Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel. Dit gebeurt als u onder narcose bent.
Bij algehele anesthesie slaapt de patiënt diep en wordt hij ook beademd. Bij sedatie slaapt de patiënt lichter. Beademing is dan niet nodig. Toch is de slaap veel dieper dan normaal.
Bij operaties van 2 uur of langer krijgt u altijd een katheter, omdat iemand onder narcose of een ruggenprik niet kan plassen. Een katheter voorkomt dan dat de blaas te vol wordt. We plaatsen de katheter pas nadat u onder narcose bent of een ruggenprik hebt gekregen. U merkt hiervan dus niets.
Als de naald op de goede plaats zit, spuit de anesthesioloog het verdovende middel in. Dit inspuiten kan gevoelig zijn. Nadat de verdoving is ingespoten, komt er een band om het hoofd om druk op het oog uit te oefenen, zodat de verdovingsvloeistof zich goed verspreidt. Deze band gaat er vóór de operatie weer af.
Narcose via een kapje
Het narcosegas vinden de meeste kinderen vies ruiken. Daarom is aan het kapje een lekkere geur (aardbeien) aangebracht zodat de kinderen het narcosegas als minder vies ervaren.
De anesthesioloog gebruikt hiervoor een combinatie van medicijnen, zoals slaapmiddelen, pijnstillers en soms ook spierverslappers. Deze schakelen tijdelijk het bewustzijn, de pijngevoeligheid en de spierkracht in het hele lichaam uit. De medicijnen worden toegediend via een infuus of een mondkapje.
Net voordat u onder narcose gaat, krijgt u een kapje met zuurstof voorgehouden. Dit ruikt een beetje naar plastic.
Kort na de operatie kunt u zich nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Dat is heel normaal. Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie.
Meestal zit er enige tijd tussen het moment dat u op de POS-poli bent geweest en het moment van de operatie of het onderzoek.
Welke anesthesie voor u het beste is hangt af van o.a. uw leeftijd, uw lichamelijke conditie en de operatie die u krijgt. Heeft u een voorkeur voor een bepaalde vorm van anesthesie dan kunt u dit bespreken met de anesthesioloog.
Het risico dat men overlijdt ten gevolge van de anesthesie is uiterst klein en hangt eerder samen met de algemene gezondheidstoestand van de patient, de aard van de chirurgie en eventuele complicaties die zich tijdens de operatie voordoen.
Dit komt zelden voor, in minder dan een half procent van alle narcoses. De anesthesioloog bewaakt de diepte van de narcose en kan zo nodig bijsturen om te voorkomen dat iemand wakker wordt tijdens de operatie. Awareness wordt soms verward met dromen tijdens de narcose.
In dit flapje worden enkele niet-oplosbare hechtingen geplaatst. Onder dit flapje door kan het oogwater langzaam wegstromen waardoor de oogdruk lager wordt. Als de operatie klaar is, wordt het slijmvlies van het oog gesloten met oplosbare hechtingen en wordt uw oog afgeplakt.
Tijdens een narcose vallen de hoest- en slikreflex weg, waardoor het gevaar bestaat dat maaginhoud in de longen komt, wat ernstige complicaties kan veroorzaken. Het is niet wenselijk dat u tijdens en na de operatie moet braken.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel. Dit gebeurt als u onder narcose bent.
Je geeft iemand anders de controle over je lichaam.” Maar de kans dat het mis gaat, is uiterst klein. Het risico op overlijden is bij 'normale' patiënten kleiner dan het risico dat je loopt als je aan het verkeer deelneemt.
U krijgt een papieren onderbroek aan, in veel gevallen mag u ook uw eigen onderbroek aanhouden. Als het nodig is, wordt u vlak voor de operatie geschoren op de plaats waar geopereerd wordt. Voor de operatie moet u sieraden zoals een horloge, ringen en armbanden afdoen.
Het kan nodig zijn om voor de operatie bloed af te nemen om uw nierfunctie of leverfunctie te bepalen. Dit omdat de functie van deze organen van invloed kan zijn op de middelen die de anesthesioloog tijdens de operatie gebruikt.
Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
In de eerste periode na de operatie kan het zijn dat u meer moeite heeft met het ophouden van de ontlasting omdat de sluitspier van uw anus langere tijd niet heeft gewerkt. Deze klachten kunnen zes weken tot drie maanden aanhouden en verdwijnen na verloop van tijd meestal spontaan.
Wat is wakker worden tijdens een operatie? Het betekent dat je bij bewustzijn bent op een moment dat je anesthesist je eigenlijk bewusteloos wil houden. In de meerderheid van de gevallen waarin dit gebeurt voelde men geen pijn, maar kon men zich gebeurtenissen herinneren die tijdens de verdoving gebeurden.
Narcose kan een zware aanslag op de hersenen zijn. Jonge kinderen kunnen er hersenschade door oplopen, en menige bejaarde die met een gebroken heup in het ziekenhuis belandt, is bij het ontwaken uit de narcose langdurig, soms voorgoed, de weg kwijt.
Beweging heeft veel voordelen en kan je herstel versnellen. Begin daarom de dag van je operatie goed, en zorg ervoor, als dat mogelijk is, dat je al voor de operatie wat beweging hebt gehad. Voor je herstel heb je voldoende spierkracht en een goede conditie nodig.
Moe. Veel patiënten voelen zich nog dagen en soms zelfs maanden na een grote ingreep moe. Als uw lichaam een grote wond heeft zorgen uw hersenen er voor dat u het wat rustiger aan gaat doen. Zo herstelt u sneller.