Naar elke spier loopt een zenuw. Deze zenuwen sturen een elektrisch signaal naar de spier als je deze aan wilt spannen. Het elektrische signaal zorgt ervoor dat de spier samentrekt: de spiervezels worden korter en dikker.
De myofibril bestaat uit afwisselend myosine en actine. Deze eiwitten vormen de myofilamenten en de actinefilamenten. Als een spier samentrekt, spiercontractie, schuiven de actinefilamenten tussen de myofilamenten, waardoor de spiervezel en dus de spier korter wordt.
Snelle, schokkende samentrekkingen van de spieren van je armen en benen noemen we chorea.
De skeletspieren zijn aan de uiteinden door middel van pezen aan de beweegbare beenderen verbonden. Zij zorgen ervoor dat de gewrichten kunnen bewegen. Als de spier zich spant, wordt deze korter en trekt aan de pees, waardoor het bot beweegt. Wanneer de spieren overbelast worden, ontstaat er spierpijn.
Met pezen zitten de spieren aan het skelet vast. Het zijn deze spieren die bewegingen van het lichaam mogelijk maken. Elke spiervezel wordt aangestuurd door motorische zenuwen uit het animale zenuwstelsel. Actiepotentialen in deze motorische zenuwen zorgen voor contractie van de spiervezels.
Antagonisten betekent dus:spieren die samenwerken door het omgekeerde te doen.
Er bestaan drie soorten spierweefsel: skeletspierweefsel of dwarsgestreept spierweefsel; hartspierweefsel; glad spierweefsel.
Bij spiertrekkingen (fasciculaties) trekken je spieren onwillekeurig samen, zonder dat je een ledemaat beweegt. Spiertrekkingen zijn vaak onschuldig, maar ze kunnen ook het gevolg zijn van een neurologische aandoening. Een trillend ooglid is de meest bekende spiertrekking, maar ze komen ook voor in benen en armen.
De basis van elke beweging is het samentrekken van de spieren. Die hebben daarvoor specifieke energie nodig. Brandstof uit voeding kan met behulp van zuurstof worden omgezet naar deze 'spierenergie'. Je longen halen de zuurstof uit de lucht en geven die aan het bloed.
Om te kunnen werken hebben spieren zuurstof nodig en heel veel energie. Die energie halen ze uit het voedsel. Je spieren kan je in 2 groepen indelen, namelijk de willekeurige spieren (dwarsgestreepte spieren) en de onwillekeurige spieren (gladde spieren).
De contractie
Als de intracellulaire calciumconcentratie wordt verhoogd, binden de calciumionen aan het troponine C waardoor er een conformatieverandering plaatsvindt en troponine van het actine afrolt. Myosine kan nu wel binden aan de bindingsplaatsen van het actine en er is contractie mogelijk.
De kaak heeft de sterkste spier, het oor de kleinste
Niet de grote spierbonken zoals bil en bovenbeen, maar de kaakspier is, gemeten naar kracht per vierkante centimeter, het sterkst. Volgens Van de Vijver kan dit spiertje wel 4000 newton in beweging brengen – dat is 400 kilo.
Samentrekking. Het samentrekken van spieren vindt plaats in de A-band. Bij deze beweging bindt het myosine aan de actinefilamenten. Dit gebeurt door de vrijmaking van Calciumionen uit het sarcoplasmatisch reticulum.
Hartspieren en gladde spieren worden ook wel onwillekeurige spieren genoemd, omdat je ze niet bewust kunt stilhouden of bewegen. Je hebt er geen invloed op, het gaat helemaal vanzelf. Skeletspieren zijn willekeurige spieren.
Opbouw skeletspier
Hij bestaat uit meerdere spierbundels in de spier, die beschermd is door de spierbundelschede. Daarin zitten kleinere spierbundels met zenuwvezels, verbonden door de motorische eindplaatjes van de zenuwen die het bevel van de hersenen om de spier te bewegen overbrengen.
Spieren werken door samentrekken en ontspannen. Gedurende de samentrekking verkorten ze hun lengte om zo het bot dichter bij hun bevestigingspunten op twee verschillende botten te brengen. Elke spierbeweging is dan ook een trekbeweging. De trekbeweging wordt uitgevoerd door de vezels en fibrillen van de spier.
Wat is het? Een groep van vier spieren (vastus lateralis, vastus medialis, vastus intermedius en rectus femoris) die je heupen en dijbeen verbindt met je knieschijf. De quadriceps strekken je knie bij het lopen, squaten en schoppen. Waarom zijn ze belangrijk?
Wanneer je voldoende beweegt, raken je hersenen goed doorbloed en krijgen ze de zuurstof die ze nodig hebben. Nieuwe hersencellen worden gevormd en verbindingen tussen zenuwcellen worden sterker. Daarnaast verbetert de communicatie tussen de hersencellen. Dit alles zorgt ervoor dat je hersenen langer soepel blijven.
Spiertrekkingen veroorzaakt door stress en angst worden vaak een tic of zenuwtrek genoemd. Het kan zich voordoen in elke spier van het lichaam. Fasciculatie komt ook vaak voor tijdens een rustperiode na aanhoudende stress en deze wordt veroorzaakt door onbewust gespannen spieren.
Fasciculaties (kleine spiertrekkingen) ontstaan door een ontregeling van zenuwcellen in het ruggenmerg. Ongeveer éénderde van de Nederlanders heeft fasciculaties, meestal in de kuitspieren, deze ontstaan vaak na intensief sporten. Dit is een onschuldig verschijnsel.
Symptomen van de spierziekte ALS
De problemen beginnen vaak in de keel, armen of benen en breiden daarna uit. Uiteindelijk overlijden mensen met ALS aan ademhalingsproblemen, veroorzaakt door verlamming van de ademhalingsspieren. Meestal komen de symptomen op tussen het veertigste en zestigste levensjaar.
Tijdens het lachen gebruik je veel spieren: in je gezicht in totaal 15, maar ook de spieren in je buik en middenrif. Als je 10 tot 15 minuten lacht verbrand je zelfs ongeveer 50 calorieën. Een leuke workout! Genoeg redenen dus om (nog) vaker te lachen!
De spier wordt dan korter en dikker. Als de spier ontspant wordt deze langer en dunner. Hoe dat precies in zijn werk gaat, heeft te maken met de anatomie en hoeveelheid van de spiervezels. Iedere spiervezel is ongeveer 30 tot 100 micrometer (0.003 tot 0.01 mm) dik.
muscles mv.
Na de marathon had ik pijnlijke spieren. After the marathon I had sore muscles.