Een gestegen epo-gehalte zorgt er automatisch voor dat het aantal rode bloedcellen gaat stijgen. Dit gebeurt bij langdurig zuurstoftekort in de weefsels, zoals bij ernstig hart-of longlijden of in geval van situaties met verminderde ademhaling (obesitas, neurologische aandoeningen of slaapapneusyndroom).
Aderlaten of een flebotomie is een behandeling waarbij bloed wordt afgenomen om zo de hoeveelheid rode bloedcellen of het ijzergehalte in het bloed te verlagen.
Een hoge Hb-waarde is meestal erfelijk bepaald, maar kan ook komen door longziekten, roken of verblijf op grote hoogte. Aderlating kan een oplossing zijn om je hemoglobine te verlagen. Hierbij wordt een bepaalde hoeveelheid bloed afgenomen om het ijzergehalte in je bloed naar beneden te brengen.
Als het aantal witte bloedcellen blijft toenemen kan het bloed stroperig worden waardoor het niet goed kan stromen in de kleinere bloedvaatjes. Klachten als benauwdheid, wazig zien, verwardheid of sufheid kunnen hiervan het gevolg zijn.
Macrocytaire anemie is een vorm van bloedarmoede (anemie) die wordt gekenmerkt door rode bloedcellen (erytrocyten) die groter ("macro") zijn dan normaal. Men spreekt van macrocytaire anemie als het het gemiddelde volume van de bloedcellen (MCV) hoger is dan 100 femtoliter.
Door een teveel aan rode bloedcellen wordt het bloed stroperiger. Daardoor stroomt het minder gemakkelijk door de kleine bloedvaatjes. Hierdoor is er een hoger risico op bloedstolsels in de aders (veneuze trombose) of in de slagaders (arteriële trombose). Polycythemia vera is een kwaadaardige bloedziekte.
Polycythemia vera (PV) is een bloedziekte die niet overgaat. Bij PV vormen zich in het beenmerg te veel rode bloedcellen. Hierdoor wordt het bloed dikker en stroomt het moeilijker door kleine bloedvaatjes. Daardoor is er meer kans op stolsels in aders en slagaders (trombose).
Klachten. Kinderen met leukemie kunnen last hebben van steeds terugkerende infecties en koorts, bloedarmoede, bloedneuzen, snel optredende blauwe plekken, kleine puntvormige paarsrode plekjes, lang nabloedende wondjes en botpijnen. Het is vooral de combinatie van deze klachten die op leukemie wijst.
De verhoogde waarde geeft zelf geen symptomen. Als een stevige infectie zorgt voor de verhoogde waarde van lymfocyten, dan kan je symptomen als koorts, rillingen en hoesten krijgen. Naast infecties kunnen bij specifieke typen bloedkanker je hoeveelheid lymfocyten ook te hoog zijn.
Een teveel aan bloedplaatjes kan komen door een bloedziekte zoals leukemie (primaire trombocytose). Bij een secundaire trombocytose is het hoge aantal bloedplaatjes een reactie op een andere aandoening (zoals een bloeding, ijzertekort of infectie) of het gevolg van een inname van bepaalde medicijnen.
De normaalwaarde bij mannen ligt tussen de 4,4 en 5,8 biljoen rode bloedcellen per liter bloed.Vrouwen hebben gemiddeld tussen de 4 en 5,3 biljoen rode bloedcellen per liter.
De behandeling is vooral gericht op het voorkomen van trombose. Daar wordt bijvoorbeeld aspirine voor gegeven. Ook helpt het om geregeld een bepaalde hoeveelheid bloed af te nemen, dit heet aderlating, en dit lijkt op een bloeddonatie. Hierdoor daalt het aantal rode bloedcellen en neemt de stroperigheid af.
Een CEA-waarde hoger dan 5 kán een aanwijzing zijn voor kanker. CEA is een zogenaamde tumormarker. Het kan ook iets zeggen over de grootte van een tumor en of er wel of geen uitzaaiingen zijn. Maar een verhoogde CEA-waarde kan ook wijzen op bijvoorbeeld een darm- of leverontsteking.
Als u PV heeft, kan het hoge bloedgehalte (hemoglobine, Hb) klachten veroorzaken. Uw bloed is te stroperig geworden waardoor de kans op stolselvorming (trombose) in de bloedvaten toeneemt. Hierdoor loopt u een groter risico op het krijgen van een herseninfarct (beroerte), hartinfarct of bijvoorbeeld een trombosebeen.
Na de behandeling
Klachten die na een aderlating kunnen ontstaan zijn: duizeligheid, vermoeidheid en/of een blauwe plek. Bij de eerste behandeling kunt u voor de zekerheid iemand meenemen die u naar huis kan brengen. Als u na de behandeling geen klachten heeft (geen duizeligheid), mag u opstaan en kunt u naar huis.
Auto-immuun lymfoproliferatief syndroom (ALPS) is een erfelijke aandoening waarbij het lichaam het aantal cellen van het immuunsysteem (lymfocyten) niet goed kan reguleren. ALPS wordt gekenmerkt door de productie van een abnormaal groot aantal lymfocyten (lymfoproliferatie).
De eerste symptomen (verschijnselen) van acute leukemie zijn vooral vermoeidheid en bloedarmoede. Ook kunt u vaker infecties hebben, blauwe plekken en slijmvliesbloedingen in mond en neus. Daarnaast ontstaan soms klachten als botpijnen, gezwollen tandvlees en klachten als gevolg van vergrote lymfklieren en milt.
Als je grote hoeveelheden auto-antilichamen of anti-nucleaire antilichamen (ANA) in je bloed hebt, kan dit wijzen op een auto-immuunziekte. De ANA-test spoort de anti-nucleaire antilichamen (ANA) in je bloed op. Anti-nucleaire antilichamen (ANA) richten zich tegen de kern (nucleus) van de cellen in je lichaam.
Aderlaten kan nodig zijn als u te veel ijzer of rode bloedcellen in uw bloed heeft. Te veel ijzer wordt ook wel hemochromatose of ijzerstapeling genoemd. Het kan schadelijk zijn voor uw lichaam als er te veel ijzer in het bloed zit. Door de aderlating kan weefselschade minder worden, of kan schade minder snel ontstaan.
Abnormale niveaus van witte bloedcellen en abnormaal lage aantallen rode bloedcellen of bloedplaatjes kunnen ook duiden op leukemie. Als u positief test op leukemie, zal uw arts een biopsie van uw beenmerg uitvoeren om te bepalen welk type u heeft. De behandeling is afhankelijk van uw leeftijd, algemene gezondheid en het type leukemie.
Patiënten met een PV hebben vaak symptomen zoals hoofdpijn of moeite met scherp zien, hevige jeuk na het douchen en – heel opvallend – soms ernstige pijn in de voeten of vingers, waarbij dan een rood-blauwe verkleuring is te zien. Deze pijn heet erytromelalgie.
De meest voorkomende bloedverdunners zijn acetylsalicylzuur, warfarine, dabigatran en rivaroxaban. De term 'bloedverdunners' suggereert dat deze medicijnen het bloed 'dunner' maken. De medicijnen zorgen echter vooral dat het bloed niet 'dikker' kan worden, door stollingen af te remmen.
Door een te hoog aantal bloedplaatjes kunnen er propjes ontstaan.Deze propjes kunnen ervoor zorgen dat een bloedvat dicht gaat zitten. Daardoor kan het bloed niet verder stromen. Dit kan ook gebeuren door te dik, stroperig bloed.