Jongeren zijn financieel kwetsbaar.Ze hebben vaak flexibel werk en weinig tot geen vermogen waardoor ze geen buffer hebben om op terug te vallen. Daarnaast hebben veel jongeren een forse studie schuld van gemiddeld 15.000 euro. Het Nibud ziet een grote kans voor financiële scholing.
Maar hoe hoog zijn deze schulden van jongvolwassenen eigenlijk? Als het gaat om achterstallige rekeningen, blijkt dat dit bij de meeste jongvolwassenen niet meer is dan 50 euro (10%). Een klein deel van de jongeren (3%) heeft een achterstand van meer dan 1.000 euro.
Voordat er geld wordt uitgegeven, moet het eerst binnenkomen. Scholieren verdienen hun geld met bijbaantjes zoals kranten bezorgen of oppassen. Volgens een onderzoek blijkt dat jongeren tussen de 12 en 14 jaar gemiddeld € 48.60 per maand verdienen. Jongeren tussen de 15 en 19 jaar verdienen gemiddeld € 303.10.
Bijvoorbeeld bij de Belastingdienst of het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Waar kan je terecht? Jongeren tussen de 18 en 27 jaar kunnen zich gratis aanmelden bij Stichting ONSbank. Zij helpen jongeren in zes maanden 'een toekomst zonder schulden op te bouwen'.
Jongeren met schulden zijn vaak kwetsbaar. Zij hebben een beperkt besef van schulden en de gevolgen die dat heeft op de langere termijn. Schulden ontstaan meestal door het 'onschuldig' geld lenen van klasgenoten. Op dat moment beseffen jongeren nog niet dat zij hiermee feitelijk al een schuld hebben.
Het overgrote deel van scholieren spendeert geld aan snoep, drinken en snacks (71%). Ook aan mobiele telefoons (55%), kleding (58%) en wat leuks doen (zoals naar de bioscoop gaan, 52%) wordt veel besteed.
Bijvoorbeeld schulden die ontstaan door: Moeten terugbetalen uitkeringen of toeslagen. Moeten overbruggen lange doorlooptijd aanvraag uitkering of toeslag. Tekort aan kennis of vaardigheden: onwetendheid of lichamelijke, psychische of verstandelijke beperkingen.
Gemiddeld geeft een scholier 126 euro per maand uit. Omgerekend naar alle scholieren in Nederland (760.000) besteedt deze groep maandelijks 95,7 miljoen euro. Een twaalfjarige geeft per maand zo'n 70 euro uit. Zes jaar later, als hij 18 is, geeft de gemiddelde scholier vier keer zo veel uit: 256 euro, aldus het Nibud.
De (rijks)overheid is namelijk de grootste schuldeiser. De schulden aan de Belastingdienst, CJIB en DUO zijn sterk toegenomen en beslaan een steeds groter deel van de problematische schulden.
In eerdere jaren was dat beduidend minder (rond de 16 procent in het wo en 7 procent in het hbo). De gemiddelde studieschuld – zonder de niet-leners – is met zo'n vijfduizend euro gestegen naar ruim 24 duizend euro. Wo-studenten (29.235 euro) lenen meer dan hbo-studenten (21.637 euro).
Voorlichtingsinstituut Nibud adviseert om vanaf het 12e jaar met kleedgeld te beginnen. De meeste kinderen ontvangen maandelijks een bedrag tussen de 25 en 50 euro. Slechts 2 procent krijgt meer dan 100 euro. Uiteraard zegt dit bedrag pas iets als ook bekend is wat kinderen ervan moeten kopen.
Vergeleken met 2016 sparen vooral 17- en 18- jarigen meer: van gemiddeld 89 euro per maand naar 114 euro. Scholieren die sparen hebben een gemiddeld spaartegoed van 1.392 euro.
De conclusie is dat 61% van de mensen tussen de 20-25 jaar minder dan €3000 spaargeld hebben. De overige 39% heeft logischerwijs meer dan €3000 spaargeld.
De meest bekende oorzaken zijn dat mensen in de schulden raken door een te laag inkomen, werkloosheid of bij dakloosheid. Toch overkomt het ook mensen die in principe voldoende inkomen hebben.
Een schuldeiser kan ook een advocaat, gerechtsdeurwaarder, notaris of incasso inschakelen om een schuld minnelijk in te vorderen. Ook zij moeten zich houden aan wat hierboven staat, maar voor hen gelden er zelfs nog bijkomende regels.
Vrouwen geven meer uit aan persoonlijke verzorging, zoals haarverzorging, cosmetica en parfums dan mannen. Alleenstaande vrouwen besteden hier in totaal 2,7 procent van hun geld aan, tegen 1,0 procent voor alleenstaande mannen. Ook tuin en bloemen, en groente en fruit zijn populairder bij vrouwen dan bij mannen.
21% van de studenten kan moeilijk rondkomen. Dat heeft vooral te maken met hoge studiekosten en lage inkomsten. Van de groep die moeilijk kan rondkomen, vindt maar 5% dat een groot probleem. 35% noemt het een klein probleem.
Uit onderzoek van het Nibud (link naar de website van het Nibud) blijkt middelbare scholieren (veel) meer zakgeld krijgen dan kinderen op de lagere school. Een brugklasser ontvangt gemiddeld €15 tot €20 per maand. Dit is misschien ook een goed moment om te beginnen met kleedgeld.