Angstige hechting ontstaat als je ouders inconsequent waren in hoe ze op jouw behoeften als kind reageerden. In je latere leven betekent het dat je weliswaar hunkert naar intimiteit, maar dat je tegelijkertijd ook vaak piekert over je relatie en het vermogen van je partner om jouw liefde te beantwoorden.
Bij een angstig persoon moet het voor de partner duidelijk zijn wanneer ze nodig zijn. Het is belangrijk dit te doen zonder de verantwoordelijkheid en schuld bij de ander te leggen – het is jouw behoefte, niet die van hen. Maar wees wel duidelijk wat begrip van hun kant voor jou betekent.
Een angstig vermijdende hechting ontstaat wanneer ouders/verzorgers emotioneel te belastend zijn geweest ten koste van jou. Of juist zo (emotioneel) afwezig en onbetrouwbaar, dat je niet meer op emotionele steun van je ouders/verzorgers rekent.
Een kind dat gedesorganiseerd gehecht is, laat tegenstrijdig gedrag zien: chaotisch, angstig, bizar. Voor het kind is de opvoeder een bron van angst, maar tegelijk de beschermer. Het kind gaat op een wisselende manier met afscheid nemen om, het kan dan ineens verstillen of bang worden. Het gedrag is onberekenbaar.
Als je veilig gehecht bent, zult je authentiek zijn, ben je niet bang voor intimiteit, en vertrouw je op de ander en op jullie relatie. Ben je onveilig gehecht, dan is dat voor jou allemaal niet zo vanzelfsprekend. Je kunt het dan in de relatie echt moeilijk met jezelf hebben.
Als je uit een opvoeding met een narcistische ouder komt, kan het echter zo zijn dat je onveilig gehecht bent geraakt. Er zijn drie verschillende onveilige hechtingsstijlen; vermijdend, angstig en ambivalent. Een vermijdende hechting komt vooral bij verwaarloosde of misbruikte mensen/kinderen voor.
Een onveilige hechtingstijl kan invloed hebben op je zelfbeeld. Ook kan het uitwerking hebben op je vermogen om vol vertrouwen in het leven te staan. Je kunt als volwassene bijvoorbeeld last hebben van faalangst, een laag zelfvertrouwen, en gevoelig zijn voor stress.
Onveilige hechting
Kinderen die onveilig gehecht zijn zoeken niet direct contact met of de nabijheid van de ouder. Ze reageren bijvoorbeeld boos, angstig of gestrest op de ouder of ze vermijden de ouder. Het is belangrijk dat je als professional alert bent op de signalen van hechtingsproblemen.
Veilige hechting
Een veilige hechting kenmerkt zich door weinig angst en weinig vermijding. Er is vertrouwen in anderen, er is vertrouwen in het zelf, er is ruimte voor eigen emoties en je bent niet bang deze ook te tonen. In relationele sfeer ervaar je een gevoel van eigenwaarde.
Een veilige hechting gaat samen met het ontstaan van veerkracht bij kinderen. Veerkracht ontstaat vanaf de geboorte door de verwachtingen die een kind ontwikkelt over de beschikbaarheid van anderen (vertrouwen) en de persoonlijke effectiviteit (zelfvertrouwen).
Gedragskenmerken van kinderen met een hechtingsstoornis: Er is geen fundamenteel vertrouwen; geen bodem in het bestaan. Het kind voelt zich afgewezen, te kort gedaan en niet begrepen. Het kind zelf wijst vaak de moeder het meest af.
Bij wie komt het voor? Hechtingsproblemen kunnen ontstaan bij kinderen die een traumatische ervaring hebben gehad. Daarnaast hebben sommige kinderen een hoger risico, bijvoorbeeld adoptiekinderen, pleegkinderen, kinderen met een lichamelijke stoornis, huilbaby's of kinderen die lang in het ziekenhuis hebben gelegen.
Hechting zegt iets over de band die iemand met speciale mensen in zijn of haar leven heeft. De Britse psychiater John Bowlby ontwikkelde een theorie over hechting. Volgens deze gehechtheidstheorie heeft elk mens, en ook elk dier, de innerlijke drijfveer om zich aan anderen te hechten.
Kunnen we onze hechtingsstijl veranderen? Gelukkig kun je je hechtingsstlijl veranderen, en is het geen verloren zaak als je geen zekere hechtingsstijl hebt. Zo blijkt uit onderzoek dat mindfulness een positief effect heeft op je hechtingsstijl en je relatie.
Hoe ontstaat verlatingsangst? Verlatingsangst raakt vaak thema's rondom hechting, vertrouwen en verbinding. Het kan zijn dat dit voortkomt uit jouw jeugd of kindertijd. Soms heeft dit te maken met onveilige of geen hechting tussen jou en je ouder, waarbij jouw ouder niet aanwezig was als veilig persoon.
Kind zoekt weinig contact
Het kind vermijdt de opvoeder, omdat het weet dat die niet emotioneel of fysiek beschikbaar is. Het kind voelt dat het op zichzelf aangewezen is. Het kind vertrouwt alleen op zichzelf. Kinderen die dit gedrag laten zien, noemen we onveilig-vermijdende gehecht.
Knuffelen, praten tegen je kindje, je kindje dicht tegen je aanhouden, zodat ze je geur zullen ruiken; het zijn allemaal dingen waardoor de hechting op gang komt. Je kindje zal al deze dingen herkennen en hierop reageren door bijvoorbeeld heerlijk in slaap te vallen tegen je borst.
De Cirkel van Veiligheid is een eenvoudige figuur, die ouders helpt om er snel achter te komen welke behoefte een kind op een bepaald moment precies laat zien. De drie kernbehoeften zijn zorg vragen ('ik zoek je nabijheid'), exploreren ('ik ga op onderzoek uit') en zorg krijgen ('ik ben er voor jou').
Tips voor ouders met een kind met hechtingsstoornis
Door te zorgen voor veel structuur in huis, neem je al een angst bij je kind weg. Gebruik geen strenge regels, maar zorg ervoor dat je kind weet waar het aan toe is. Je kind kan zich bedreigd voelen door gezinsleden. Ook kan hij bang zijn voor diepgaande relaties.
Drie vormen van onveilige gehechtheidsrelaties. Onder de noemer van 'onveilig gehecht' worden drie verschillende vormen van onveilige gehechtheidsrelaties onderscheiden: vermijdende, ambivalente en gedesorganiseerde gehechtheid. Deze vormen van onveilige gehechtheid resulteren in verschillend gedrag.
Als je bindingsangst ervaart vind je het moeilijk om je aan iemand te hechten. Wanneer een contact emotioneel of fysiek gezien te intiem wordt neem je afstand. Contacten blijven vaak oppervlakkig. Je vindt het moeilijk om een commitment aan te gaan en krijgt binnen een relatie al snel een beklemmend gevoel.
De Amerikaanse psycholoog Mary Ainsworth onderzocht de verschillende typen hechting tussen kinderen en ouders. Uit dit onderzoek blijkt dat er vier manieren van hechting zijn: veilige, vermijdende, ambivalente én gedesorganiseerde hechting.
Bij mensen met een narcistische persoonlijkheid kunnen we onderscheid maken tussen kwetsbaar narcisme en grandioos narcisme. Bij kwetsbaar narcisme zien we vooral iemand die woedend reageert of overstuur raakt bij onrechtmatige behandeling, moeite heeft met het ontvangen van kritiek, en overgevoelig is voor falen.