Het is verstandig om zo min mogelijk met ingetrapte koppeling te rijden. Niet alleen omdat dit leidt tot slijtage aan je koppeling, maar ook omdat het gevaarlijk kan zijn, zeker in de bochten. Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld.Dat kost energie en dus ook brandstof.
Antwoord van Jos. U vraagt of het technisch kwaad kan om éérst de koppeling in te trappen en pas daarna te gaan remmen. Voor motor, koppeling of remmen is dat technisch géén probleem maar niet zoals we het bij onze rijopleiding geleerd hebben. Een rijschoolhouder meldt daarover het volgende.
Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair* rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
Remmen in de juiste versnelling
Laat het gaspedaal los, druk de rempedaal zachtjes in, ontkoppel en schakel terug naar een lagere versnelling: van vijfde naar vierde bij 80 km/u, van vierde naar derde bij 60 km/u, van 3de naar tweede bij 40 km/u en van twee naar eerste als je minder dan 20 km/u rijdt.
De conclusie is: een versnelling overslaan is geen enkel probleem, als je de juiste mechanische sympathie toepast. Heb respect voor de mechanische delen en hun werking en je kunt gerust van z'n twee naar z'n vier en andersom.
Als je gaat remmen op het moment dat je de bocht ingaat, kun je de controle verliezen, omdat de banden geen grip houden op de weg.
Optrekken zonder koppeling is bijzonder eenvoudig. Zorg dat de motor niet draait en zet de bak in z'n eerste versnelling. Kijk of de weg vóór je vrij is en start de motor (de koppeling hoef je dus niet in te drukken). De auto zal op de startmotor in beweging komen en de verbrandingsmotor zal de beweging overnemen.
Hiervoor trek lichtjes aan de versnellingspook, maar net niet hard genoeg om hem daadwerkelijk uit de versnelling te halen. Als je het goed doet, voel je dat de weerstand afneemt en kun je zonder moeite naar de volgende versnelling schakelen.
Het is raadzaam om het koppelingspedaal alleen kort in te trappen wanneer dit echt nodig is. Het aanraken of licht intrappen van het pedaal leidt al tot hogere slijtage en een kortere levensduur.
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
Remtechniek motor
Moet je remmen, dan is het belangrijk eerst de rem aan te leggen en pas wanneer je merkt dat het gewicht naar beneden wordt gedrukt goed door te knijpen. Op die manier bereik je de grootste remkracht. Bij langere motoren, choppers bijvoorbeeld, speelt de achterrem een grotere rol.
gewoon gas loslaten, koppeling induwen, opschakelen, koppeling zachtjes loslaten en terug gas geven. Probeer eens om, wanneer je koppeling licht contact maakt (aangrijpingspunt), lichtjes gas te beginnen geven terwijl het koppelingspedaal rustig omhoog komt.
Op de motor afremmen goed voor de motor? Wanneer je je voet van het gas haalt, spuit de motor geen brandstof meer in. Op de motor afremmen kost dus geen benzine of diesel. En de remmen slijten niet omdat de motor het remwerk doet.
Houd het koppelingspedaal even vast bij het aangrijpingspunt 2 á 3 seconden is genoeg. Zo kom je geleidelijk op gang zonder schokken of afslaan van de motor. Doe dit ook na het overschakelen vang de koppeling op.
Tussengas: daarom!
Simpel, een toefje tussengas! Precies tijdens het intrappen van de koppeling (en dus tijdens het inleggen van een lagere versnelling) trap je kort het gaspedaal in om het toerental van de motor te laten stijgen en het schokje is weg. Zo simpel is het.
Dus: laat de koppeling opkomen tot het aangrijppunt en houd daar je linkervoet stil. Meestal is dat halverwege. (De eerste keren doe je dat laten opkomen inderdaad heel langzaam, maar als je eenmaal weet wáár de koppeling begint aan te grijpen, dan kun je dat steeds vlotter doen.)
Een versleten koppeling voert zijn functie niet goed meer uit waardoor de versnellingsbak en de motor te dicht bij elkaar kunnen komen en langs elkaar gaan 'slippen'.
Je moet eerst je koppeling omhooghalen tot je het aangrijpingspunt voelt. Het aangrijpingspunt is het punt waar je koppeling begint te pakken. Als je dat voelt, hou je je voet aan het koppelingspedaal in dezelfde positie stil en kun je de rem (of handrem) loslaten.
Linkerpedaal is de koppeling, Middelste de rem en de rechter het gas. De koppeling gebruik je om te kunnen schakelen.
Tegensturen betekent dat je tegen je linker handvat duwt als je naar links wilt en tegen je rechterhandvat als je naar rechts wilt. Want wat gebeurt er wanneer je dit doet? Wanneer je je linker handvat van je weg duwt, draait het voorwiel naar rechts. Je zou verwachten dat je dan naar rechts rijdt maar dat is niet zo.
Welke bocht kent de meeste risico's? Bocht naar rechts.
Niet uit de bocht vliegen, doe je zo
En tot slot: kijken, kijken! Kijk goed de bocht in en hou je ogen gericht op het punt waar je naartoe wil rijden. Als je de bocht uitgaat en je wielen weer recht naar voren staan, kun je gas bijgeven.