Een autisme spectrum stoornis (ASS) kenmerkt zich door de problemen op het gebied van sociale communicatie en interactie, evenals beperkte en repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten. Ook is er vaak sprake van over- of onder gevoeligheid voor zintuigelijke prikkels.
Speciale vaardigheden komen vaker voor bij autisme dan bij andere groepen , waarbij één onderzoek1 aantoonde dat een derde van de autistische volwassenen superieure vaardigheden toonde op een of meer gebieden volgens ouderlijk verslag en op psychometrische tests. Sommige goed gedocumenteerde vaardigheden zijn net zo verbazingwekkend als welke dan ook in fictie, zoals de beroemde kunstenaar S.
Er wordt vaak gedacht dat mensen in het autismespectrum goed zijn met computers en ICT. Voor een aantal personen met autisme klopt dat ook. Anderen zijn goed in communicatie, in creatieve beroepen, in medische beroepen, en nog veel meer.
Veel mensen met autisme geven de voorkeur aan een computer en kantoor gerelateerde baan zoals administratie en dan komt nauwkeurigheid goed van pas. Ook vind je werknemers met autisme in wetenschappelijke beroepen, of als tekenaar, schrijver, onderzoeker of een baan gerelateerd aan muziek.
Sommige mensen met autisme bloeien het meest op in een technische of wetenschappelijke richting. Anderen vinden hun weg meer in studies rond creatieve en artistieke expressie. Nog anderen dan zijn dan weer erg goed in talen, les geven, sociale en verzorgende richtingen of psychologische of sociologische richtingen.
De volgende arbeidsomstandigheden zijn gunstig voor een werknemer met autisme. Bij voorkeur een werkweek van maximaal 32 uur. Dit is het meest ideaal, maar lang niet altijd haalbaar in de praktijk. Het bespreekbaar maken van de mogelijkheid van thuiswerken voor een derde van de werktijd, indien mogelijk en haalbaar.
Veel mensen met autisme geven aan grote moeite te hebben met het opmerken en interpreteren van non-verbale communicatie. Hierdoor kan het ontzettend lastig zijn om de boodschap die iemand probeert over te brengen, te begrijpen, wanneer diegene non-verbale signalen gebruikt en de dingen onduidelijk en indirect benoemt.
Autisten hebben de neiging om uitbreidend te denken, waarbij ze vanuit de delen naar een geheel toe te werken en hun informatie goed structureren. Niet-autisten hebben de neiging om inperkend te denken, waarbij ze het geheel gebruiken om de delen in te vullen.
Door autisme is het lastig om losse informatie te ordenen en te verwerken tot een groot samenhangend geheel. Waar anderen een film zien, ziet iemand met autisme eigenlijk allemaal losse beelden. Zo ziet de wereld eruit als je autistisch bent.
Autisme wordt vaak verkeerd begrepen als een 'superkracht', maar uitzonderlijke vaardigheden bij autistische personen zijn zeldzaam . De term 'superkracht' wordt vaak gebruikt om individuele sterktes te beschrijven in plaats van buitengewone vaardigheden. Ongelijke vaardigheidsprofielen bij autisme kunnen standaard intelligentietests onbetrouwbaar en misleidend maken.
Autisten die moeite hebben met het begrijpen van taal in het algemeen hebben ook moeite met het begrijpen van figuratieve taal in het bijzonder. Autisten die geen beperking hebben in het begrijpen van taal, hebben over het algemeen ook geen moeite met het begrijpen van metaforen, vergelijkingen en andere stijlfiguren.
Mensen met autisme ervaar ik vaak als heel open voor veranderingen en nieuwe dingen. Zeker, ze zullen hun vaste dingen hebben en hun houvast in de wereld daar in vinden, maar nieuwe dingen zijn ook inspirerend en daar kunnen ze erg van genieten. We hebben allemaal onze nieuwe uitdagingen nodig.
Wees altijd persoonsgericht en bevorder de waardigheid van autistische mensen . Houd mensen veilig, gezond en gelukkig. Stel autistische mensen in staat de dingen te doen waar ze van houden. Probeer nooit iemand 'minder autistisch' te maken, wat sowieso onmogelijk is.
Mensen met autisme ervaren heftiger wat ze horen, zien, ruiken, proeven en voelen. Ze hebben vaak moeite met veranderingen.Contact maken met andere mensen gaat vaak moeilijk. Autisme is aangeboren.
Interviews met autistische volwassenen die goed kunnen praten en hun denkprocessen kunnen verwoorden, geven aan dat de meesten van hen ook in visuele beelden denken . Mensen met een ernstigere beperking, die wel kunnen praten maar niet kunnen uitleggen hoe ze denken, hebben zeer associatieve denkpatronen.
Mensen met autisme ervaren problemen in de prikkelverwerking en kunnen totaal overprikkeld raken van prikkels die andere mensen niet eens waarnemen. Deze overprikkeling geldt ook op het gebied van emoties. Mensen met autisme kunnen emoties veel sterker waarnemen dan mensen zonder autisme.
Mensen met autisme gaan dan ook vaak heel primair reageren als ze stress hebben. Ze kunnen dan niets meer met hun frustratie. Ze hebben er geen controle meer over. En dan worden ze agressief, willen ze vluchten, bevriezen ze of worden ze suïcidaal.
Moeilijkheden met veranderingen en overgangen
Dit kan het voor hen moeilijk maken om dingen te doen zoals baden of tandenpoetsen zo vaak als nodig is. Het is vrij gebruikelijk dat autistische mensen moeite hebben om in de douche of het bad te stappen en/of de verandering van het gevoel van droog naar nat te haten.
Autistische mensen uiten hun emoties vaak op een andere manier dan neurotypische mensen. Dat is met een rouwproces niet anders. Sommige autistische mensen internaliseren rouw heel erg, trekken zich terug of storten zich obsessief op een speciale interesse.
De meerderheid van de mensen met een autismespectrumstoornis wil en kan werken , en er zijn goed gepubliceerde voorbeelden van succesvolle carrières. Aan de andere kant worden veel autistische mensen al lang vastgehouden in gespecialiseerde instellingen, en nog grotere aantallen blijven afhankelijk van hun families.
Mannen met autisme hebben vaker comorbide externaliserende problemen (zoals gedragsproblemen en hyperactiviteit). Vrouwen met autisme hebben vaker comorbide internaliserende problemen (zoals angst en depressie).
Om met autisme toch zo zelfstandig mogelijk te kunnen wonen, is het belangrijk dat er een goed evenwicht is tussen draaglast en draagkracht van de persoon in kwestie. Dat lukt meestal door de lat niet te hoog te leggen en oplossingen te zoeken die bij hem passen.