Een paard heeft hoeven. Om te voorkomen dat de hoeven afslijten door het lopen op straat, krijgen paarden hoefijzers aangemeten. Die worden gemaakt door de hoefsmid. Die maakt de hoefijzers op maat en spijkert ze dan in de voet van het paard.
Alleen bij paarden die in het verleden ooit hoefbevangen zijn geweest, een pees- of ander beenprobleem hebben, kan het nodig zijn om speciale ijzers te gebruiken, om ze te ontlasten. In dat geval worden vaak ook zooltjes met een dempende kitlaag gebruikt, om de paarden zo comfortabel te kunnen laten lopen.
Hoefijzers worden onder de hoef genageld wanneer de hoef in zijn gesloten, 'los-van-de-grond' positie verkeert. Zodra er een hoefijzer onder zit kan de hoef nauwelijks meer spreiden tijdens het grondcontact, de pompfunctie gaat grotendeels verloren; er ontstaat een gebrek aan bloed en voedingsstoffen in de hoef.
De juiste hoefverzorging
Je kunt de hoef van een paard vergelijken met je eigen hand. Je hand is gevoelig, de nagels kun je knippen. De kroonrand (buitenrand) van de hoef is te vergelijken met je nagels. Het paard heeft hier geen gevoel in.
Zonder hoefijzers slijten de hoeven naar de verkeerde stand. Hoefijzers worden vaak aangeprezen als 'therapeutisch beslag'. Vaak wordt dan beoogd een bepaalde scheefheid te corrigeren of problemen hoger in de benen op te lossen.
Hoefijzers van paarden moet om de 6 weken gecontroleerd en vervangen worden. Voor paarden zonder hoefijzer geldt een periode van 2 – 4 maanden, dit hangt af van de kwaliteit de hoeven van het paard. Bij zachte hoeven helpt het ze regelmatig in te vetten. Als de hoef gezond is, moet het invetten vermeden worden.
Soms wordt een paard beslagen om hem beter gangwerk te geven, bijvoorbeeld bij tuigpaarden die met zwaardere ijzers hun benen meer heffen. En een hoefijzer kan helpen bij standcorrectie, wat soms nodig kan zijn bij bepaalde aandoeningen.
De juiste wijze is met het open gedeelte naar boven, in een U-vorm. Zo vangt men het geluk, dat van boven komt, op. Andersom zal het ijzer dat niet doen, sterker nog: er wordt gezegd dat dan het geluk eruit loopt.”
Hoefkanker is meestal erg pijnlijk bij aanraking, daarom vertonen veel aangetaste paarden ook kreupelheid. Maar kreupelheid is in het begin vaak subtieler dan latente gevoeligheid en wordt daarom vaak over het hoofd gezien als het eerste teken.
De uitvinding van het hoefijzer
Het is niet bekend wanneer of waar het hoefijzer is uitgevonden. Misschien is het hoefijzer uitgevonden in China en door de Hunnen naar Europa gebracht. Een andere theorie suggereert dat de Galliërs de eersten waren die een ijzer onder de hoef van een paard nagelden.
Pas vanaf de 9e eeuw zijn er hoefijzers gevonden waarvan met meer zekerheid gesteld kan worden dat het om hoefbeslag ging dat met nagels onder paardenhoeven werd bevestigd. Het hoefijzer is een uitvinding van 1200 tot 1600 jaar geleden.
Strooi wat zout over de verroeste delen om het vervolgens te besprenkelen met limoensap. Laat het goedje ongeveer 2 tot 3 uur intrekken voordat je het eraf scrubt. Je kan de schil van de uitgeperste limoen gebruiken om de roest eraf te schrapen. Natuurlijk kan je ook een citroen gebruiken, in plaats van een limoen.
Een hoefijzer is een metalen bescherming voor de hoeven van een hoefdier (meestal een paard of ezel, maar ook ossenijzers werden gebruikt). Het is een vlak stuk ijzer met gaten, waar een hoefsmid spijkers doorheen slaat (hoefnagels genoemd), om het ijzer onder de hoef te bevestigen.
Hoefijzers werden traditioneel op hun plaats gehouden met zeven spijkers, dit is het gelukkigste aantal.
De hoeven van wilde paarden slijten af op de rotsachtige of anderszins harde bodem waarover ze de hele dag lopen. De hoeven van onze huispaarden slijten onvoldoende af, zeker als ze voornamelijk op stal of in de wei staan. Daarom moeten paardenhoeven regelmatig bijgewerkt worden: het bekappen.
De glijders bestaan uit glijhouten beslagen met glij-ijzers, die zich naar voren lopend in de zogenaamde boeg verenigen. De glijhouten zijn blauw geschilderd en met bladgoud versierd. De boeg is bekroond met een houten adelaar.
Hoefverzorging gaat over de verzorging van de hoef van een hoefdier, zoals een paard. Naast de dagelijkse verzorging zoals uitkrabben en invetten gebeuren standcorrecties en beslaan meestal door een professionele hoefsmid.
Bekappen en beslaan
Naast een goede dagelijkse verzorging moeten de hoeven ook elke 6 tot 10 weken bekapt of beslagen worden zodat ze kort genoeg blijven en niet beginnen barsten. Indien dit niet gebeurt blijven de hoeven gewoon doorgroeien, met alle gevolgen van dien (kreupelheid, verkeerde stand, barsten, pijn,...).
Het paard moet sowieso één keer in de zes tot acht weken beslagen of bekapt worden, afhankelijk van de snelheid van de hoorngroei en aan de slijtage van het beslag.
De houding van je paard zegt alles
Om die reden is het belangrijk om elke zes tot acht weken een afspraak te maken met een hoefsmid. Afhankelijk van de snelheid waarmee de hoeven van jouw paard groeien kan deze periode iets korter of langer zijn! De hoefsmid maakt niet alleen de hoeven korter.
Een paard van twee jaar oud wordt een twenter genoemd. Vanaf driejarige leeftijd wordt er gesproken over een driejarige of een (jong) paard.
hoefsmid (100 euro, iedere 8 weken) wormonderzoek en wormkuren (50 euro per jaar) inentingen (40 euro per jaar + voorrijdkosten dierenarts) rijles (30 euro per les, 2 keer per maand)
Als jouw paard dag en nacht op een natte wei of paddock staat is het mogelijk dat de hoef teveel water opneemt. Dan worden de hoeven van jouw paard zacht. Dit kan je voorkomen door teer op de hoeven te smeren. Teer zorgt ervoor dat er geen water of vuil doorheen kan, maar zorgt er ook voor dat er niets uit de hoef kan.