De CT-scan maakt gebruik van röntgenstraling om de dwarsdoorsneden te creëren, terwijl de MRI-scan hiervoor een sterk magnetisch veld en radiogolven gebruikt. Bij zowel de MRI- als de CT-scan kan er gebruik worden gemaakt van contrastmiddel. Het contrastmiddel van de MRI-scan verschilt met die van de CT- scan.
De CT-scan maakt gebruik van röntgenstraling om deze dwarsdoorsneden te maken, terwijl bij een MRI-scan de patiënt in een groot magneetveld ligt. Bij zowel de MRI- als de CT-scan kan gebruik worden gemaakt van een contrastmiddel. Het contrastmiddel van de MRI-scan verschilt wel met die van de CT- scan.”
Een CT-scan gaat over het algemeen wat sneller dan een MRI-scan. Een CT-scan duurt meestal 5 tot 15 minuten, terwijl een MRI-scan wel tot een halfuur of langer kan duren. Om die reden wordt er bij spoed vaak gekozen voor een CT-scan. Een MRI-scan geeft een meer gedetailleerd beeld weer van onder andere weefsels.
Wat kun je uit een CT-scan afleiden? “Je kunt interne organen bekijken zoals longen, lever, hart of hersenen. Maar ook botstructuren, breuklijnen, prothesemateriaal en gewrichten zijngoed zichtbaar. Bovendien kun je met een scan bekijken waar een bepaalde afwijking in een orgaan zich bevindt.
We doen dit onderzoek om te kijken of iemand een bepaalde aandoening heeft. Bijvoorbeeld een abces, verwijd bloedvat, gebroken bot, bloeding, tumor, galsteen, niersteen of ontsteking. Met een CT-scan kunnen we ook controleren wat het resultaat is van een behandeling zoals een operatie of een medicijnenkuur.
Nadelen zijn: een CT-scan betekent een relatief sterke stralingsbelasting: een onderzoek met een CT-scan staat ongeveer gelijk aan 200 röntgenfoto's. het is een kostbaar onderzoek. er is contrastmiddel nodig om de bloedstroom beter af te beelden.
Bij een CT-scan worden in 1 keer meer foto's van de binnenkant van uw lichaam gemaakt. Een CT-scan gebeurt met röntgenstralen. Op een CT-scan kunnen de artsen meer details zien dan op een gewone röntgenfoto. De CT-scanner maakt met de foto's een 3D-foto van uw lichaam.
Een CT-scan (ook wel RX, CAT of computertomografie genoemd) is een radiologisch onderzoek dat compleet pijnloos is en dat beelden 'in plakjes' levert van het lichaam. Bij deze methode worden röntgenstralen of X-stralen gebruikt. Het principe is eenvoudig. Elk weefsel van ons lichaam (huid, vet, organen, bot enz.)
Een CT-scan wordt vaak gebruikt bij het opsporen van ziektes. Een nadeel van een CT-scan is dat patiënten tijdens deze scans worden blootgesteld aan straling. Dit kan mogelijk stralingsgerelateerde tumoren veroorzaken.
Door de beelden van de MRI-scan krijgt de radioloog een goed beeld van de mogelijke aanwezigheid van bijvoorbeeld ontstekingen, tumoren, fracturen, cysten en slijtage (artrose). Hierdoor kan een MRI-scan inzicht geven in de eventuele oorzaak van klachten zoals (chronische) pijn vanuit je organen en gewrichten.
De MRI is dan voor jezelf wel veilig, maar de kwaliteit van de beelden kan minder zijn. Het gaat dan om bijvoorbeeld: kunsthartkleppen. metalen prothesen voor gewrichten.
Een MR of MRI (Magnetische resonantie / Magnetic Resonance Imaging) is een onderzoekstechniek die gebruik maakt van sterke magneetvelden en radiogolven (geen röntgenstraling) om organen en andere lichaamsweefsels gedetailleerd in kaart te brengen.
Anderzijds is de MRI-scan drie keer duurder dan de CT-scan, maar veel veiliger voor de patiënt die hierbij niet onderhevig is aan de schadelijke ioniserende stralingen.
Hierdoor is duidelijker te zien hoe uw lichaam en organen eruit zien. Dit komt omdat u bij een CT-scan in een ring ligt en de röntgenstralen van alle kanten komen. Bij een gewone röntgenfoto komen de röntgenstralen van 1 kant.
Binnen in het magneetveld worden kleinere magneetvelden aangetrokken en afgestoten. Op die manier kan men het orgaan of lichaamsdeel volledig in kaart brengen. Per MRI-beeld wordt dat proces meer dan tienduizend keer herhaald. En dat snel schakelen zorgt voor het ratelende geluid.
De röntgenstralen geven een zwart, grijs of wit computerbeeld: weefsels die veel röntgenstralen absorberen geven witte beelden, terwijl weefsels die weinig straling absorberen zwarte beelden laten zien.
Bij de meeste onderzoeken wordt gebruik gemaakt van Technetium 99m. De hoeveelheid radioactiviteit van deze stof halveert iedere 6 uur. Daarnaast scheidt het lichaam deze stof via de natuurlijke weg uit. Hierdoor is de radioactieve stof slechts enkele dagen in uw lichaam aanwezig.
U krijgt voor en/of tijdens het onderzoek een injectie met contrastvloeistof in uw arm. Daardoor kan de laborant vooral uw bloedvaten beter in beeld brengen. Met de scan kan de arts afwijkingen aan de bloedvaten, organen en botten beter opsporen of beter in beeld krijgen.
Na het onderzoek
Het contrastmiddel wordt via de nieren uitgescheiden. Om dit proces te versnellen is het goed om na het onderzoek extra te drinken.
Voor een CT scan mag u drinken en een lichte maaltijd nuttigen. Behalve voor een CT van het hart, de dikke darm of dunne darm, daarvoor is een aparte voorbereiding nodig. U kunt medicijnen gewoon innemen, als dat nodig is.
U krijgt jodiumhoudende contrastvloeistof via een infuusnaaldje in uw arm. Hiervan kunt u een warm gevoel door uw lichaam krijgen. Dit gevoel verdwijnt na enkele minuten. Dit is niet schadelijk voor uw lichaam.
Bij een PET/CT-scan worden eventuele ontstekingen of kanker in beeld gebracht. Uw organen en weefsels worden op twee manieren in beeld gebracht: PET-scan: hierbij wordt een radioactieve stof in een bloedvat in uw arm gespoten. Deze stof gaat naar de eventuele zieke organen en weefsels toe.
Contrastmiddel is belastend voor uw nieren. Om ervoor te zorgen dat het contrastmiddel uw lichaam zo snel mogelijk weer verlaat, adviseren wij u 2 liter vocht én een kop bouillon te drinken op de dag vóór het onderzoek en op de dag van het onderzoek.
De radioloog bestudeert de gemaakte foto's. De uitslag is na 2 à 3 werkdagen bekend. U krijgt de uitslag van uw behandelende arts.