De oorspronkelijke bewoners van de Nieuwe Wereld (indianen) waren niet sterk genoeg om als slaaf te werken en stierven snel. Zo kwam het dat er in de 17e eeuw voor het eerst Afrikaanse slaven werden gekocht om het werk op bijv. de suikerplantages te doen.
De creolen zijn een Surinaamse bevolkingsgroep die afstamt van voormalig Afrikaanse slaven. De nazaten van weggelopen slaven, de marrons, worden ook wel boslandcreolen genoemd. In combinatie worden ze ook Afro-Surinamers genoemd.
Portugezen stichten in de vijftiende eeuw de eerste Europese kolonies gebaseerd op slavernij: in suikerplantages langs de Afrikaanse kust en later ook op grote schaal in Brazilië.
Voordat de eerste slaven uit Afrika werden gevoerd door de Europeanen, maakten de Arabieren al gebruik van de Afrikaanse 'slavenmarkt'. Zij zetten de Afrikanen onder andere in voor de verbouw van suikerriet in het zuiden van Portugal. Deze slaven werden aangevoerd van de West-Afrikaanse kust.
De afschaffing van de slavernij heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij de Engelsen onder druk van de publieke opinie en geleid door William Wilberforce het voortouw namen. Denemarken schafte in 1803 als eerste Europese natie de slavenhandel af.
Naast Bantu-slaven maakten de Somaliërs ook tot slaaf van de Chamito-Semitische pastorale volkeren . Veel Oromo's werden dus gevangen genomen tijdens oorlogen en invallen. Er waren echter zeer duidelijke verschillen in de perceptie en behandeling van Oromo-slaven in vergelijking met Bantu-slaven.
In de 17e en 18e eeuw was de driehoekshandel op zijn hoogtepunt en werden grote aantallen slaven door vooral Portugese, Engelse, maar ook Spaanse en Nederlandse handelaren gekocht aan de kust van West-Afrika en verkocht in Amerika. De huidige schatting is dat 12 miljoen slaven zijn vervoerd vanuit Afrika naar Amerika.
Het kwam ook voor dat een slaaf die herhaaldelijk wegliep een been afgezet werd, een oor of neus afgesneden of de achillespees doorgesneden werd. De maximale straf die slaven werd opgelegd was de doodstraf. Dit kon door ophanging zijn, levend verbranding of marteling tot de dood er vrij zeker op volgde.
Als laatste land ter wereld schafte Mauritanië de slavernij af, in 1980.
Waarom was er slavernij? Tot slaaf gemaakten gebruiken als goedkope arbeidskrachten en de handel in hen kon alleen omdat mensen vonden dat mensen met een donkerdere huidskleur minder waard waren. Sommigen vonden zelfs dat ze geen 'echte' mensen waren.
Michiel de Ruyter (1607-1676)
Die handelsroutes waren voor een groot deel gebaseerd op de slavenhandel waarmee de de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden veel geld verdiende. Aan de westkust van Afrika, waar de bevolking vaak tot slaaf werd gemaakt, vocht De Ruyter daarom verschillende oorlogen uit met Engeland.
Zoals staat geschreven in het boek 'Disposable People: New Slavery in the Global Economy: “In 1850 kostte een gemiddelde slaaf in het zuiden van Amerika, omgerekend naar hedendaags geld, $ 40,000. Nu kost een slaaf wereldwijd gemiddeld $ 90.”
Voor de komst van de Europeanen is er al sprake van slavenhandel in Afrika. Slavenhandelaars stropen het continent af en nemen tot slaaf gemaakten gevangen om ze te verkopen aan de hoogste bieder. Slavernij bestond al heel lang in West-Afrika. Lang voordat de Europeanen kwamen in de 15de eeuw.
De Engelsen begonnen met cacao- en suikerplantages, aangelegd door Afrikaanse en Indiaanse slaven. Toen de Hollanders hoorden van dit succes besloten ze het land over te nemen, wat in 1667 ook gebeurde. Hiermee namen zij ook de plantages inclusief de slaven over.
Suriname, officieel de Republiek Suriname, is een republiek aan de noordkust van Zuid-Amerika met als hoofdstad Paramaribo. Het land was van 1667 tot 1954 een kolonie van Nederland en daarna een land binnen het Koninkrijksverband.
Naast het feit dat Suriname geen witte stranden heeft, heeft Suriname ook geen helderblauw water. Al het natuurlijke water in de Surinaamse rivieren is hartstikke zwart. De recreatieoorden met het surrogaat strand liggen allemaal langs de diverse rivieren die het land rijk is. En dat water is dus allemaal zwart.
Als Nederland de slavernij in 1863 in haar koloniën afschaft, zijn de slaven nog niet echt vrij. Ze zijn verplicht nog tien jaar te werken voor een plantage-eigenaar, al mogen ze die nu zelf uitkiezen.
Slavernij duurde tot ongeveer 1865 in ongeveer de helft van de Amerikaanse staten. Als economisch systeem werd de slavernij grotendeels vervangen door sharecropping en het convict leasing, het verpachten van gevangenen.
Ook Nederlandse kooplieden deden mee aan die handel. Ze haalden die mensen uit Afrika. In de 18e eeuw werd er veel oorlog gevoerd tussen verschillende stammen in Afrika. Het stamhoofd nam zijn vijanden gevangen en verkocht deze als slaven aan een Nederlandse koopman.
Tussen 1519 en 1867 vonden wereldwijd naar schatting 27.233 slaventransporten plaats. Tijdens deze reizen stierven ongeveer 3.000.000 Afrikanen.
Het leven op de plantages is voor de slaven heel slecht. De meesten moeten zwaar werk doen, wel 60 tot 96 uur per week. En altijd is er de zweep voor wie niet hard genoeg zijn best doet volgens de opzichter. De slaven krijgen maar tweemaal per dag te eten: het is niet veel en bijna altijd hetzelfde.
In 1832 komt er een nieuwe manumissiewet die bepaalt dat een vrijgelaten slaaf een familienaam hoort te krijgen. Bij de afschaffing van de slavernij in 1863 wordt bepaald dat de voormalige slaven per familie een familienaam aan moeten nemen. Binnen beide regelingen mag dat geen naam zijn die al in de kolonie voorkomt.
Opmerkelijk is dat de traditionele vorm van slavernij - mensen als eigendom - in Mauritanië het meest voorkomt. De top-10 van landen met de hoogste percentages slaven bestaat verder uit Haïti, Pakistan, India, Nepal, Moldavië, Benin, Ivoorkust, Gambia en Gabon. Nederland staat in de Index op de 139ste plek.
Nederland was voor even de grootste slavenhandelaar ter wereld - De Correspondent. De Gouden Eeuw staat bekend als dé bloeiperiode uit de geschiedenis. Minder bekend is dat Nederland toen ook een grote ronselaar van werkkrachten voor Braziliaanse plantages was.
Eerst voeren de schepen naar Afrikaanse westkust om de slaven te kopen, vervolgens vertrok men naar de slavendepots in het Caribisch gebied. Daar werd de lading omgewisseld voor een vracht tafelsuiker of een ander handelsgewas dat naar het vaderland werd vervoerd.