Het kan twee verschillende oorzaken hebben. Of je hebt afgedrukt terwijl de camera nog niet klaar was met scherpstellen (of je stelde handmatig verkeerd scherp natuurlijk), of je kunt je sluitertijd nog eens checken. Je kent inmiddels vast het regeltje van het bereik en de sluitertijd wel.
Onder het kopje Details vind je de standaard optie voor verscherping. Lightroom heeft het schuifje met hoeveelheid (Amount in het Engels) standaard op +40 staan wat betekent dat het hele beeld verscherpt wordt.
Bij retoucheren wordt de basis ook gekopieerd, maar in plaats van een exacte kopie, wordt gekeken naar de helderheid en kleurinformatie van het gebied er om heen. De stempel wordt daardoor dusdanig aangepast dat deze het beste past in de stempelomgeving (dat wat je weg wilt hebben).
Als je foto's en video's wazig zijn of als de camera niet goed scherpstelt, maak je de cameralens schoon. Als je telefoon een lasersensor heeft, maak je deze ook schoon. Bekijk waar de lens en sensor zich bevinden op je Pixel-telefoon of Nexus-apparaat.
Een goede vuistregel is om minimaal een sluitertijd aan te houden van 1 / brandpuntsafstand. Als je dus fotografeert met een 50mm lens, dan zorg je voor een sluitertijd van minimaal 1/50 sec. Diafragma – Ook de diafragma keuze heeft invloed op de scherpte in jouw foto.
Voor het mooiste licht moet je foto's nemen tijdens golden hour: het licht net na zonsopgang en net voor zonsondergang. Je neemt ook best zo veel mogelijk foto's, dan is de kans groter dat die ene perfecte foto met het perfecte licht tussen de selectie zit.
Verschillende manieren om scherp te stellen
De camera stelt eenmalig scherp op het onderwerp en blijft ook op dit punt vaststaan tot de foto is gemaakt. De continue scherpstelling kan worden aangeduid met 'AF-C' of 'AI Servo'. Zolang je de ontspanknop half indrukt, blijft de camera scherpstellen op jouw onderwerp.
Meerdere beelden per seconde
De burst-modus, ook wel continuous mode genoemd, wordt op de meeste toestellen aangeduid door een symbooltje met twee of meer op elkaar gestapelde vlakjes. Kies je voor deze optie, dan blijf je foto's nemen totdat je de ontspanknop weer loslaat.
In de volgende situaties kan het voorkomen dat de camera moeilijk automatisch scherpstelt: In geval van snelle bewegingen of hoge snelheid, zoals een rijdende auto. Wanneer een onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt. In composities met weinig contrast, zoals een blauwe lucht of een zandstrand.
Als de foto onscherp is, maakt u de lenzen aan de voor- en achterkant schoon met een microvezeldoek. Als u vuil in de lens ziet of als de cameralens niet goed is uitgelijnd of is geblokkeerd, neemt u contact op met Apple Support om serviceopties te bespreken. Herstart uw iPhone, iPad of iPod touch.
De flitser is in de 'Camera'-applicatie op de iPhone gemakkelijk in- en uit te schakelen. Open 'Camera' op je iPhone. Wanneer je op het punt staat een foto te kunnen maken, tik je op het flitsericoontje linksboven in het scherm.
Als een camera meer megapixels heeft, krijgen de foto's een hogere resolutie. Dat betekent niets meer dan dat het beeld bestaat uit meer losse pixels. Meer megapixels betekent dus een hogere kwaliteit voor je foto's, omdat er meer informatie in beeld wordt geperst.
In de middenklasse van spiegelreflexcamera's tussen de 500 en 1000 euro vind je iets uitgebreidere modellen die vaak standaard geleverd worden met 1 of meer lenzen. Dit zijn camera's voor de meer ervaren fotograaf.
Hoe doe je dat, handmatig scherpstellen? Om handmatig scherp te stellen, zet je de knop op het objectief om van AF (autofocus) naar M (manual). Nu zie je dat wanneer je de sluiter half indrukt, de camera niet automatisch scherpstelt. Je doet dat met de scherpstelring op het objectief.
Kies een redelijk klein diafragmagetal (f. 5.6 of f/4) om voldoende licht door te laten. Hoe hoger het diafragmagetal, hoe kleiner de opening is. Zorg wel voor een snelle sluitertijd, anders wordt de sensor te lang blootgesteld aan het licht.
Veel fotografen gebruiken alleen het middelste scherpstelpunt en herkaderen om op een onderwerp uit het midden te kunnen scherpstellen. Je kunt ook een scherpstelpunt buiten het midden kiezen, maar je moet dan wel opletten dat bij een volgende opname het scherpstelpunt nog uit het midden staat.