De reden voor reflux en het teruggeven van melk zijn uiteenlopend. Heel vaak gaat het om lucht die de baby met de melk heeft ingeslikt.Misschien heeft de moeder een sterke toeschietreflex en kan de baby de sterke melkstroom niet verwerken.
De melk stroomt bij een baby gemakkelijk terug de slokdarm in. Zeker baby's van 1, 2, 3 of 4 weken spugen veel. Het spugen gaat vanzelf over als de organen verder zijn ontwikkeld. Er wordt al snel gesproken van reflux bij 'spugertjes', maar dat is vaak ten onrechte.
Iets spugen na de voeding is voor de meeste baby's normaal.
Soms loopt er een mondje vol voeding terug of komt er met een boertje wat voeding mee. Dit gebeurt bij baby's gemakkelijk, omdat de afsluiting tussen maag en slokdarm vaak nog niet goed werkt.
De helft van alle gezonde baby's spuugt minimaal 1 keer per dag. Het verschilt van mondjes teruggeven tot hele golven voeding die terugkomen. Als je kindje verder goed groeit, is er geen probleem. Reflux hoort er een beetje bij.
Heel wat baby's geven na of tussen de voeding melk terug (wel 70 %) Dit is heel normaal en heet 'regurgitatie'. De maaginhoud vloeit hierbij terug naar de slokdarm en uit de mond. Dit komt door de anatomische structuur van het punt waar de slokdarm overgaat in het maagje (die overgang vormt nog geen scherpe hoek).
Spugen is normaal en komt meerdere keren per dag voor bij gezonde baby's. Meestal heeft je baby hier geen of weinig last van. Spugen komt even vaak voor bij baby's die borstvoeding krijgen als bij baby's die flesvoeding krijgen. Het stopt bijna altijd voordat je baby 1 jaar oud is.
Wat is overstrekken? Overstrekken bij een baby betekent dat je baby zijn rugspieren continu aanspant, waardoor hun lijfje te strak en gespannen staat. Hierbij drukken ze hun hoofd in hun nek, hebben ze gebalde vuisten en kunnen ze als een plank op je arm liggen.
Een baby die vaak oprispingen heeft, heeft minder last als hij of zij 20 tot 30 minuten rechtop gehouden wordt na de voeding. Huilt je baby een tijdje na de voeding nog of blijft hij of zij onrustig, probeer dan opnieuw om hem te laten boeren.
Het verdwijnt bij meer dan 90 procent van de zuigelingen spontaan na 12 tot 14 maanden. Regurgitatie moet dus niet behandeld worden. Gastro-oesofageale reflux (GOR) is de terugvloed van maaginhoud in de slokdarm met of zonder regurgitatie en spugen.
Wanneer een baby zich verslikt, gaat hij hoesten. Zolang dit lukt, is je baby niet aan het stikken. Laat hem daarom hoesten en grijp niet in. Ga ook niet op het ruggetje kloppen of slaan, want dat kan de hoestprikkel negatief beïnvloeden.
Mensen bij wie de slokdarm jarenlang (chronisch) teveel wordt blootgesteld aan zure reflux kunnen een Barret slokdarm ontwikkelen, waarbij de slokdarm deels is bekleed met ander weefsel. Dit geeft een licht verhoogde kans op slokdarmkanker.
Als de maaginhoud van je baby in zijn slokdarm of mond terugkomt, dan heet dat reflux. Deze aandoening wordt voluit gastro-oesofageale reflux genoemd. Reflux komt bij baby's regelmatig voor omdat bij baby's de sluitspier tussen de slokdarm en de maag nog niet helemaal ontwikkeld is.
Leefstijl aanpassen bij reflux
In eerste instantie zal de behandeling van reflux bestaan uit het aanpassen van de leefstijl. Afvallen bij overgewicht, stoppen met roken of houdingsadviezen zullen aan bod komen. Een kleine aanpassing van de leefstijl kan namelijk al helpen om maagklachten te verminderen.
Reflux is heel gewoon bij baby's. Ze hebben er meestal geen last van en het hoeft niet zuur te zijn. In de loop van het eerste jaar ontwikkelt de sluitspier zich verder. Daardoor verdwijnt de reflux vanzelf als ze twaalf tot veertien maanden oud zijn.
Probeer uw kindje niet met twee handen onder de oksels op te pakken, hierbij kan het kindje gemakkelijk overstrekken. U kunt het kindje beter oppakken door één hand op de buik van de baby te leggen en het kindje op die hand te draaien.
Wat zijn de gevolgen van overstrekken
Ook kan overstrekken zorgen voor een motorische achterstand. Een baby die veel overstrekt ontwikkelt daarnaast erg sterke rugspieren, maar de buikspieren blijven vaak wat zwak. Het overstrekken gaat regelmatig samen met onrust en (veel) huilen.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Als je baby een mondje teruggeeft, is dat nooit veel, hoewel het voor veel moeders vaak wel veel lijkt. Het slokje melk dat terugkomt lijkt op melk of op dunne yoghurt. Als je baby soms, of zelfs altijd een mondje teruggeeft, hoef je er niks aan te doen. In de loop van de weken of maanden zal het vanzelf minder worden.
Voor baby's die last hebben van reflux, zou het kunnen helpen de reflux te verminderen door het hoofdje hoger te leggen dat het lichaam. Hierdoor kan het maagzuur niet makkelijk omhoog stromen waardoor je baby wellicht beter slaapt. Bijvoorbeeld met behulp van kussentjes, of een speciaal anti-reflux matras.
Borstvoeding geeft u op verzoek of ongeveer om de drie uur. Ook bij flesvoeding kunt u kiezen voor voeden op verzoek of ongeveer om de drie tot vier uur. Als uw baby overdag een langer dutje doet, kunt u hier vier uur tussen twee voedingen aanhouden.
Baby's geven heel makkelijk wat voeding terug, dat komt doordat het maagklepje bij baby's de maag nog niet goed afsluit.
Reflux bij baby's ontstaat meestal doordat het sluitspiertje tussen de slokdarm en de maag nog niet volledig ontwikkeld is. Ook een plotselinge verslapping van het sluitspiertje kan bij baby's de oorzaak zijn van het terugstromen van de maaginhoud.