Reumatoïde artritis (RA) wordt gekenmerkt door een chronische ontsteking van synoviale gewrichten. Als gevolg van de synovitis kunnen beschadigingen ontstaan aan het kraakbeen en (of) het onderliggend bot. Deze beschadigingen kunnen worden gezien op conventionele röntgenfoto's.
Bekend is dat patiënten met reuma ook een vorm van longfibrose kunnen ontwikkelen. Bij longfibrose vormen zich blijvende littekens (fibrose) in de longen, waardoor de longen minder goed zuurstof kunnen opnemen en ademen moeilijker wordt.
Om vast te kunnen stellen óf en welke vorm van reuma u hebt, doen we een lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek bij u. Soms zijn aanvullende onderzoeken nodig, zoals een röntgenfoto.
Soms wordt een röntgenfoto gemaakt om de diagnose te bevestigen. Op een röntgenfoto is kraakbeen niet te zien, maar een foto laat wel zien hoe groot de afstand is tussen de botdelen. Als die te dicht bij elkaar liggen, kunnen we daaruit afleiden dat het kraakbeen dun is of zelfs ontbreekt.
Belangrijke bloedwaarden bij reuma. In je bloed kunnen stoffen aanwezig zijn die mogelijk op een auto-immuunaandoening wijzen. Als een bloedonderzoek een 'positieve' uitslag heeft, betekent het dus dat je misschien een vorm van reuma hebt. De uitkomsten van alle onderzoeken bij elkaar vormen de uiteindelijke diagnose.
Bij een gewrichtsontsteking kunnen de bezinkingssnelheid (BSE)- en de CRP-waardes in het bloed stijgen. Hoe ernstiger de ontsteking, hoe hoger de BSE- en CRP-waardes. Je arts gebruikt deze waardes vooral om het verloop van de reumatische ontstekingen te volgen en niet zozeer om de diagnose te stellen.
Reumatoïde artritis (RA) wordt gekenmerkt door een chronische ontsteking van synoviale gewrichten. Als gevolg van de synovitis kunnen beschadigingen ontstaan aan het kraakbeen en (of) het onderliggend bot. Deze beschadigingen kunnen worden gezien op conventionele röntgenfoto's.
Don't - vermijden bij reuma en voeding: eet geen tot weinig worst en vet- en roodvlees. Don't: drink geen tot weinig alcohol. Dit wordt vooral aangeraden bij jicht.
Ontstekingsremmende pijnstillers verminderen zowel de pijn als de ontstekingen. Ze worden vaan in combinatie met andere medicijnen (zie hieronder) voorgeschreven. Voorbeelden zijn: Ibuprofen®, Naproxen®, Diclofenac® en Indometacine®. Deze groep bestaat uit snelwerkende ontstekingsremmers.
Vermoeidheid bij reuma is een klacht die door de reuma wordt veroorzaakt. En de vermoeidheid bij reuma is langdurig. Een nacht goed slapen brengt dan ook vaak geen verbetering. Van de vermoeidheid door je reuma heb je zowel geestelijk als lichamelijk last.
Reumatoïde artritis komt voornamelijk voor in de polsen en de kleine gewrichten van je handen of voeten en treedt meestal symmetrisch op. Als je bijvoorbeeld een ontsteking aan het vingerkootje van je linkerringvinger hebt, dan is de kans groot dat ook het vingerkootje van je andere ringvinger gaat ontsteken.
De oorzaak van spierreuma is (nog) niet bekend. Het is niet erfelijk. Bij spierreuma krijgen mensen spontaan hevige spierpijn en stijfheid in de nek, schouders en heupen. De pijn is symmetrisch aanwezig.
Naast de gewrichtsontstekingen kunnen ook je ogen, geslachtsorganen of urinewegen ontstoken raken, of je krijgt last van huiduitslag. Het duurt gemiddeld 2 tot 4 weken na de infectie aan je darmen of urinewegen, voordat je gewrichten ontstoken raken.
De meeste mensen krijgen last van hun spieren, gewrichten en organen. Voorbeelden van organen die aangetast kunnen worden, zijn je slokdarm, longen, hart of nieren.
Bij longfibrose vormen zich littekens (fibrose) in de longen. Dit littekenweefsel gaat niet meer weg. Vaak verdwijnt steeds meer gezond longweefsel. Het gevolg is dat de longen minder goed zuurstof kunnen opnemen; ademen wordt moeilijker.
Er zijn geen diëten die ontstekingsreuma voorkomen of de ziekte rustiger maken. Er zijn enkele onderzoeken die laten zien dat veel gebruik van koffie (meer dan vier koppen per dag) meer kans op reumatoïde artritis geeft, maar andere onderzoeken vinden dit weer niet.”
Reumatische aandoeningen zijn dus onder te verdelen in drie hoofdgroepen: ontstekingsreuma, artrose en wekedelenreuma. De meeste mensen met reumatische klachten hebben artrose. Dat zijn er maar liefst 1,1 miljoen. Chronische gewrichtsontstekingen komen voor bij ongeveer 420.000 mensen.
Het vermijden van de volgende voedingsstoffen en producten zou de klachten kunnen verminderen: zuivel, suiker, (rood) vlees, producten uit nachtschadefamilie, bepaalde kruiden, citrusfruit, chocolade, alcohol, tarwe of peulvruchten.
Eerste bezoek
De reumatoloog vraagt u, om uw klachten te omschrijven en stelt aanvullend vragen. Deze vragen zijn bedoeld om een goed beeld te krijgen van de ziekte en de mogelijke oorzaken daarvan. Aansluitend volgt een lichamelijk onderzoek, als het nodig is onderzoekt de arts bloed, urine of röntgenfoto's.
Op deze foto zijn zenuwen, tussenwervelschijven en spieren niet te zien. Wel kan de arts slijtage, botverschuivingen of verzakte wervels zien. Veel mensen hebben echter wel 'iets' dat te zien is op een röntgenfoto, maar waar ze misschien helemaal geen last van hebben. Hierdoor is een verkeerde diagnose snel gesteld.
Lichamelijk onderzoek
Na het vraaggesprek onderzoekt de reumatoloog je gewrichten en luistert vaak ook naar je hart en longen. Na dit onderzoek bespreekt de reumatoloog met jou wat hij gevonden heeft. En welke informatie verder nodig is om tot een diagnose te komen.
Wat is reuma in de handen? Reuma in de handen is een vorm van reuma die optreedt in uw handen. Het gaat hierbij om reumatoïde artritis en u ervaart hierbij pijn en stijfheid in één of beide handen, waardoor het lastig wordt om dagelijkse taken uit te voeren met uw handen.
Er zijn een aantal bloedonderzoeken die kunnen aangeven of er in het lichaam ontstekingen zijn. Daarmee kan men echter nog niet bepalen of zo'n ontsteking door systeemvasculitis wordt veroorzaakt of door een bacterie of virus. Dat kan wel met de ANCA-test of door onderzoek van een biopt (stukje weefsel).
De ESR en/of de CRP-waarde worden dus gebruikt om het verloop van de reumatische ontstekingen te volgen en niet zozeer om de diagnose te stellen. Vaak zijn ESR en CRP namelijk niet of nauwelijks verhoogd terwijl er toch sprake kan zijn van reumatoïde artritis. Het bloed kan ook onderzocht worden op reumafactoren.