Cumulus. Cumuluswolken zijn stapelwolken. Dit wolkengeslacht ziet, afhankelijk van hun afmetingen, eruit als kleine watjes of grote bloemkoolachtige wolken die normaal gesproken fel wit zijn van boven en wat donkerder grijs aan de basis.
De verschillende wolkengeslachten vallen onder een familie, of een combinatie van families. De vier families zijn: hoge wolken, middelhoge wolken, verticaal ontwikkelde wolken en lage wolken. Wolkengeslachten worden weer verder onderverdeeld in wolkensoorten.
Deze hoge wolken lijken heel langzaam te bewegen of zelfs stil te staan, maar door de grote hoogte geeft dat een vertekend beeld: in werkelijkheid gaan ze snel, soms ruim 100 km/uur. Weerkundigen noemen ze sluierwolken, die het licht van de zon nog doorlaten.
Cirrus is één van de tien wolkengeslachten. Cirruswolken zijn hoge wolken die meestal voorkomen op een hoogte van 6 tot 13 km. Deze wolk bestaat volledig uit ijskristallen en is meestal zichtbaar als fijne witte draden, witte plukken of banden.
". In hetzelfde werk worden de nimbus beschreven als " donkere wolken, zonder duidelijke vorm, met gescheurde randen, zeer laag (800 tot 1600 m , vaak minder), snel bewegend en met zware regenval ". Dergelijke wolken komen overeen met cumulonimbus (zware buien) met pannus eronder.
Benaming in het weerbericht voor hoge bewolking (cirrus) waardoor de zon nog doorheen schijnt. De witte cirruswolken komen doorgaans op 6 tot 12 kilometer hoogte voor en bestaan uit kleine ijskristallen. De wolkenslierten kunnen zich verdichten tot sluiers.
Altostratus & Nimbostratus (regenwolken)
De wolken brengen je niets meer dan regen. Altostratus ontstaat wanneer warme lucht over zwaardere koude lucht heen schuift. Op die grens condenseert waterdamp tot ijskristallen en dit vormt zich tot sombere, grijze gelaagde bewolking.
Cirruswolken ontstaan dikwijls uit valstrepen (virga) van Cirrocumulus of Altocumulus of zij ontstaan vaak uit het bovenste gedeelte van een Cumulonimbus. Cirruswolken kunnen ook ontstaan uit een niet overal even dichte Cirrostratus, waarvan de dunnere gedeelten zijn verdampt.
Een ring van licht rond de zon of de maan noemt men een halo. Dit verschijnsel komt voor wanneer zon- of maanlicht wordt gebroken door ijskristallen.
Met wolken zelf het weer voorspellen
Zoals vederwolken die als lange witte veren hoog in de lucht staan. Als je deze wolken ziet slaat het weer binnen 24 uur om. Vooral als ze uit het westen komen, betekent dit regen. Stapelwolken of schapenwolken zien eruit als plukjes watten.
Heb je de zon in de rug en de wolk voor je dan zie je vaak een prachtige witte stapelwolk. Dit gebeurt vooral wanneer grote wolkendruppels en ijskristallen het zonlicht grotendeels tegenhouden en jouw kant op weerkaatsen. Zo'n grote witte 'bloemkoolwolk' kan uiteindelijk uitgroeien tot een stevige bui.
Een wolk bestaat uit een hele boel waterdruppeltjes en of ijskristalletjes bij elkaar in de lucht. Of een wolk bestaat uit waterdruppeltjes of ijskristalletjes is afhankelijk van de temperatuur in de atmosfeer. Als de temperatuur boven de 0 graden is, dan bestaat de wolk uit waterdruppeltjes.
Als er veel waterdruppels in een wolk zitten, is de wolk dikker en kan er minder zonlicht doorheen. Ze zijn dan donkerder. Een wolk wordt extra zwaar als er veel water in zit. Dan kunnen de druppels niet meer in de lucht blijven hangen en vallen ze naar beneden: het regent!
Bij een gewone wolk (zonder regen) verdampen de onderste kleine druppeltjes. Het worden dan gasmoleculen (waterdamp) en die zijn onzichtbaar maar blijven ook zweven. Hoger in de lucht is het kouder, daar worden de gasmoleculen weer druppeltjes. Dit zien we als een wolk.
Het voelt vochtig aan, maar het is niet zacht om aan te raken. Wel is het water (kokend) heet en daarom moet je niet proberen om het aan te raken. Wolken daarentegen zijn koud en op een mistige dag kan je gerust proberen om de wolken aan te raken. Je loopt dan letterlijk met je hoofd in de wolken.
Buienwolken kunnen heel hoog zitten, tot wel meer dan 10 km. hoog. Bij helder weer kan je die van heel ver al zien, veel meer dan 10 km. Mogelijk meer dan 20 km.
Siebesma: “Een cumuluswolk bevat gemiddeld één gram water per m3. Als we voor het gemak een wolk van één km3 nemen – dat is één km lang, breed en hoog – betekent het dat er in een bloemkoolwolk al snel een miljoen kilogram water zit.” Omgerekend zijn dat zo'n 200 olifanten.
De wolken ontstaan wanneer op grote hoogte koudere lucht binnenstroomt en ook dan loopt het vaak uit op neerslag. De wolken met het uiterlijk van torentjes (altocumulus castellanus) zijn een voorbode van onweer. De structuur van de mooie vlokken (altocumulus floccus) betekent dat er slecht weer op komst is.
De cumulonimbus, onweerswolk of buienwolk is een type wolk (wolkengeslacht), dat een lage wolkenbasis heeft, maar zeer hoog en dicht kan zijn. Buien zijn het resultaat wanneer deze wolken beginnen uit te regenen of te sneeuwen. Ook onweer is een vaak voorkomend verschijnsel.
Cumulus- of stapelwolken, ook bekend als bloemkoolwolken, zijn scherp afgelijnde wolken en vormen een wolkengeslacht. De basis is donkerder, het bovenste deel met halfronde uitwassen is wit. In weerberichten is de afkorting Cu of Cs.
Een wolkbreuk ontstaat als buien lang boven een bepaald gebied blijven hangen doordat het weinig waait. Wolken regenen dan leeg boven één plek. In korte tijd valt er een enorme hoeveelheid water uit de lucht: minstens 25 millimeter in een uur of minstens tien millimeter in vijf minuten.