LED lampen gloeien na doordat een elektrische apparaat zo weinig energie verbruikt dat dit niet afgevoerd kan worden. LED lampen verbruiken veel minder energie dan conventionele lampen waardoor de kans groter is dat de energie in de elektriciteitsdraden blijft hangen.
Een LED lamp is natuurlijk geen gloeilamp en zal dus ook niet echt gloeien, maar soms blijven ze wel heel zachtjes branden. Omdat LED lampen maar een klein beetje spanning nodig hebben, kan dit al genoeg zijn om ze te laten branden. Het kan ook zijn dat de spanning niet genoeg is om de lamp meteen te laten branden.
Als de led lamp blijft nagloeien en dit is te wijten aan de lamp zelf, is het in principe geen probleem. Als het zwakke licht storend is, bijvoorbeeld in de slaapkamer, helpt het alleen om de led-lichtbron te vervangen door een ander type.
Bepaalde LED lampen zijn zo energiezuinig dat de lekstroom genoeg vermogen biedt om een heel klein beetje licht te geven. Dit komt vooral voor bij LED lampen met veel kleine LEDjes en minder bij PowerLED lampen. Het kan verder weinig kwaad en beïnvloed de levensduur van de lamp nauwelijks.
Een lekstroom is bijna niet te voorkomen. In veel apparaten zijn bijvoorbeeld transformatoren en/of bijvoorbeeld condensatoren aanwezig, veroorzakers van (kleine) lekstromen. Door niet enkel de fase, maar ook de nul te schakelen kan lekstroom als veroorzaker van gloeiende LED-lampen voorkomen worden.
LED lampen verbruiken veel minder energie dan conventionele lampen waardoor de kans groter is dat de energie in de elektriciteitsdraden blijft hangen. Uiteindelijk is dit de oorzaak van dat lampen blijven nagloeien.
U kunt de karakteristieke lekstroom bij 50 Hz alleen meten met een stroomtang die voorzien is van een doorlaatfilter met een kleine bandbreedte, die stromen bij andere frequenties verwijdert. Wanneer de belasting aangesloten (ingeschakeld) is, bevat de gemeten lekstroom de lekstroom in belastingsapparatuur.
Dit kun je voorkomen door niet alleen de fase, maar ook de nuldraad te schakelen. Hierdoor kun je lekstroom én na gloeiende LED lampen voorkomen. Hiervoor kun je een tweepolige schakelaar gebruiken.
Hoeveel uw sluipverbruik van stroom gemiddeld is, hangt af van het aantal elektronische apparaten die u in huis heeft. Daarnaast heeft niet elk elektronisch apparaat sluipverbruik. Volgens Milieu Centraal zou een huishouden zo'n 450 kWh sluipverbruik aan stroom, gemiddeld per jaar hebben. Dit staat gelijk aan € 221,45.
Brandonderzoek heeft al een paar keer aangetoond dat er een brand ontstond door een leeslampje. Sommigen hebben een klemmetje waarmee je ze kunt vastzetten op de rand van je bed. Daarbij is de kans aanwezig dat de lamp langzaam opzij valt. Als de gloeilamp dan op beddengoed terecht komt, ontstaat vaak brand.
Oplossing: Indien je led wilt dimmen, dien je dimbare led lampen op een led dimmer aan te sluiten. Hoef je niet persé te dimmen? Dan kun je de led lampen op een normale aan/uitschakelaar aansluiten.
Een LED spot wordt bij (langdurig) gebruik zo'n 30 - 50 graden warm. Dit is een stuk koeler dan bijvoorbeeld een halogeenlamp waarvan de temperatuur tot wel 250 graden kan stijgen.
Als de lampen flikkeren, dan heeft u in de meeste gevallen last van lekspanning. Lekspanning ontstaat doordat de stroomleiding van de LED lampen in de buurt loopt van een andere stroomleiding met een hoge spanning. Omdat LED verlichting nauwelijks stroom nodig heeft, stroomt er een lage spanning door deze leiding.
Deze universele led dimstabilisator voorkomt knipperen (aan/uit) in laagste en hoogste lichtniveau, vermindert fluctuaties (harder/zachter/harder) in ieder lichtniveau, verbetert de dimbaarheid (verder terug dimmen) en voorkomt nagloeien van de led lamp (ondanks dat deze is uitgeschakeld).
LEDs hebben maar heel weinig stroom nodig. Een kleine lekstroom kan al genoeg zijn om een LED te laten gloeien of te storen. De compensator lost storingen op door de inductieve spanning te verbruiken en te neutraliseren. De compensator wordt parallel aangesloten over de verlichting, alsof het een extra LED lamp is.
Deze Compensator zal parallel over de verlichting worden geplaatst en hij verbruikt het kleine beetje aanwezige spanning om de lampen niet te laten gloeien. Je hoeft alleen de twee draden over de plus en de min van de lamp aan te sluiten.
Een lekstroom kan ontstaan door een beschadiging of een defect in een elektrisch apparaat waardoor onverwachts spanning op het gehele apparaat komt te staan. Hierdoor loopt er stroom weg via de aarde met als gevolg dat er meer stroom ingaat dan dat er uitgaat. Dit geldt alleen voor een geaard apparaat.
Sluipverbruik meten
Hoe kom je erachter welke apparaat stroom verbruikt in de stand-by modus? Dat kun je eenvoudig meten met een energiemeter. Steek de meter in het stopcontact bij het apparaat waarvan je het verbruik wilt meten en je ziet op het display direct hoeveel watt het apparaat op dat moment verbruikt.
Bij een lekstroom:
Je apparaat lekt water in de elektronica (koffiezetapparaat, waterkoker, wasmachine etc.) Elk apparaat heeft een lekstroom. Als deze waarde te groot wordt door defect of doordat heel veel groepen op dezelfde aardlekschakelaar zijn aangesloten, kan deze uit veiligheidsoverweging uitschakelen.
Lekstromen komen met name voor in condensators, batterijen, oplaadbare batterijen, loodaccu's, transformators, isolators, halfgeleiders, kabels en dergelijke. Bij een elektrisch apparaat dat op het lichtnet is aangesloten maar dat niet geaard is, zal de behuizing vaak enige spanning voeren.
Algemeen. In de meterkast van uw huis bevindt zich de groepenkast waarin de aardlekschakelaar(s) en alle afgaande groepen (automaten)zitten. Hier hoort ook een groepenkaart bij aanwezig te zijn waar u op kunt zien welke groep welk gedeelte van het huis van energie voorziet en achter welke aardlekschakelaar deze zit.
Op het moment dat de uitgaande stroom te sterk afwijkt van de binnenkomende stroom, is er sprake van lekstroom. De aardlekschakelaar of aardlekautomaat schakelt bij het detecteren hiervan alle elektrische apparatuur in huis uit.
De elektrische weerstand meten is eenvoudig met de multimeter. Zet uw zwarte kabel op de 'COM' poort, deze poort heb je altijd nodig om te beginnen met meten. En de rode kabel op de Omega 'Ω' poort. Vervolgens draai de knop naar de weerstand gebied, aan te merken met de symbool 'Ω' laag ohm naar mega ohm.
Een aardfout is een fout ontstaan door een defect of een externe oorzaak. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een spanning geleidend onderdeel zoals een fasedraad onbedoeld contact maakt met de aarde. Dit vindt dan plaats via het omhulsel van je wasmachine.