van Jezus Christus uitbeelden.
Laatste Avondmaal
Witte Donderdag gaat vooraf aan de vrijdag waarop Jezus aan het kruis sterft, de zogeheten Goede Vrijdag.
Op Witte Donderdag herdenken christenen het laatste avondmaal van Jezus. Het is één van de dagen uit de Goede Week. Nog steeds vieren christenen het Avondmaal of Eucharistie.
Juno was de vrouw van Jupiter en de godin van het huwelijk.
Het voorkomen van grote hoeveelheden vloeibaar water aan het aardoppervlak onderscheidt de Aarde van andere planeten. Vanwege dit feit wordt de Aarde wel de "blauwe planeet" genoemd.
Jupiter (Latijn: Iuppiter of Iupiter; in dichterlijk Nederlands vroeger ook Jupijn), is een figuur uit de Romeinse mythologie. Hij is de oppergod en god van de hemel en het onweer. Hij is de zoon van Rhea en Saturnus, en de jongste broer van Ceres, Vesta, Pluto, Neptunus en Juno.
Zondag is genoemd naar deze dag die in de Romeinse tijd aan de zon en naar de Godin Sól of Sunna was gewijd en die in het overgrote deel van de christelijke wereld wordt gevierd als de 'dag van de Heer' (Latijn: dies domenicus, waarvan Frans: dimanche; Italiaans: domenica).
De naam april komt vermoedelijk van het Latijnse werkwoord aperire, dat "openen" betekent. Waarschijnlijk verwijst dit naar de groei van de planten en bloemen in de lente. Een andere theorie stelt dat de naam is afgeleid van een woord dat 'tweede' betekent, of van Aperta, een bijnaam van Apollo.
Verschillende oude beschavingen voerden een week in die gebaseerd was op zeven hemellichamen: de zon, de maan, plus de vijf planeten die 's nachts voor de mens zichtbaar zijn: Mars, Mercurius, Saturnus, Venus en Jupiter.
De naam vrijdag is afgeleid van Friia's dag. Deze Germaanse naam komt overeen met de Latijnse benaming Dies Veneris, de dag van Venus, genoemd naar de gelijknamige planeet. Deze planeet ontleende zijn naam aan de gelijknamige godin Venus. De Germaanse godin Friia beschouwde men als dezelfde godin als Venus.