Beweging (actief of passief) is ook van invloed op de wondgenezing. Dit bevordert namelijk de doorbloeding. Daarnaast is het belangrijk dat er niet teveel druk is op de wond, zodat bloed en zuurstof goed kunnen circuleren. Kort gezegd: als er geen bloed bij het wondbed kan komen, kan de wond niet genezen.
Denk hierbij aan een slecht voedingspatroon, roken, alcoholconsumptie; allen beïnvloeden de wondgenezing nadelig. Voor een goede wondgenezing is een gezond voedingspatroon van essentieel belang. Het ontbreken van een goede voeding kan de genezing van een wond belemmeren, waardoor de genezingsduur toeneemt.
Beweging is van invloed op de wondgenezing, omdat daarmee de doorbloeding wordt gestimuleerd. Daarnaast is het belangrijk dat er niet te veel druk wordt uitgeoefend op de wond. Toevoer van bloed en zuurstof zijn essentieel voor de wondgenezing.
Bij een verstoorde wondgenezing blijft de genezing hangen in een bepaalde fase waardoor niet de volledige periode van wondgenezing kan worden doorlopen. Daardoor blijft iemand last houden van open wonden die maar niet willen genezen.
Gezond eten is extra belangrijk als u een wond heeft. Uw lichaam verbruikt namelijk extra energie (calorieën), eiwit en mogelijk extra vitaminen en mineralen om de wond te genezen. Daarnaast kan er bij wonden sprake zijn van verlies van eiwitten en vocht via het wondvocht.
Verschillende vitamines (A, B, C en E) zijn belangrijk bij de wondgenezing. Een gebrek aan één enkele vitamine kan de genezing al vertragen. Eet daarom vooral gezond en gevarieerd en houd je aan de dagelijks aanbevolen hoeveelheden, met afwisselend vlees, vis en kip en veel groente en fruit.
Slaap heeft een krachtig effect op het immuunsysteem, dus het is niet alleen wondgenezing, maar alle vormen van herstel van ziekte, verwonding en ziekte die worden beïnvloed door slaap.
Als een wond niet begint te genezen binnen de 3 weken, neem dan contact met de huisarts. Als je bekend bent met diabetes of hart- en vaatproblemen of als je veel medicijnen slikt, neem dan sneller contact op.
De wond sluit zich meestal binnen tien dagen. De volledige wondgenezing duurt echter ongeveer zes weken. U hoeft de wond thuis geen speciale verzorging meer te geven.
Wanneer de bedekkende opperhuid direct na het sluiten van de wond weer de volle dikte bereikt, is nog goed te zien dat het onderliggende weefsel nog rood, dik en stug is. Het granulatieweefsel dat de lederhuid vervangt, moet nog verder uitrijpen tot een dun, soepel en wit bindweefsel.
Een aantal medicijnen heeft invloed op het wondgenezingsproces. Zo remmen corticosteroïden de wondgenezing. Cytostatica heeft een remmende invloed op de celdeling, waardoor wonden minder snel genezen. Ook van bètablokkers is bekend dat ze invloed hebben op de wondgenezing.
Alle voordelen van het vochtig houden van je wond op een rijtje: Een nat milieu bespoedigt het genezingsproces. Door het vocht groeien je cellen sneller, waardoor de kapotte huid dus ook sneller weer vernieuwd wordt; Een natte wondgenezing gaat korstvorming tegen.
Een chirurgische wond kun je na de operatie gewoon verzorgen met een beetje vaseline. Dat is vet, trekt nauwelijks in de huid en daardoor blijft je huid lang soepel. Op die manier laat je wonden en littekens het beste en comfortabel genezen.
Vaseline. Gebruik minstens 5 dagen lang vaseline om de gewonde huid vochtig te houden. Vaseline voorkomt dat de wond uitdroogt; uit onderzoek is gebleken dat die droogte juist weefselschade en dus een vertraagde wondgenezing veroorzaakt.
Bepanthen Wondgel is zeer huidvriendelijke hydrogel, bevat geen parfum, kleurstoffen en parabenen en is geschikt voor jong tot oud. Het product kan gebruikt worden voor kleine snijwonden, schaafwonden, brandwonden (brandwond), huidkloven en verbranding door de zon.
Zit er een korst op dan kun je deze soepel houden door er vaseline op te smeren. Smeer geen vaseline op een open wond. Als dit niet praktisch is (bijvoorbeeld in verband met kleding) en bij diepere schaafwonden kun je de schaafwond afdekken met metaline of ander niet aan de wond klevend verband.
Daarnaast vonden de onderzoekers ook meer collageen – het belangrijkste structurele eiwit in de huid – op een wondje die overdag was opgelopen. De onderzoekers constateerden dat snij- en brandwonden die overdag opgedaan zijn, ongeveer 60 procent sneller genezen.
Speciaal vocht uit de bloed- en lymfevaten voert afval en bacteriën weg, zodat er geen infectie ontstaat. Dit goedje heet wondvocht en is doorgaans dus een teken van goede genezing. Toch is er ook een keerzijde: té veel vloeistof kan je verwonding zacht maken en het genezingsproces in gevaar brengen.
Bij gewone huid moet je al voorzichtig zijn met te veel zon, maar het advies voor littekens is om de zon zoveel mogelijk te mijden. Littekens zorgen er namelijk voor dat je huid gevoeliger is, en dus sneller beschadigd raakt. Het is dus goed om niet met je litteken in de zon te komen.
Doordat de cellen in de basale laag zich voortdurend delen en deze uiteindelijk aan de bovenkant afschilferen, vernieuwt de opperhuid zich ongeveer één keer per maand. Het vermogen tot aanmaak van nieuwe cellen in de basale laag, maakt dat de huid bij een verwonding vrij snel dichtgroeit.
Betadine kan gebruikt worden om te ontsmetten, ook in de wond. Met een gaasje breng je dit aan op de wond en de huid eromheen. Betadine is geschikt voor het uitspoelen en desinfecteren van kleine en ondiepe snij- of prikwonden.
Een rode wond is een oppervlakkige of diepe, open wond die aan het helen is, zoals een schaaf- of brandwond. Een gele wond heeft veel wondvocht. Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven weefsel.
Een vochtig wondmilieu houdt in dat de wond vochtig blijft, terwijl de wondranden en omliggende (gezonde) huid droog zijn. Dit kan men creëren met behulp van zogenaamde speciaal wondverbanden. Een speciale wondverband absorbeert het overtollige wondvocht, maar behoudt op de wond een juiste hoeveelheid wondvocht.
De belangrijkste leverancier van het mineraal zink zijn dierlijke producten zoals vlees, zuivel en vis. Ook verschillende soorten noten bevatten zink. De meeste zink zit echter in schaal- en schelpdieren zoals oesters, garnalen en mosselen. In mindere mate komt zink voor in brood, peulvruchten en rijst.