Stofluizen leven van schimmels en zijn op zich niet schadelijk. Ze zijn verzot op vochtige ruimtes en komen daarom vaak voor in vochtige woningen, magazijnen of schuren. Je vindt ze in vochtig papier, natte vullingen van matrassen of kussen en vloer- of wandbekleding waarop vochtvlekken of schimmel gevormd is.
Stofluizen komen vooral voor op donkere, vochtige plaatsen, met een voorkeur voor 75% relatieve luchtvochtigheid en een optimale temperatuur van 20 tot 25°C. De aanwezigheid van stofluizen in gebouwen wijst daarom altijd op een vochtige ruimte of omgeving.
Stofluizen zijn doorgaans niet makkelijk te zien. De beestjes worden namelijk maximaal vier millimeter groot. Ze zijn grijs, wit of donkerbruin van kleur. Stofluizen kunnen zich snel verplaatsen.
Stofluizen vormen een aparte orde van insecten en hebben niets te maken met andere soorten luizen. Ze bijten ons niet en zuigen geen bloed maar ze leven van schimmels, algen en ander plantaardig materiaal. Hun aanwezigheid kan duiden op een te hoge luchtvochtigheid.
De meest voorkomende beestjes die je in je bed tegen zult komen zijn huisstofmijten, bedwantsen (ook wel wandluis of bedluis genoemd) en vlooien. Spinnen zul je vooral rond je bed zien, omdat zij zich voeden aan de muggen, die zich weer aan jou voeden.
U herkent een plaag van bedwantsen aan donkere of zwarte vlekken aan de zoom van de matras. Dit komt door de poep van de bedwants. Ze hebben een aparte geur. Ze ruiken naar zoete amandel of koriander.
Stofluizen lijken veel op bladvlooien, maar die kunnen goed springen en hebben een zuigsnuit. De meeste stofluizen springen niet en vliegen ook heel weinig.
Stofluizen leven van schimmels en zijn op zich niet schadelijk. Ze zijn verzot op vochtige ruimtes en komen daarom vaak voor in vochtige woningen, magazijnen of schuren. Je vindt ze in vochtig papier, natte vullingen van matrassen of kussen en vloer- of wandbekleding waarop vochtvlekken of schimmel gevormd is.
Stofluizen doen niet veel kwaad. Ze grazen veel vervelende schimmels weg en knabbelen wat aan ons eten, zoals bijvoorbeeld gemorst meel. Pas als ze heel talrijk gaan voorkomen kunnen stofluizen enige last veroorzaken door bijvoorbeeld aan oude boeken te gaan knagen.
Als je het hoofd op symptomen controleert, kijk dan goed tussen de haren, vooral achter de oren en in de nek. Je ziet de hoofdluizen dan bewegen. Ook als je geen luizen ziet maar wel grijswitte puntjes, is er waarschijnlijk sprake van hoofdluis. Die puntjes zijn eitjes van hoofdluis.
Schade door stofluizen
De aanwezigheid van enkele stofluizen in een vertrek kan geen kwaad. Ze vormen geen gevaar voor de gezondheid. Echter als stofluizen in grote aantallen voorkomen, dan kunnen ze materiele schade aanrichten aan boeken, tijdschriften, schilderijen of andere producten waar ze zich in bevinden.
Zo kom je van luizen af
Gebruik crèmespoeling om pijnloos te kammen. Vastgeplakte neten kun je eventueel losweken door een doekje met azijn op het haar te deppen. - Twee weken lang elke dag kammen met een luizenkam en een anti-hoofdluismiddel gebruiken. Deze methode is bewezen effectief.
Wanneer de overlast wordt veroorzaakt door de wat grotere plaagdieren zoals muizen, ratten of steenmarters dan verraden meestal de vorm en grootte van de keutels het diersoort. Keutels van muizen zijn zwart/donkerbruin van kleur en zo groot als rijstkorrels.
Kunnen luizen bijvoorbeeld overleven in bed of in mutsen of sjaals? Dat kan, maar in elk geval niet langer dan 48u. Bovendien zullen ze zich buiten de hoofdhuid ook minder gemakkelijk verspreiden. De eerste focus bij een luizenbehandeling blijft dus het haar.
Hoofdluizen zijn zeer kleine, ongevleugelde insecten die leven in het haar van hun gastheer of gastvrouw. De eitjes die luizen leggen, noemt men neten. Hieronder zie je een foto van een luis en een aantal eitjes (neten) op een menselijk haar.
Kleine zwarte beestjes in bed zijn mogelijk vlooien of bedwantsen. De beste aanwijzing hiervoor is als je 's morgens regelmatig opstaat met heftig jeukende rode beten. Kunnen het geen muggen zijn? Mogelijk wel als je eerst gezoem hoort.
Uiterlijk van stofluizen
Enkele stofluizen zijn gevleugeld, andere zijn vleugelloos of hebben slechts vleugelstompjes. Stofluizen verplaatsen zich snel, maar schoksgewijs. De jonge stofluizen lijken sterk op de reeds volwassen exemplaren. Stofluizen vliegen niet.
Je kunt beestjes in meel en bloem het beste voorkomen door graanproducten in afgesloten bakjes, bussen en trommels te bewaren van hard plastic of blik. Maak papieren zakken met meel, suiker bonen direct na aankoop open.
Enerzijds verontreinigt hij het product met zijn uitwerpselen, vervellingshuidjes, cocons en overblijfselen. Anderzijds schimmelen aangetaste kruidenierswaren eerder, veranderen ze soms van kleur en krijgen ze een muffe tot zure geur. Het product is dan niet meer eetbaar en kunt u het beste weggooien.
Kleerluis (Pediculus humanus humanus L.) De kleerluis (Pediculus humanus humanus L.) is een insect dat zich voedt met menselijk bloed dat met de zuigsnuit wordt opgezogen uit de lichaamshuid.
Witte vliegen, ook bekend als Aleyrodidae, zijn zachte, gevleugelde insecten die nauw verwant zijn aan bladluizen en wolluizen. Ze zijn in vrijwel elke regio te vinden, maar ze zijn zo klein dat ze meestal goed verstopt en niet te zien zijn.
Nimfen zijn één tot vijf millimeter groot en zijn vrijwel helemaal doorzichtig. Zuigen ze bloed, dan worden ze vuurrood. Nimfen vervellen meerdere malen voor ze volwassen worden, maar hun velletjes zijn pas goed zichtbaar op een donkere ondergrond.
Stofluizen leven in een vochtige omgeving; dat is in de natuur onder andere in boomstammen en vogelnesten en binnenshuis in matrassen, rieten meubelen, boeken en afgewerkte spaanplaten.
De mens kan last hebben van drie verschillende soorten luis: hoofdluis (haarluis), kleerluis en schaamluis. De luis veroorzaakt een irritante jeuk aan de hoofdhuid door een allergische reactie van de huid op het speeksel van de luis.
Springstaarten, Collembola in het Latijn, zijn maar een paar millimeter groot en leven op en onder de grond. Je ziet ze dus meestal niet op de bladeren van je plant lopen. Ze zijn het best te herkennen doordat ze springen. De sprongetjes lijken een beetje op dat van een vlo.