Vlinders in de nesten
Vijftien soorten zijn zelfs helemaal verdwenen. De reden is simpel: er zijn steeds minder bloemen waar vlinders nectar kunnen vinden en daarbij doen ook de 'betonnen' tuinen de kleurrijke insecten geen goed. Volgens Hans Arnold kan het planten van één vlinderstruik al het verschil maken.
De langbloeiende plant begint in juni met de bloei, als je uitgebloeide bloemen eruit knipt volgt er een tweede bloei en de bloei kan dan doorgaan tot in oktober! Er zijn veel verschillende vlinderstruiken, allen met eigen kleur en bloeitijd.
Belangrijk is een standplaats in de halfschaduw tot volle zon, de vlinderstruik houdt van warmte. Zet de plant op een goed doorlatende, vochtige grond en geef de planten regelmatig water. Geef de planten in het voorjaar extra voeding zodat ze lang en rijk blijven bloeien en gezond blijven.
U kunt eventueel om het jaar snoeien, een niet gesnoeide struik bloeit eerder. Snoeit u nooit, dan zal de vlinderstruik op den duur minder bloemen geven. Er is een uitzondering op de snoeiregels: de soort Buddleja alternifolia bloeit op overjarig hout en hoeft alleen na de bloei licht terug geknipt te worden.
Vlinderstruik voeden
Geef jaarlijks een hoogwaardige meststof, zoals Pokon Bio Tuinmest, in de periode april t/m juni. Ook kalk strooien in maart zal de plant goed doen.
Water. Eenmaal goed geworteld zijn vlinderstruiken niet veeleisend. In droge, hete periodes doe je er goed aan om goed water te geven. In de winter wil Buddleja niet erg nat staan, kies een plek uit waar in de winter geen plassen blijven staan.
De vlinderstruik planten en verzorgen
Wanneer de vlinderstruik in een pot staat, dan moet u hem wekelijks water geven. Staat de struik in de volle grond? Dan heeft hij geen extra water nodig. Als de vlinderstruik in een pot staat, zorg er dan wel voor dat het water weg kan lopen.
allereerst houd een vlinderstruik ervan om in de volle zon te staan en hij houd absoluut niet van natte voeten. Mocht hij wel te nat staan dan kan dit dus een reden zijn dat de vlinderstruik geel blad geeft.
Een vlinderstruik groeit erg snel maar wordt doorgaans niet erg oud. Als de plant op zijn retour is, kan je beter in de zomer of meteen na de herfstsnoei wat stekken nemen en van start gaan met een nieuw, gestekt exemplaar.
Vlinderstruik, ook herfstsering genoemd, bloeit vanaf begin juli. De zoetgeurende, lila, rode, witte of gele bloemaren lokken vooral vlinders (koolwitje, citroenvlinder, kleine en grote vos, atalanta), maar ook andere insecten aan.
Vlinders als koeriers
De vlinderstruik maakt heerlijk geurende nectar aan. Nectar is een zoete vloeistof met voedingsstoffen die vlinders drinken, maar dan moeten de vlinders eerst langs de meeldraden. De meeldraden zijn de mannelijke geslachtsorganen van een bloem waar stuifmeel aangemaakt wordt.
Daarom hebben we gekeken welke struiken per bloei het meeste vlinders en andere dieren trekt. Voor vlinders kwamen onder andere Buddleja davidii 'Dartmoor', 'Empire Blue' en 'Ile de France' er heel goed af.
Een vlinderstruik planten kan het beste in het voorjaar of najaar, niet tijdens vorst. De vlinderstruik houdt van een voedingrijke, humusrijke, goed doorlatende en kalkhoudende grond. Zet deze struik niet op een zure grond, want dan kan deze geen voedingsstoffen opnemen.
De Buddleja davidii Pink Delight bloeit van juli tot en met augustus met enorme prachtige roze bloempluimen. Deze Pink Delight heeft één van de grootste bloemen van alle vlinderstruik soorten, soms kunnen ze wel tot een halve meter lang worden! Een 'delight' om te zien dus.
Hoe ouder de vlinderstruik, hoe dieper de wortels verankerd zijn in de grond. Jonge bomen van twee tot drie jaar oud, hebben wortels die nog niet diep verankerd zijn. Maar ook deze jonge struiken moet je voorzichtig verplaatsen om de lange penwortels en de kleine, fijne haarwortels zo min mogelijk te beschadigen.
Maar om op je vraag te antwoorden: 's nachts (of bij slecht weer) hangen vlinders onder blaadjes in bomen of struiken, of ze kruipen in holletjes tussen stenen of andere voorwerpen om er een slaapje te doen.
Welke bodembedekker past er onder een vlinderstruik? Zelf zouden we kiezen voor een sterke vaste plant, zoals bijvoorbeeld de wintergroene Pachysandra terminalis of Vinca minor, die ook standhouden wanneer de Buddleja (vlinderstruik) vol in blad staat.
Hij staat het liefst enigszins beschut zodat hij bij harde wind niet los komt te staan. Dit heeft als gevaar beschadiging van de stronk en te veel water rond de onderkant van stam waardoor rot en bevriezing op de loer liggen. Grondsoort: De Vlinderstruik heeft het liefst doorlaatbare grond met veel organisch materiaal.
Kalk neutraliseert het zuur in de bodem en maakt grond kalkrijker, verder verbetert kalk in de regel de bodemstructuur. Kalk voorziet de planten bovendien van twee zeer belangrijke voedingsbestanddelen: calcium (kalk, Ca) en magnesium in de vorm van magnesiumoxide (MgO) dat door veel planten makkelijk wordt opgenomen.
De Hortensia is één van de populairste planten in Nederland. Net als Rododendrons houdt de Hortensia van zure bodems (dus geen kalk bij deze plant). Zoals bij veel planten is het van belang om te kijken naar welke samenstelling de bemesting heeft die je gebruikt bij de plant.
Graaf op de plek waar de vlinderstruik moet komen een gat dat net iets groter is dan de wortels van de vlinderstruik. Op deze manier zullen de wortels genoeg ruimte hebben wanneer de planten uiteindelijk in de grond geplant zijn. Zorg dat er tot ten minste 50 centimeter rond deze plek geen onkruid te vinden is.