mussen badderen in zand om parasieten kwijt te raken. Vul een ondiepe bak met gewoon zand en volièrezand (te koop bij dierenwinkels). Volièrezand is goed voor de mussenmaag.
Daarom trakteren veel vogels zichzelf op zandbaden; om het overtollige, oude vet weer weg te werken. Ze draaien en schurken in los zand en wrijven het tussen de veren. Na een tijdje schudden ze de hele boel, inclusief oud vet, er weer uit. Een zandbad helpt om oud en verschraald vet van de veren te verwijderen.
Stofbad; Huismussen nemen bijvoorbeeld graag een stofbad waarbij ze zich in het stof draaien en de fijne deeltjes over de vleugels en het lichaam gooien. Deze stofdeeltjes worden goed in het verenkleed gewreven en daarna weer flink uitgeschud.
Vogels zijn erg kwetsbaar voor roofdieren wanneer ze lekker aan het spetteren zijn in het water. Daarom kunt u vogelbaden het beste minimaal twee meter van de omringende beplanting plaatsen. Zo hebben de vogels een open blikveld en kunnen toch snel naar een beschutte plek om te schuilen voor gevaar.
De meest gebruikte bodembedekking is schelpenzand. Vogelzand is een natuurlijk product en ideaal voor de vogelkooi en volière. Vogels nemen graag een zandbad, waarin de vogels proberen zand tussen hun veren te brengen, en vervolgens het weer uitschudden.
Het schelpenzand is calciumrijk waardoor het uw vogel helpt bij het verteren van de granen. Ook zorgt het schelpenzand voor stevige botten doordat er mineralen in het zand zitten.
Ook mussen kunnen zwemmen en ze baden sowieso graag, net zoals duiven trouwens (al is het bij deze laatsten niet duidelijk of ze ook echt kunnen zwemmen).
Insectenetende vogels krijgen water binnen via hun sappige prooien. En ook roofvogels en uilen halen hun vocht uit het vlees van hun slachtoffers. Niettemin moeten alle vogels nu en dan water drinken, bij warm weer soms zelfs enkele malen per dag. De meeste tuinvogels gebruiken een of twee drinkmethoden.
Ook mag het bad niet diep zijn, een paar centimeter is voldoende. Het meest ideaal is een poel van het type karrespoor. Daarmee is een traditionele tuinvijvertje met visjes eigenlijk het minst ideaal, althans als vogelbad.
De vogels moet snel weg kunnen vliegen als ze dat willen. Leg als het nodig is kleine stenen en kiezels op de bodem. Vul de bak met een laagje water. Niet te veel, het water moet ondiep zijn.
Richt je tuin vogelvriendelijk in: hang nestkastjes, plant besdragende struiken en nectarrijke bloemen die insecten aantrekken, bied seizoensgebonden voedsel aan. Voeder de vogels in je tuin bij wanneer het kouder wordt. Strooi voor de mus zaden en bessen op de grond, in de buurt van struiken.
Vogels kunnen braken om verschillende redenen. Als een vogel braakt zal hij hierbij vaak met de kop schudden om de inhoud kwijt te raken. Het braaksel kan dan op de kop en wangen belanden. Als dit opdroogt krijgen de veren op de kop een piekerig aanzien.
Vogels zijn bang voor diep water, dus houd daar rekening mee. Ze drinken en poedelen het liefst in een badje dat lijkt op een regenplas. Neem daarom een platte schaal, diep bord, koekenpan, bloempot-onderzetter of nog iets anders met lage zijkanten, dat in het midden niet dieper is dan vijf centimeter.
Deze vogels badderen
Vogels die op de grond leven zoals kippen en kwartels nemen vaker een stofbad of zandbad. Heb je een vogel waterschaal in de tuin staan dan zal het je opvallen dat verschillende soorten vogels hier gebruik van maken. De merel en de mus samen in één bad, het is geen vreemd verschijnsel.
Afwisselend houden ze een vleugel omhoog zodat het water op de onderkant ervan druppelt. Hierbij zetten ze de veren op, waaieren hun staart uit en strekken de vleugel horizontaal wijd uit. Vervolgens laten ze zich rechtop staand en met ingetrokken kop en hals verder natregenen.
Als je voor het beste resultaat wilt gaan is het belangrijk om je papegaai zo'n drie keer per week goed te douchen. Dit zorgt voor een knap verenpak. Laat je papegaai tijdens het douchen op een zitstok zitten. Deze zitstok kun je eventueel uit zijn kooi halen, maar je kunt ook een aparte douchestok aanschaffen.
Vogels hebben ook behoefte aan water. Niet alleen om te drinken, maar ook om in te badderen. Zet daarom een schaal met water neer en ververs dit dagelijks. Geef - met name in de winter - geen warm water.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
5 tips om vogels te voederen
Na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt en tegen de avond eten ze hun buikje rond om de nacht door te komen. Strooi niet te veel, dat kan muizen en ratten aantrekken. Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt of kaas of brood.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
In uw tuin zijn het vaak de verschillende soorten mezen of mussen die overnachten in een nestkast. Maak oude nestkasten nu leeg, want vogels willen er buiten het broedseizoen geen takken of bladeren in hebben en slapen het liefst in een kale kast.
U kunt de mussen het hele jaar door blijven voeren met zaden en bruin brood. In de wintermaanden kunnen vetbollen en pinda's een welkome aanvulling op het menu zijn.
Mussen, vink en groenling
Voedsel: onkruid-zaden, zonnepitten, Premium voedertafelmix, pindablokken, wat bruin broodkruimels en Premium pinda's. Voerplaats: op de grond, eventueel voedertafel.