Shorttrackpakken aan de andere kant zijn vooral ontworpen met het oog op comfort en veiligheid. Vooral door het grote risico op valpartijen en aanvaringen tussen de schaatsers heeft de Internationale Schaatsunie ISU bepaald dat de schaatspakken van shorttracker snijvast moeten zijn.
Als je op vaste schaatsen niet goed zijwaarts afzet, dan ga je krassen in het ijs. Maar met de klapschaats is dat praktisch onmogelijk. Want als je op de klapschaats teveel met je punt afzet, als je teveel voorop hangt, dan klapt de schaats open, verlies je druk en zet je af in het luchtledige en kom je amper vooruit.
Welke schaats voor jou geschikt is, hangt af van jouw niveau en persoonlijke wensen. Voor shorttrack heb je een aparte shorttrack schaats: Shorttrackschoen: Het verschil met een langebaan schaats is dat deze schoen veel hoger en steviger (harder) is. Dit is om stevigheid te bieden met name voor je enkel.
Dat is gemakkelijk te verhelpen. Een glasplaat en slijpkorrels doen wonderen, strooi wat korrels op de glasplaat en beweeg de steen er overheen. De korrels slijpen de steen weer mooi vlak. De steen is vlak wanneer deze overal dezelfde kleur heeft en er weer als nieuw uit ziet.
Bij shorttrack wordt echt loeihard geschaatst. Topschaatsers rijden zo'n 50-55 kilometer per uur. De schaatsers van coach Benny rijden 40-45 kilometer per uur. Deze talenten zijn echt de top-shorttrackers van de toekomst.
Shorttrack schaatsen bestaan uit 2 belangrijke onderdelen, namelijk de schoen en het ijzer. Het eerste wat dus opvalt is het ontbreken van een klapmechanisme.
Gele kaarten
Twee keer een Penalty op één afstand levert ook een YC op.
De scherpte van de ijzers kan men controleren door met de nagel over de afzethoeken te bewegen. Als er schraapsel van de nagel op het ijzer achterblijft, is het mes nog scherp genoeg. Indien op natuurijs wordt geschaatst zullen de schaatsen eerder bot worden door het klunen en het relatieve vieze ijs. TIP !!
Langebaan en marathon schaatsers schaatsen meestal met een ronding tussen de 21 en 25. Bij een gemiddelde ronding van 23 betekend dat, als je de lijn van het ijzer zou doortrekken naar een cirkel, de straal daarvan 23 meter zou zijn. Een ronding is belangrijk zodat je met de schaats kunt sturen.
Als je meerdere keren per week schaatst en bijna ook wel 1 keer per week slijpt is het meestal wel nodig om je ronding twee keer per seizoen in je schaatsen te laten slijpen. Anders is 1 keer per seizoen meer dan genoeg. Let bij het kopen van een slijptafel op dat je een stevige koopt.
De meeste wedstrijdschaatsers dragen een bril ter vermindering van het uitdrogen van de ogen. Steeds meer schaatsers kiezen ervoor zonder sokken te rijden in zo nauw mogelijke schoenen. Dit vermindert de kans op schuiven van de voet in de schoen en dit zorgt voor meer 'contact' met het ijs.
Hierbij rijden teams van drie of vier rijders tegen elkaar. Van elk team rijdt telkens één rijder een aantal ronden in de baan. Vervolgens komt de volgende rijder aan het einde van de bocht de baan in, waarna er afgewisseld wordt met een duw. Zo wisselen de rijders elkaar af, tot drie ronden voor het einde.
In de halve finales gaan de eerste twee rijders van de ritten in groep één door naar de A-finale, de rest van de rijders rijden in de B-finale. In de A-finale kunnen rijders, afhankelijk van het aantal deelnemers, plaats 1 tot 4 op een afstand behalen. De B-finale is dan goed voor plaats 5 tot 8.
Maar is snel schaatsen op de Combi klapschaats dan echt onmogelijk? Nee, natuurlijk kun je wel hard schaatsen op deze schaatsen. Je moet alleen je houding op de schaatsen aanpassen en voorzichtig zijn in de bochten.
De klapschaats wordt al in 1894 uitgevonden door een Duitser die er patent op aanvraagt. Het maakproces is dan nog te lastig, dus geproduceerd wordt dit schaatstype dan nog niet. Tot 1980.
Combinoren zijn ideaal voor beginners. Ze hebben een harde schoen en ijzers die op gewone noren-ijzers lijken. Zo kun jij toch comfortabel lange afstanden gaan schaatsen, zonder dat je op echte noren moet leren schaatsen. Na het schaatsen op combinoren is het echter erg lastig om over te stappen naar klassieke noren.
Dee meeste ijshallen waar ze schaatsen verhuren, en skate winkels kunnen schaatsen slijpen voor € 4 -8. De prijs van het door hen laten doen en het risico van de ijzers te verpesten als je het zelf doet, maakt dit het niet de moeite waard om het zelf te doen. We bieden nu ook een slijpservice aan bij SkatePro.
Hoe vaak dienen schaatsen geslepen te worden? Hoe vaak schaatsen geslepen moeten worden, hangt uiteraard af van het type schaatser. Veel professionele schaatsers slijpen hun schaatsen na twee of drie trainingen. Mensen die wat minder fanatiek schaatsen kunnen hun schaatsen om de drie tot vijf keer laten slijpen.
Je kunt voelen of je schaatsen scherp zijn, door met je nagel langs het randje van je ijzer te gaan. Als er “slijpsel” achter blijft is het ijzer scherp. Het is handig als je op een paar plekken op het ijzer controleert of je ijzers scherp zijn.
Bij het langebaanschaatsen worden de blokjes gebruikt om de afzonderlijke banen voor de schaatsers aan te geven, terwijl de blokjes bij het shorttrack alleen de bochten markeren.
Shorttrack vindt plaats op een ijshockeybaan, waarop een ronde van 111,11 meter wordt uitgezet.
Geschiedenis algemeen
Rond 1890 ontstond het shorttrack in Groot-Brittannië uit het in die tijd erg populaire rolschaatsen. De sport werd pas in 1967 door de Internationale Schaatsunie (ISU) erkend.
Shorttrackers dragen snijvaste handschoenen waaraan ze zelf vaak nog gladde bolletjes toevoegen op de vingertoppen van de linkerhand, die immers veel over het ijs glijdt. Voor de pupillen is het dragen van een shorttrackhelm, snijvaste handschoenen, knie-, scheen- en nekbescherming verplicht.