Het gevaar van deze pleisters zit hem in het feit dat het gevoel van deze cliëntgroep aangetast kan zijn door neuropathie of vaatlijden. Hierdoor voelt men niet altijd wondjes die ontstaan, en dit kan al binnen een paar uur plaatsvinden met likdoornpleisters. Daarbij ligt het gevaar van een infectie altijd op de loer.
Reinig het aangetaste deel van de huid grondig en droog deze af. Breng de likdoornpleister aan waarbij de likdoorn in het midden van de schuimrubberen ring valt. Vervang de pleister na 2 dagen. Na 4 dagen kan de, nu zachte, likdoorn worden verwijderd in een warm bad met zout of zeep.
Likdoorns behandelen
Een tipje van de sluier: gebruik de likdoornpleister van Scholl, Compeed, Hansaplast of Mercurochrome.
Likdoorns kunnen behandeld worden door de hoornlaag los te weken met salicylzuur. Het aanbrengen van een gelpleister, om de druk weg te nemen, gedurende voldoende lange tijd laat toe dat de likdoorn verweekt en spontaan verdwijnt. De likdoorn kan worden weggesneden door een pedicure om de pijn weg te nemen.
Helaas lossen likdoornpleisters de likdoorn niet op. In de pleister zit de stof salicylzuur. Deze salicylzuur maakt de huid week. Hierdoor ervaar je meestal minder last van een likdoorn omdat deze minder druk geeft.
De reden van het terugkeren van de likdoorn is dat de voet door plaatselijk druk of wrijving ondervindt. Plaatselijke druk of wrijving kan ontstaan door bijvoorbeeld verkeerd schoeisel of een afwijkende voetstand.
Het zijn pijnlijke plekken, meestal niet meer dan enkele millimeters groot. Ze zitten vooral bovenop de tenen. Soms zitten ze ook tussen de tenen en onder de voetzool. De likdoorn zit vrijwel altijd dicht tegen het bot aan, juist op deze plekken is de likdoorn natuurlijk erg pijnlijk.
Een pedicure of medisch pedicure kan vakkundig de likdoorn verwijderen door deze handmatig en machinaal te behandelen. het wegsnijden en -frezen van de eeltpit. Deze zal dan direct verdwijnen en daarmee ook de pijn. De pedicure of medisch pedicure zal uw voeten onderzoeken om te kijken waardoor de likdoorn is ontstaan.
Likdoorns verdwijnen meestal vanzelf als je de druk die ze veroorzaken vermijdt. Als je een likdoorn hebt die irritatie of pijn veroorzaakt dan zijn er verschillende manieren om de druk te verlichten en de likdoorn te behandelen. Bij behandeling duurt het meestal twee tot vier weken voordat de likdoorns verdwijnen.
Wilt u er echter zeker van zijn dat u de likdoorn op de juiste manier weghaalt, dan is een professionele behandeling bij de podotherapeut aan te raden. Ook op het moment dat de likdoorn redelijk diep zit is het advies om deze niet zelf te behandelen, maar hiervoor een afspraak te maken bij de podotherapeut.
Wat is het verschil tussen een eeltpit, likdoorn of eksteroog? Simpel antwoord: er is geen verschil, het wordt in de volksmond alleen anders genoemd. Uiteraard moeten we deze groep niet verwarren met een wrat, dit is iets anders.
Er is ook geen verschil tussen een likdoorn, eeltpit, clavus of eksteroog. Het draait hier allemaal om eelt dat door druk van buitenaf de voet ingroeit. Het is te herkennen aan een hard middelpunt wat iets dieper in de huid ligt en heeft soms een zwart puntje wat de naar binnen gegroeide eeltkern is.
Soms is er ook een zwart puntje te zien op de likdoorn. Dit zwarte puntje is de naar binnen gegroeide eeltkern in de vorm van een punt. De punt richt zicht op de gevoelige huid, wat dus zorg voor het pijnlijke gevoel.
Voor het verwijderen van een likdoorn wordt een scalpel gebruikt. Dit is een klein mesje waar de likdoorn, groot of klein, voorzichtig mee wordt weg gehaald. Je zal denken, dat zal wel veel pijn doen. In de praktijk valt dat reuze mee.
Een likdoorn groeit naar binnen en kan zelfs tegen het bot aandrukken of gaan ontsteken, dit geeft pijnklachten waarmee het lopen bemoeilijkt wordt. Likdoorns kunnen daarom aanzienlijke ongemakken veroorzaken, vooral wanneer er druk wordt uitgeoefend, bijvoorbeeld door het dragen van schoenen.
Ontstoken likdoorns (clavus bursitis) ontstaat als de likdoorn niet op tijd wordt verwijderd, de plaats rondom de likdoorn is rood en gezwollen. Bij een clavus bursitis vormt zich een slijmbeursje ter berscherming van het onderliggend weefsel maar door aanhoudende druk ontstaat een ontsteking.
Wratten: salicylzuur verweekt het bovenste laagje van de huid en werkt ontstekingsremmend. Hierdoor is de wrat makkelijker te verwijderen. Likdoorns en eeltknobbels: salicylzuur verweekt de eeltlaag of likdoorn, waardoor deze makkelijker is te verwijderen.
Likdoorns zijn niet gevaarlijk, maar in combinatie met wrijving kunnen ze erg vervelend zijn. Zo kunnen ze erg pijn doen tijdens het staan of lopen.
Zooltjes in uw schoenen kunnen een nieuwe likdoorn voorkomen. Meestal is de pijn na twee weken verdwenen.
Voor een redelijk diep ingegroeide eeltpit kan een behandeling via een podotherapeut aan te raden zijn. Bij Podotherapie Hermanns hebben we veel ervaring met de behandeling van eeltpitten en werken we ook aan de preventie er van. Met meer dan 150 vestigingen is Podotherapie Hermanns vaak ook in uw regio actief.
Het is vaak ook mogelijk om alleen een likdoorn, een ingroeiende teennagel, eelt of een kloof te laten behandelen. Dit wordt dan een deelbehandeling genoemd. Een deelbehandeling duurt gemiddeld 10-15 minuten en kost tussen de €.12,50 en €.
Op een likdoorn kunt u ook een likdoornring plakken, die de druk op de likdoorn vermindert. Om een likdoorn of eeltknobbel te verwijderen, kunt u deze insmeren met een zalf met salicylzuur of beplakken met een speciale likdoornpleister met salicylzuur.
Weke likdoorns zien eruit als een wit rond plekje tussen de tenen. Weke likdoorns bevinden zich vaak tussen de kleinste teen en de teen ernaast. Harde likdoorns vormen een puntje en komen het meest voor onder de bal van de voet en op de tenen of teentoppen. Dat laatste is met name het geval bij klauwtenen.
Vasculaire likdoorn: Bij een vasculaire likdoorn zijn er bloedvaatjes in de likdoorn meegegroeid. Deze likdoorn is te herkennen aan kleine zwarte puntjes in de likdoorn. Dit type likdoorn moet vaak worden verwijderd met een chemische pakking bij de huisarts.