Oververmoeidheid herkennen
Net als gapen, huilen en wegkijken is dit een typisch signaal een oververmoeide baby. Ook rood rondom de oogjes is een bekend teken dat een baby moe of oververmoeid is. Veel oververmoeide baby's komen lastig in slaap. Ze huilen zodra je ze neerlegt.
Je kind is oververmoeid
Kinderen werken op adrenaline en hebben wat hulp nodig om genoeg te ontspannen zodat hun toesten kan veranderen in slaperigheid. Eerder naar bed brengen kan de oplossing zijn, voorafgegaan door een rustige, langere bedtijd-routine.
Het bijzondere is dat een (over)vermoeide baby juist moeilijk in slaap komt en ook vaak weer snel wakker wordt. Dat klinkt misschien onwaarschijnlijk, maar het blijkt dat een uitgeruste baby beter slaapt dan een oververmoeide baby.
Vaak herken je of je baby overprikkeld is: hij valt moeilijk in slaap of wordt juist van elk geluid wakker. Is schrikachtig, extreem alert of huilerig. Je baby wil gedragen worden, of juist niet: elke aanraking is een prikkel teveel en veroorzaakt een ontroostbare huilbui.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.
Als je kindje oververmoeid is, is het erg onrustig. De eerste stap is dus om je baby te kalmeren. Baker je kindje bijvoorbeeld in, schommel het zachtjes heen en weer of gebruik je zangtalent door een slaapliedje te zingen. Dat biedt de basis om je kindje uiteindelijk weer te kunnen laten slapen.
Als je baby 's nachts wakker wordt en huilt kun je hem of haar proberen te kalmeren door middel van fysiek contact en door goed te kijken naar wat je kleintje nodig heeft. De meeste kinderen vallen dan uit zichzelf weer in slaap. Na een tijdje zul je de verschillende huiltjes en geluidjes steeds beter gaan herkennen.
Het verstoorde ritme kan doorbroken worden door opnieuw de regelmaat en voorspelbaarheid toe te passen. Voedingsritme Door een vast voedingsschema aan te houden, kunt u ritme creëren. Geef de voeding op vaste tijden en wijk maximaal een halfuur af van de vooropgestelde tijden. Werk dit voor het gemak uit in een schema.
Voorlezen heeft veel voordelen, en één van de fijnste is dat je dreumes er slaperig van wordt. Dat komt deels doordat het een gemakkelijke routine is; als je elke avond voorleest, zal je kind dat zien als teken dat het bijna tijd is om te gaan slapen. Daarnaast kun je je kind moe maken met (voor)lezen.
Hoelang duurt een slaapregressie? Slaapregressies kunnen 2 tot 6 weken duren. Het goede nieuws is dat de meeste baby's niet door elke slaapregressie gaan die er is tussen de geboorte en 3 jaar. Sommige kinderen hebben er amper last van, anderen zijn er gevoeliger voor.
Druk gedrag kun je vergelijken met gedachten die door je hoofd gaan. Dan is de ene gedachte nog niet af, of de andere dient zich al aan. Dit drukke gedrag kan komen doordat je kind op zoek is naar prikkels, of juist zo vermoeid is dat het zich niet kan concentreren op één ding.
Slaapregressie 4 maanden: omrollen. Slaapregressie 8 maanden: zitten en kruipen. Slaapregressie 12 maanden: beginnen met lopen. Slaapregressie 18 maanden: zelfstandig lopen.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Gapen. Een heel duidelijk en voor iedereen herkenbaar teken van vermoeidheid is gapen. Baby's doen dit net zo goed als volwassenen wanneer ze toe zijn aan slaap.
Je baby alleen laten huilen kan negatieve invloed hebben op veilige hechting. Veilige hechting in in de eerste maanden van het leven vormt de basis voor een goede en gezonde geestelijke gezondheid in het volwassen leven. Stress kan negatieve invloed hebben op de hechting tussen ouder en kind.
Als je kind een dutje overslaat of slechts kort in de wandelwagen slaapt, kun je hem wat vroeger naar bed brengen zodat hij wat slaap kan inhalen. Pak de normale routine de volgende dag weer op. Als je baby tot nu toe een strak slaapschema had, zal hij dat al snel weer oppakken; maak je geen zorgen!
Een klein gaapje, in de ogen wrijven of even aan de oren friemelen. Het zijn allemaal signalen die je kleine afgeeft om te zeggen; het is bedtijd! Het tijdig leren herkennen van slaapsignalen kan je heel wat zorgen om slaap besparen.
Als je dreumes niet zelf in slaap kan vallen, heeft hij altijd jouw hulp nodig om in slaap te komen. Voor een dutje, bij de bedtijd en als hij midden in de nacht wakker wordt. Dit kan het doorslapen van je dreumes (en van jezelf) negatief beïnvloeden.
Een andere belangrijke oorzaak van slaapproblemen is moeite met inslapen door angsten of piekeren. Bijvoorbeeld doordat je kind veel stress ervaart, zich zorgen maakt of iets naars heeft meegemaakt. Bij kinderen vanaf een jaar of 6 kan er zelfs een angst ontstaan voor het niet in slaap kunnen vallen.
Kinderen die gaan huilen als ze in bed worden gelegd zijn meestal kinderen die niet gewend zijn om uit zichzelf in slaap te vallen. Het kortdurende huilen hoort voor hen bij het gewennen aan het zelf in slaap vallen.
Je kunt je baby een beetje helpen door hem in je armen wat slaperig te maken en hem neer te leggen als hij bijna in slaapt valt. Later kun je dit moment van neerleggen dan steeds iets gaan vervroegen, totdat je je baby wakker in het bedje kunt leggen en hij zelf in slaap valt.
Is het alleen wat gepruttel, dan kun je het even aankijken. Als het echt huilen wordt, probeer je baby dan in bed te troosten met wat aaien en door er naast te zitten. Werkt dat niet en gaat je baby harder huilen? Pak je kind dan op om het te troosten en leg het weer neer als het helemaal gekalmeerd is.