Naast het oefenen van Duitse leestoetsen, zijn er nog een aantal tips om jouw vaardigheden te verbeteren: – Films ondertitelen: door films te ondertitelen, lees je meer Duits en ga je het beter begrijpen. – Woordenschat vergroten: Hoe meer woorden je kent, hoe gemakkelijker het wordt om een tekst te begrijpen.
Als je gaat beginnen met het leren van Duits raden wij aan om veel te lezen en tv te kijken in het Duits. Omdat de talen veel overeenkomsten hebben zal je op deze manier snel een beetje Duits begrijpen. Op deze manier breidt je op een makkelijke manier je woordenschat uit.
Het is voor Nederlanders heel makkelijk om Duits te leren
Aan het begin moet je een beetje aan de uitspraak letten en de naamvallen kunnen soms lastig zijn. Maar Duits is voor Nederlanders geen moeilijke taal om te leren, zeker niet in vergelijking met bijvoorbeeld Fransen, Amerikanen of Chinezen.
Volgens het Guinness Book of Records zijn de moeilijkste talen het Tabassaran in de Kaukasus omdat deze taal maar liefst 48 naamvallen kent; de Noord-Amerikaanse indianentaal Haida, die met 70 de meeste voorvoegsels ter wereld heeft; Amale uit Papoea-Nieuw-Guinea, de taal met de meeste werkwoordsvormen: meer dan 69.000 ...
Examentip Duits #2: Let op signaalwoorden en kernzinnen
Tijdens het examen heb je beperkt tijd om de teksten te lezen en de vragen te beantwoorden. Let daarom goed op de signaalwoorden in de tekst, maar ook op de eerste en laatste zinnen in elke alinea. Deze bevatten vaak belangrijke informatie.
De Duitse naamvallen kunnen door drie factoren bepaald worden: door de grammaticale functie van het zinsdeel (ontleden) - onderwerp en naamwoordelijk deel = eerste naamval (Nominativ); lijdend voorwerp en tijdsbepaling zonder voorzetsel = vierde naamval (Akkusativ); meewerkend voorwerp = derde naamval (Dativ) ...
Als er geen sprake is van een tijdstip, je ergens bevinden of iets dat in beweging is of zich verplaatst dan kun je de 7/2 regel toepassen. Deze regelt stelt dat auf en über altijd de vierde naamval krijgen en de rest van de voorzetsels de derde naamval.
'Rustwerkwoorden': sitzen, stehen, wohnen, sein e.d. gaan met de 3e naamval. 'Bewegingswerkwoorden': laufen, sich stellen e.d. meestal de 4e naamval.
In het Duits zijn zelfstandige naamwoorden mannelijk, vrouwelijk of onzijdig. Bij mannelijke woorden is het lidwoord 'der', bij vrouwelijke woorden 'die' en bij onzijdige woorden 'das'.
Examentip Nederlands #1: Lees veel verschillende teksten
Denk aan de Volkskrant, NRC, De Groene Amsterdammer, Elsevier. Het lezen van ingewikkelde teksten zorgt ervoor dat je tekstbegrip beter wordt. Dit zal je helpen bij het examen Nederlands. Ook kun je veel oude examens oefenen.
Het duurt gemiddeld 44 weken en 1110 lesuren om dit soort talen onder de knie te krijgen.
Het meest belangrijke om te oefenen voor een leestoets is om veel teksten te lezen. Zorg er daarom ook zeker voor dat je veel oefentoetsen maakt! Voor een gewone toets kun je uit jouw boek leren, maar voor een leestoets heb je bepaalde vaardigheden nodig, waarvoor je veel zult moeten oefenen.
examen → examination, test.
De universitaire richtlijn ligt op 40 à 50 uren per week
Op een gewone dag volstaan 8 uur, zoals op een normale werkdag. Althans tijdens het semester. In de examens zelf is het anders. In de examens kan je beter 10 uur per dag studeren.
der Sonntag (= de zondag) - De namen van de maanden, bijv. der März (= maart) - De namen van de jaargetijden, bijv. der Frühling (= de lente) - De windrichtingen, bijv. der Norden (= het noorden) - Namen van automerken, bijv.