Klassen overslaan is niet goed voor deze ontwikkeling", vertelt Karin den Heijer. "Ook kan de leerling in een isolement terecht komen als hij of zij niet met leeftijdsgenoten kan optrekken in de klas. Maar deze gevolgen zijn afhankelijk van het karakter van het kind, dus probeer dit als ouder zelf in te schatten."
Verlengen en versnellen
Sommige kinderen kunnen hun ontwikkelingsproces niet in acht jaar doorlopen en hebben extra tijd nodig. Daarom kan de school besluiten een kind een klas over te laten doen. Dit heet ook wel verlengen. Er zijn ook kinderen die sneller dan hun leeftijdgenoten door de leerstof gaan.
Als je vindt dat je huidige niveau (op de basis- en middelbare school) je niet veel intellectuele uitdagingen biedt, kan het overslaan van een klas de oplossing zijn. Hoewel het overslaan van een klas niet gebruikelijk is, kunnen schoolbestuurders bereid zijn om deze optie toe te staan voor begaafde studenten.
Je dochter kan de basisschool verlaten wanneer school en ouders erover eens zijn dat het geen zin meer heeft je dochter groep 8 te laten doorlopen. Je dochter is 12 jaar en wellicht al helemaal toe aan het voortgezet onderwijs.
Nee, dat mag niet. Je moet het secundair onderwijs leerjaar na leerjaar afwerken. Er kan wel een uitzondering gemaakt worden voor sommige leerlingen, zoals hoogbegaafden. Zij kunnen zich inschrijven als “vrije leerling” in een hoger leerjaar.
Over het algemeen wordt uitgegaan van hoogbegaafdheid bij een IQ van 130 of hoger. Maar hoogbegaafdheid is meer dan alleen (cognitieve) intelligentie. Het gaat om een wezenlijk andere manier van denken en doen. Persoonlijkheid, creativiteit en doorzettingsvermogen spelen ook een belangrijke rol.
Een leerling die niet beantwoordt aan de hoedanigheid van "regelmatige leerling", is een "vrije leerling". Een vrije leerling voldoet wel aan de leerplicht (voorzover een volledig leerprogramma wordt gevolgd), doch kan onder geen enkel beding enige aanspraak maken op de sanctie der studies.
Een keertje zittenblijven is in Nederland vrij normaal: bijna de helft van de leerlingen blijft een keer zitten op de basisschool of op de middelbare school. Maar een jaar doubleren op de basisschool is volgens wetenschappelijk onderzoek zelden zinvol.
Ook meldt de school dit schriftelijk aan ouders, voogden of verzorgers. De school spreekt met u af onder welke voorwaarden en wanneer uw kind definitief kan overgaan. Uw kind moet bijvoorbeeld een taak maken of proefwerken overdoen. Uiterlijk op 31 december moet duidelijk zijn of uw kind definitief over is of niet.
Zij moeten dus ook de eindtoets opnieuw maken. Soms slaan leerlingen groep 8 over en verlaten de basisschool na groep 7. Deze leerlingen mogen de eindtoets al in groep 7 maken maar dit is niet verplicht.
Ook al lijkt het soms de beste optie, is het dat niet altijd. En dat maakt het vaak een lastige beslissing voor ouders. In 2008 sloeg nog maar 4 procent van het aantal leerlingen een klas over, in 2015 was dit al bijna 9 procent, blijkt uit cijfers van DUO.
De laatste jaren zijn er steeds meer leerlingen die versnellen: ze doen korter dan acht jaar over de basisschool. Hierbij maak je onderscheid tussen herfst- en niet-herfstkinderen.
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
Leerkrachten zouden vaker kleinere toetsen moeten geven, zo onthoud je de dingen beter. Blijven zitten demotiveert en helpt leerlingen niet. Blijven zitten voor maar 1 vak is al helemaal belachelijk! Toetsen moeten ook gaan over relevante leerstof en hoeven niet te bulken van de instinkers.
In het schoolreglement van de meeste scholen staat dat leerlingen: maximaal 1 keer mogen blijven zitten in dezelfde klas; 1 keer mogen zakken voor het examen; of 2 keer mogen blijven zitten in verschillende klassen.
Zittenblijven heeft ook voordelen
Als je blijft zitten kun je je vaardigheden in de vakken verbeteren. Je staat daarna vaak steviger in je schoenen. Sommige vervolgopleidingen kijken niet alleen naar je eindexamencijfers, maar ook naar de cijfers in de jaren ervoor.
Effecten van zittenblijven
Zittenblijven blijkt in het algemeen minder gunstig dan leer- krachten doorgaans denken. Vooral op langere termijn heeft het een negatief effect op de schoolse prestaties en school- loopbaan van de zittenblijvers, tenzij ze een ruim pakket aan extra ondersteuning krijgen en doorstromers niet.
Door de onderwijsvrijheid (Art. 23) hebben scholen ruimte bij het opstellen van regels voor zittenblijven. Veel scholen in het voortgezet onderwijs hanteren de regel dat je maximaal twee keer op die school mag blijven zitten. Het komt ook voor dat je maximaal vijf jaar over de onderbouw van havo en vwo mag doen.
Leerlingen die niet slagen in 1A (C-attest) en op leeftijd zitten, zijn verplicht om over te zitten. schooljaar 2020-2021 zal uitzonderlijk een overstap mogelijk zijn van 1B naar 1A mits toelatingsklassenraad. Leerlingen die niet slagen in 1B kunnen enkel overzitten in 1B.
Met een A-attest met uitsluiting kan de leerling in principe niet overzitten, tenzij het een uitgebreide clausulering betreft. Dan kan overzitten wel, zonder advies van de klassenraad. Een C‑attest betekent dat de leerling niet geslaagd is voor het voorbije schooljaar, en dus moet 'blijven zitten'.
De opstroomoptie is bedoeld voor leerlingen die na 2B willen doorstromen naar 2A of naar het derde jaar ASO, KSO of TSO. Sommige basisopties worden opgedeeld in pakketten. De school kan leerlingen laten kennismaken met de volledige basisoptie of met één of meer pakketten.
Eigenschappen van een hoogbegaafde in de babytijd uiten zich soms al vroeg. Zo kan een hoogbegaafde soms al met een week zijn hoofdje optillen en maakt een erg alerte indruk. Ze maken eerder oogcontact met hun ouders en beginnen eerder met echt lachen. Hierbij hebben we het niet over de stuipjes die baby's vaak hebben.
Snel kleuren en cijfers herkennen. Een grote woordenschat hebben en lange, samengestelde zinnen maken. Juist heel laat gaan praten, maar wel meteen in volzinnen. Beter kunnen opschieten met oudere kinderen en volwassenen dan met leeftijdsgenoten.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.