IJs bestaat uit kristallen met zes hoeken. Door deze vorm zit er veel lege ruimte in het ijs. In vloeibaar water was deze lege ruimte er niet.Daarom zet het water uit als het bevriest en ijs wordt.
Bij het bevriezen vermindert de dichtheid van water: water zet uit bij bevriezing. De meeste andere stoffen hebben in vaste vorm juist een hogere dichtheid dan in vloeibare vorm: bij stolling krimpen ze in.
Wanneer een fles water afkoelt, worden de watermoleculen daarbinnen trager. Onder 0°C is een ijskristal thermodynamisch gesproken de meest stabiele configuratie van moleculen. Om die toestand te bereiken moeten de moleculen bewegen en zich aan elkaar verbinden in het juiste patroon voor ijs.
Als water bevriest, zet het namelijk uit. Hierdoor is de dichtheid van ijs lager dan de dichtheid van water. Dit betekent dat er in ijs meer ruimte zit tussen de waterdeeltjes dan in vloeibaar water. Daarom is ijs lichter dan water en blijft het drijven.
Antwoord. Bij een 'normale' vloeistof verwacht je dat de dichtheid toeneemt naarmate de temperatuur daalt. Daardoor zakt de zwaardere, koudere vloeistof naar de bodem en zal het eerst op de boden beginnen bevriezen.
Warm water bevriest sneller dan koud water. Dit klinkt natuurlijk vreemd, want warm water moet heel wat meer afkoelen voordat het vriespunt bereikt is.
In tegenstelling tot wat je zou verwachten, bevriest een hoeveelheid heet water sneller dan een gelijke hoeveelheid koud water. Aanvankelijk werd lacherig gereageerd op hun bevindingen, maar het bleek te kloppen. Ook Descartes en Aristoteles hadden overigens eerder al gelijkaardige vaststellingen gedaan.
1 liter vloeibaar water weegt 1 kilo. 1 liter bevroren water weegt minder dan een kilo. Het soortelijk gewicht van goed roomijs is groter dan dat van water, het is meer geconcentreerd dankzij de melk en het fruit. Dus voor hetzelfde volume, moet je roomijs normaal meer wegen als de kwaliteit goed is.
De soortelijke massa van een ijsklontje is lager dan de soortelijke massa van water, omdat water uitzet bij bevriezing. Eenvoudig gezegd: een ijsklontje is lichter dan water. Hierdoor is de opwaartse kracht in water groter dan het gewicht van het ijsklontje en zal het ijsklontje blijven drijven.
Daardoor wordt het onderste laagje sneeuw samengedrukt. Dit samendrukken zorgt ervoor dat er ijs ontstaat. En ijs is zwaarder en harder dan sneeuw. Als het niet meer vriest, gaan de sneeuw en het ijs dooien.
Als je geen elektriciteit in het hok hebt kan het bevriezen van het water ook worden uitgesteld door wat suiker aan het water toe te voegen, 50 gram suiker per 1,5 liter water (GÉÉN ZOUT). Hierdoor duurt het langer voordat het water bevriest.
Als je je diepvriezer niet opent tijdens het proces, moet je rekenen op zo'n drie uur. Moet je in de tussentijd wel in de vriezer zijn, dan neemt het wat meer tijd in beslag.
Het koude water moet eerst opwarmen voordat het even warm is als het water dat uit je warme kraan komt. Dat kost tijd, en dus is koud water aan de kook brengen niet sneller. Koud water kan het warme water niet inhalen.
Drinken invriezen is mogelijk, maar je moet met het volgende rekening houden. Water (of een andere willekeurige vloeistof) zet uit tijdens het invriesproces. De vloeistof neemt bij het invriezen toe in massa.
De meeste materie zet uit wanneer het wordt verwarmd, en krimpt als het afkoelt. Voor water geldt dit alleen bij temperaturen tussen 4°C en 100°C (kookpunt). Tussen het vriespunt (0°C) en 4°C zet water uit, wanneer het wordt afgekoeld. Bij 4°C heeft water een hogere dichtheid dan bij lagere temperaturen.
Wil je checken of je drankje veilig is, dan doe je een druppeltje op het papiertje. Als de plek verkleurt, zit er GHB of ketamine in je drankje. Studenten van de Amerikaanse universiteit in North Carolina hebben ook een zelftest ontwikkeld, in de vorm van nagellak: Undercover Colors.
Maar het grootste deel van een ijsberg bevindt zich nog altijd onder de waterspiegel. Het gaat om ongeveer 90 procent van het volume van de ijsberg. Een ijsberg heeft al gauw een hoogte van 50 m of meer. Een groot gevaarte dus.
De atomen die oliemoleculen vormen zijn lichter dan die van watermoleculen. Olie is dus lichter dan water en drijft daarom naar boven.
Re: Hoeveel weegt bier? ja, SG is tov die 998.2 gram, dus 1 liter water met SG=1000 weegt 998.2 gram bij 20 ºC 1 liter met SG = 1015 weegt dus bij 20 ºC 1.015 x 998.2=1013 gram.
De drie vloeistoffen zijn niet allemaal even zwaar. Water is ongeveer 1 kg per liter. Een liter olie is lichter dan een liter water, maar een liter stroop is zwaarder. Je kunt ook zeggen dat olie een kleinere dichtheid heeft dan water en stroop een grotere dichtheid.
In tegenstelling tot andere stoffen, zet water bij bevriezing uit en krimpt het zodra ijs weer overgaat in water. Een massa van 1000 kg water heeft de inhoud van 1 m3 en zal bij bevriezing een volume gaan innemen van ca. 1,1 m3. IJs heeft dus een lagere soortelijke massa (is lichter) dan water en blijft daarom drijven.
Dat zal u niet verbazen. Water is een vloeistof dat bij 0 graden Celsius overgaat in zijn vaste toestand…. ijs.
Warm water is lichter dan koud water. Daarom drijft warm water op koud water. Het warme water wil naar boven, terwijl het koude water naar beneden zakt.
Het Mpemba-effect is het verschijnsel dat warmer water onder bepaalde omstandigheden sneller bevriest dan kouder water. Het onderzoek naar het effect is echter niet eenduidig en zijn er wetenschappers die in twijfel trekken of het effect werkelijk bestaat.